Nagemaakte Neanderthaler bij een eerdere tentoonstelling in Amsterdam
NOS Nieuws

Neanderthalers werkten verrassend samen bij de jacht op kolossale olifant

Neanderthalers hadden een veel groter talent voor samenwerking dan wetenschappers tot nu toe dachten, blijkt uit een nieuwe studie. Ze joegen zo'n 125.000 jaar geleden al in georganiseerd verband op bosolifanten, de grootste landdieren van de afgelopen 3 miljoen jaar.

Na bestudering van een grote hoeveelheid botresten van bosolifanten concluderen onderzoekers dat de neanderthalers gezamenlijk op jacht gingen om volwassenen bosolifanten te doden. Daarna werkten ze ook samen om de enorme hoeveelheden vlees van het gedode dier te drogen zodat het voor langere tijd bewaard kon worden. Niet alleen was de vroege mens in grotere groepen actief dan eerder gedacht, ook verbleef hij langer op één plek dan tot dusver werd aangenomen. Want het doden, aan stukken snijden en drogen van de duizenden kilo's vlees die zo'n olifant opleverde, moet veel tijd hebben gekost. De studie is gepubliceerd in Science Advances.

Emancipatie

Het is de volgende stap in de 'emancipatie' van de neanderthaler, die zo'n twintig jaar geleden in onze ogen nog een dom, primitief oermens was. Inmiddels weten we dat deze vroege mens het vuur beheerste, grotschilderingen maakte, de doden begroef en dna aan ons door heeft gegeven.

Onderzoekster met reconstructie van een bosolifant

De nieuwe studie, waar ook de Nederlandse archeoloog Wil Roebroeks aan meewerkte, voegt weer nieuwe elementen aan dit moderne beeld toe. De onderzoekers namen 3122 in Duitsland gevonden overblijfselen van bosolifanten onder de loep, variërend van bijna complete skeletten tot losse botresten. Uit eerder onderzoek was al bekend dat die botten voornamelijk afkomstig waren van volwassen mannetjes. De onderzoekers concluderen hieruit dat de neanderthalers niet afwachtten tot de enorme bosolifanten overleden, maar actief in groepen op de dieren jaagden.

Bijna alle olifantskeletten bleken bezaaid met snijsporen, afkomstig van stenen werktuigen. "Die sporen wijzen erop dat ze toegang hadden tot heel verse karkassen, die ze helemaal uitbeenden", vertelt Roebroeks. De dieren kunnen moeilijk een natuurlijke dood zijn gestorven: "Dan zou je juist veel jonge en oude dieren verwachten, want die hebben de grootste sterftekans."

13 ton zwaar

Er moet dus sprake van jacht zijn geweest, concluderen de onderzoekers. Maar een bosolifant vangen, dat doe je niet zomaar even. Roebroeks: "Een volwassen mannetje kon zo'n 13 ton wegen. Dat zijn een stuk of tien personenauto's op een stapel."

Waarom dan niet op een vrouwtje jagen, dat nauwelijks de helft woog? "Die waren nog veel moeilijker te bejagen, want ze leefden in groepen met andere vrouwtjes en beschermden bovendien agressief hun jongen. De volwassen mannetjes leefden vaak deels solitair". De dubbele hoeveelheid vlees was natuurlijk ook niet te versmaden.

Het vangen van zo'n gigantisch dier vergde dus veel samenwerking. En dat was nog maar de eerste stap. "Om zo'n enorme hoeveelheid vlees en vet te verwerken, is een groep van 25 mensen naar schatting al snel een kleine week bezig", aldus Roebroeks.

Ook vet was geliefd

De snijsporen maken duidelijk dat het vet van de dieren bijzonder geliefd was. Het vlees van wilde dieren is namelijk zeer mager, in tegenstelling tot het veel vettere vlees dat wij tegenwoordig eten. "De bosolifanten hadden flink wat vet onderin hun poten, dat als een soort schokdemper werkte. Echt alle voetbotjes bevatten snijsporen."

Om al dat vlees houdbaar te maken, moeten Neanderthalers het hebben gedroogd. Dat kunnen ze hebben gedaan met behulp van blootstelling aan de lucht, maar ook met vuur. "Ze beschikten daar zeker over", weet Roebroeks. "In Europa werd 300.000 tot 400.000 jaar geleden al vuur gebruikt. Daarmee hielden ze soms ook het landschap open, door bomen en andere begroeiing weg te branden. Maar je kunt er natuurlijk ook het vlees mee roken."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl