Gemeenten kritisch op spreidingswet asielzoekers
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is kritisch over de spreidingwet die moet zorgen voor voldoende opvangplekken voor asielzoekers. De VNG sprak met 64 gemeenten en concludeert dat deze wet niet bijdraagt aan wat een "duurzaam en stabiel opvanglandschap" wordt genoemd.
De provincies en het Veiligheidsberaad delen die zorgen. De VNG wil snel in gesprek met het Rijk. De spreidingswet kwam met veel moeite tot stand, vooral de VVD worstelde ermee.
Met de nieuwe asielwet kunnen gemeenten desnoods gedwongen worden om asielzoekers op te vangen. Eerst krijgen gemeenten een richtcijfer voor het aantal asielzoekers dat ze moeten opvangen. Ze kunnen dan zelf met een opvangplan komen. Als ze dat voor 1 mei presenteren en gedurende vijf jaar meer dan 100 opvangplekken bieden, kunnen ze een bonus krijgen. Als gemeenten op 1 mei nog geen plan hebben en er te weinig plek is in die provincie, kan de staatssecretaris gemeenten dwingen.
Veel ruimte voor onduidelijkheid
De wet laat veel ruimte voor onduidelijkheid, omdat "cruciale punten uit het wetsvoorstel nader moeten worden ingevuld", schrijft de VNG aan staatssecretaris Van der Burg. Gemeenten worstelen met name met de vraag hoeveel asielzoekers ze straks precies moeten opvangen.
Dat wordt vastgelegd in regelingen die er nu nog niet zijn. Daardoor is het nog onduidelijk hoeveel opvangplekken gemeenten straks minimaal moeten hebben en of ze kleinschalige opvang kunnen gaan aanbieden. Ook is nog niet bekend hoe hun "opgave" wordt berekend, zegt de VNG.
Met name het "getrapte proces", waarbij gemeenten een richtcijfer krijgen voor de opvang van asielzoekers, maar onderling nog in regionaal verband kunnen ruilen, zorgt voor onduidelijkheid. Provincies kunnen het richtcijfer ook nog bijstellen. Het maakt dat gemeenten tot laat in het proces geen zekerheid hebben of ze voldoen aan hun opgave, zegt de VNG. Ook is onvoldoende duidelijk wat de rolverdeling wordt tussen het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de gemeenten, zegt de VNG.
'Perverse financiële prikkels'
Verder kan de manier waarop asielzoekers worden verdeeld en de beloning die gemeenten ervoor krijgen, leiden tot een "perverse prikkel", zegt de VNG. Volgens de nieuwe wet krijgen gemeenten die meer doen dan hun is opgedragen een financiële bonus die varieert van 1500 tot 2500 euro, afhankelijk van het aantal plekken en de termijn waarbinnen gemeenten die aanbieden. Gemeenten verwachten dat de bonus weinig uit gaat halen, omdat de uitdaging vooral ligt bij het vinden van voldoende personeel en beschikbare locaties.
Ook krijgen gemeenten te weinig tijd om de opvang op orde te krijgen, zegt de VNG. De termijnen in de wet zijn te krap, wat de wet lastig uitvoerbaar zou maken. Daarnaast is het nu nog te onduidelijk hoe de nieuwe opvangplekken moeten worden gefinancierd en door wie: het Rijk, de provincie of de gemeenten.
Adviesraad Migratie: meer tijd nodig
De Adviesraad Migratie, die het Rijk adviseert, wijst erop dat de spreidingswet spoedwetgeving op hoofdlijnen is. De raad is positief over de verplichting die gemeenten krijgen om opvangvoorzieningen beschikbaar te stellen, maar vindt dat de kosten van de opvang beter vergoed moeten worden - de werkelijke kosten in plaats van een richtbedrag per persoon - en dat uitvoeringsorganisaties als het COA en de IND op een stabielere manier moeten worden gefinancierd.
Tot nu toe is hun budget gekoppeld aan de verwachtte asielinstroom per jaar en die kan nogal verschillen van jaar tot jaar. Daarnaast vindt de raad dat gemeenten meer tijd moeten krijgen om de opvangplekken te realiseren.
Binnenkort wordt de consultatie afgerond waarin inwoners en betrokkenen hun mening over de wet mogen geven. Daarna stemmen de Tweede en Eerste Kamer erover. Staatssecretaris Van der Burg wil de wet op 1 januari laten ingaan.