Exportwaarde Nederlandse muziek weer toegenomen, maar nog niet 'op niveau'
De exportwaarde van Nederlandse muziek was vorig jaar meer dan twee keer zo hoog als in 2021 en 2020, maar ligt nog altijd een stuk lager dan voor corona. Muziekrechtenorganisatie Buma/Stemra meldt dat vorig jaar voor zo'n 171 miljoen euro aan muziek is verkocht.
Het grootste deel van dat bedrag kwam van buitenlandse optredens van Nederlandse artiesten. Daar was vorig jaar zo'n 125 miljoen euro mee gemoeid. Maar ook bijvoorbeeld vergoedingen voor het draaien van Nederlandse muziek in het buitenland zijn onderdeel van de totale exportwaarde. In 2019 bedroeg de exportwaarde nog 214 miljoen euro.
Dat de muzieksector vorig jaar nog niet terug was op dat niveau, heeft volgens Buma Cultuur-directeur Frank Helmink meerdere oorzaken. Zo kunnen artiesten nog niet overal in Azië optreden.
Dance, Vengaboys en de broers Jussen
Dancemuziek van Nederlandse bodem doet het in het buitenland al jaren relatief het beste. Vorig jaar waren Nederlandse danceoptredens goed voor 87 procent van de inkomsten uit optredens in het buitenland. Buma/Stemra noemt "dancehelden" als Martin Garrix, Afrojack, Giorgio Tuinfort, Tiësto en Armin van Buuren als voorbeelden.
Behalve dancemuziek blijven volgens de muziekrechtenorganisatie ook "oudere hits" populair in het buitenland, zoals Boom Boom Boom Boom!! van de Vengaboys. Hetzelfde geldt voor hits als Radar Love van Golden Earring, Little Green Bag van de George Baker Selection en Venus van Shocking Blue.
Verder worden nummers die een paar jaar geleden zijn uitgebracht, zoals Waves van Mr. Probz en Arcade van Duncan Lawrence, internationaal nog veel gedraaid.
De pianistenbroers Lucas en Arthur Jussen zijn volgens Buma/Stemra de populairste Nederlandse artiesten in de categorie populair-klassiek, gevolgd door Herman van Veen en André Rieu.