20.000 werknemers weg bij Chinese iPhone-fabriek na arbeidsconflict
Meer dan 20.000 net aangeworven werknemers van de grootste iPhone-fabriek ter wereld hebben het aanbod van hun werkgever geaccepteerd om te vertrekken. Het Taiwanese Foxconn betaalt de vertrekkende nieuwe werknemers van de fabriek in de Chinese stad Zhengzhou een ontslagvergoeding van ongeveer 1400 euro.
Foxconn koopt daarmee de onrust af over geschonden beloftes en slechte werkomstandigheden. Zo klagen de nieuwkomers dat ze werden ondergebracht in slaapzalen waar ook met corona besmette collega's lagen.
De protesten daartegen leidden de afgelopen dagen tot ongekend felle botsingen met de politie:
De protesten bleven doorgaan. In de fabriek werken zo'n 200.000 mensen. Werknemers op die niet aan de protesten meededen, zagen op filmpjes op sociale media hoe collega's in elkaar werden geslagen. Een aantal van hen kwam daarna zelf ook in opstand. Zo sloegen ze camera's op het bedrijfsterrein kapot.
Foxconn besloot daarna om mensen die weg wilden af te kopen. Een deel van hen staat op het punt om te vertrekken, een deel is al weg. Als ze uit Zhengzhou willen vertrekken, moet dat voor de komende nacht. Een deel van Zhengzhou gaat vanwege een corona-uitbraak in lockdown. Het is daardoor heel moeilijk om aan treinkaartjes te komen.
70 procent iPhones
De Foxconn-fabriek in Zhengzhou produceert 70 procent van de iPhones die wereldwijd worden gemaakt. De mogelijkheid bestaat dat iPhone-producent Apple met de feestdagen in aankomst niet aan de vraag kan voldoen.
Volgens een bron van persbureau Reuters kan de productie van de fabriek in november met nog eens 30 procent dalen. Sinds eind vorige maand was die volgens een interne raming ook al 30 procent lager dan verwacht.