Ter dood veroordeelde rapper Iran krijgt nieuwe rechter, executie opgeschort
De Koerdische rapper Saman Seydi wordt voorlopig niet geëxecuteerd in Iran. De Hoge Raad in het land heeft zijn hoger beroep tegen zijn terdoodveroordeling geaccepteerd, wat betekent dat een nieuwe rechter naar zijn zaak zal kijken.
De rapper maakt onder de artiestennaam Yasin muziek over ongelijkheid, onderdrukking en werkloosheid. De officiële aanklacht tegen hem luidde dat hij bij recente demonstraties tegen het regime zou hebben geprobeerd Iraanse veiligheidstroepen om te brengen. Ook zou hij een vuilnisbak in brand hebben gestoken en drie keer in de lucht hebben geschoten.
De artiest werd aanvankelijk vastgezet in de Evin-gevangenis, waar dissidenten en critici van het regime worden vastgehouden. Volgens een Koerdische mensenrechtenorganisatie is hij daar gemarteld.
De moeder van 'Yasin' plaatste recent een video op sociale media in een poging haar zoon te redden van de opgelegde doodstraf. "Waar in de wereld nemen ze het leven van een dierbare persoon voor het in brand steken van een vuilnisbak", zei zijn moeder tegen buitenlandse media.
Niet goed onderzocht
De Hoge Raad heeft de zaak tegen Seydi nu terugverwezen naar een andere rechter, maar dat geldt niet voor een andere demonstrant die ter dood is veroordeeld. Die straf blijft staan. De man, Mohammad Qabadloo, is aangeklaagd voor het doden van een politieagent en het verwonden van vijf anderen tijdens protesten.
Al maanden wordt er gedemonstreerd voor meer vrijheden in Iran. De protesten zijn door het hele land en het lukt het regime niet om ze de kop in te drukken. Om de betogers af te schrikken, grijpen de autoriteiten de afgelopen tijd geregeld naar de doodstraf. Amnesty International spreekt van schijnprocessen die bedoeld zijn om deelnemers aan de volksopstand te intimideren.
Twee demonstranten zijn al geëxecuteerd. Tientallen anderen wacht mogelijk hetzelfde lot. Familieleden voelen zich machteloos en spreken van een oneerlijke rechtsgang.
Aanleiding voor de protesten was de dood van de 22-jarige Mahsa Amini op 16 september. De Koerdisch-Iraanse vrouw had op straat haar hoofd niet bedekt, wat volgens de zedenpolitie in strijd is met de streng-islamitische wetgeving in het land. De politie zegt dat ze na haar arrestatie is overleden door een hartaanval. Haar familie en mensenrechtengroepen noemen dat een leugen en zeggen dat de vrouw door politiegeweld om het leven is gekomen.