Het klopt nu in het leven van Nieuwenhuis, die goed én gelukkig is in het veldrijden
Nanko Boelman
redacteur sport
Nanko Boelman
redacteur sport
Er klopte iets niet. Maar het kostte Joris Nieuwenhuis wel even voor hij erachter was wat dat was. Want wat klopt er niet als je gewaardeerd wordt als wegrenner bij DSM en alle grote wedstrijden mag rijden?
Inmiddels is hij eruit. Hij wil meer vrijheid om te ontdekken wat hij echt wil. "Als ik dit zou blijven doen, dan is er geen mogelijkheid om alles wat ik buiten de sport om wil doen te ontdekken", zegt hij. Daarom zette hij een punt achter zijn loopbaan als wegrenner. Op 26-jarige leeftijd.
Maar afscheid van de fiets neemt hij niet. Hij maakt deze winter furore in de discipline die hem misschien wel het beste ligt: veldrijden. Nadat hij de knoop had doorgehakt dit najaar, pakte hij meteen door. Hij regelde een ploeg (Baloise Trek Lions) en zonder noemenswaardige voorbereiding eindigde hij tot nu toe twee keer als vierde (waaronder op de EK) en twee keer als vijfde.
Op de weg ligt het negen van de tien keer aan een ander als je valt. In het veld ligt het vrijwel altijd aan jezelf.
Veldrijden is de grote liefde van de man die bij de beloften wereldkampioen werd in deze discipline. "Een uur lang alles geven en geen wedstrijd die hetzelfde is." Dat spreekt hem aan. Want "je kan elk jaar hetzelfde parcours rijden, maar het kan er totaal anders bijliggen. De natuur bepaalt dat."
Maar niet alleen de wedstrijden bevallen hem. Ook de trainingen. "Ik kan nu ook hardlopen, krachttraining doen en een wegrit met intervallen. In plaats van duurtraining van vijf uur."
Toch hebben de trainingen hem nooit tegengestaan. Hij stapte met liefde op de fiets voor een lange trainingsrit. Het waren juist de wedstrijden waar hij steeds minder zin in begon te krijgen.
"Ik moest dingen doen die tegen mijn natuur in gingen. Zoals duwen en trekken voor een mooi plekje in het peloton." Bij het veldrijden is daar geen sprake van. Het is meer man tegen man.
Ook de kans op valpartijen kan hem gestolen worden. "Op de weg ligt het negen van de tien keer aan een ander als je valt. In het veld ligt het vrijwel altijd aan jezelf", zegt Nieuwenhuis.
Nieuwenhuis is gelukkig. Vooral omdat hij nu zelf bepaalt welke weg hij bewandelt. "Ik ben meer gaan leven en haal er voldoening uit omdat je dingen echt zelf doet", zegt hij. Hij doelt bijvoorbeeld op het feit dat hij besloot te stoppen en vervolgens meteen op zoek ging naar een ploeg.
Voorheen liet hij zich meer leiden door anderen. Die hem, met goede bedoelingen, probeerden te helpen met keuzes maken. Nu bepaalt hij zelf wat hij doet.
En dat past hem. Als hij geen profwielrenner was geworden, had hij iets willen doen met psychologie of filosofie. Nu kan dat wellicht alsnog, hij wil in ieder geval maatschappelijk van betekenis zijn. Al zal de fiets zeker een belangrijke rol in zijn leven blijven spelen, want naast veldrijden wil hij ook mee gaan doen aan gravelraces.
Maar eerst dus het veldritseizoen. Waarin het zo goed gaat, dat hij zijn best zal moeten doen om het onbevangen gevoel waarmee hij het seizoen startte, vast te houden. "Onbewust stel je wel je doelen bij. Maar ik ga echt proberen om het per wedstrijd te bekijken."
Toch weet hij al waar hij wil vlammen. De WK in Hoogerheide, eind februari. "Daar ga ik wel naar toewerken", zegt hij.
En daarna, als het voorjaar aanbreekt en de grote koersen weer beginnen, gaat hij het wegwielrennen dan echt niet missen? "Je leert mensen kennen en maakt vrienden. Het heeft me heel veel gegeven." Maar toch blijft het een nee. "Het is een weloverwogen keuze."