Een satelliet van de ESA die de hoogte van de zeespiegel in kaart brengt
NOS Nieuws

Ruimtemetingen bevestigen: klimaatverandering gaat steeds sneller

  • Heleen Ekker

    redacteur Klimaat en Energie

  • Heleen Ekker

    redacteur Klimaat en Energie

Satellietmetingen bevestigen dat het klimaat steeds sneller verandert. Het klimaat "stapelt verandering op verandering", schrijft het KNMI er vandaag over.

Grofweg wordt de verandering van het klimaat gemonitord via temperatuurmetingen, klimaatmodellen en satellietmetingen. In die laatste speelt de zogeheten stralingsbalans van de aarde een rol. Dat is het verschil tussen de hoeveelheid warmte die binnenkomt via zonnestraling en de hoeveelheid warmte die de aarde via de dampkring weer verlaat.

Stralingsbalans

"Sinds kort is dit effect goed te meten", zegt klimaatonderzoeker Frank Selten van het KNMI. Het blijkt dat de versterkte opwarming van de aarde waarneembaar is door de stralingsbalans te meten.

Die balans varieert van jaar tot jaar, maar gemiddeld over meerdere jaren is wel degelijk een trend zichtbaar.

Gemiddeld ontvangt de aarde 340 watt aan zonnestraling per vierkante meter, waarvan zo'n 100 watt wordt weerkaatst door het aardoppervlak, wolken en stofdeeltjes. Die ontvangen hoeveelheid is in de afgelopen twintig jaar bijna niet veranderd. Maar de hoeveelheid straling die de aarde weer verlaat, is in die tijd veel minder geworden.

Als de opwarming door de zon en de afkoeling door uitgestraalde warmte van elkaar worden afgetrokken, blijkt de opwarming van de aarde flink toe te nemen. "In 2005 was de netto opwarming 0,4 watt per vierkante meter, terwijl dit in 2019 was opgelopen tot 1,1 watt per vierkante meter, meer dan een verdubbeling dus", zegt Selten.

In onderstaande twee grafieken is de ontwikkeling van de (netto) stralingsbalans te zien:

Voor de periode daarna laten de meetgegevens een verdere opwarming zien. Het klimaat wordt daardoor verder uit evenwicht gebracht. Zo is er een forse toename van de jaarlijkse hoeveelheid gesmolten ijs, met een versnelde zeespiegelstijging tot gevolg.

Hoogleraar Thomas Röckmann van de Universiteit Utrecht noemt de versnelling "geen goed nieuws". Hij is wel positief over het middel van de satellietmetingen om klimaatverandering te monitoren.

"Het is goed dat je zo ook op een andere manier kunt controleren wat er aan de hand is, en dat je het ook heel nauwkeurig in de gaten kunt houden", legt hij uit. "Vanuit de ruimte kun je de totale in- en uitgaande elektromagnetische straling heel goed meten. Het gaat daarbij om zichtbaar licht, uv-straling en infraroodstraling."

Ingewikkeld is dat temperatuurmetingen de versnelling van klimaatverandering nog niet laten zien. Wel is duidelijk dat de hoeveelheid energie die de aarde vasthoudt zich ophoopt. Die ophoping wordt goed in kaart gebracht door onder meer het CERES-instrument van de NASA.

"Eigenlijk is de luchttemperatuur geen goede graadmeter voor de mondiale opwarming", zegt KNMI-klimaatonderzoeker Selten. Er zijn te veel factoren die de snelheid waarmee de aarde opwarmt verdoezelen. Zo verdwijnt het overgrote deel van de opwarming, zo'n 90 procent, in de oceanen. Omdat er zo veel oceaanwater is, nam de luchttemperatuur een tijdlang veel minder snel toe.

Dat was bijvoorbeeld het geval rond 2010. Toen verliep de opwarming minder snel. "Maar wij wisten dat dit tijdelijk zou zijn", zegt Selten. "En dat bleek ook. Want vanaf 2016 kwam die warmte weer vrij."

De versnelling in opwarming zegt overigens maar weinig over de mogelijke temperatuurstijging deze eeuw, zegt de klimaatonderzoeker. Dit effect zit al verwerkt in de klimaatmodellen, die aangeven hoeveel de aarde verder opwarmt. De metingen zeggen eigenlijk vooral dat die modellen goed functioneren.

Aanjagen in plaats van afremmen

Omdat de uitstoot van broeikasgassen nog steeds stijgt, is het ook logisch dat de verandering van het klimaat versnelt, zegt Selten. "Er gebeurt nog altijd te weinig om de klimaatdoelen van Parijs te halen. We zijn de klimaatverandering dus nog steeds aan het aanjagen in plaats van afremmen."

Wel benadrukt hij dat er ook reden is voor optimisme. "We kunnen er nog zo veel aan doen, maar dan moet er wel snel veel gebeuren om de uitstoot echt te laten dalen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl