Loonkloof tussen mannen en vrouwen alleen kleiner bij overheid
De loonkloof tussen mannen en vrouwen in het bedrijfsleven is de afgelopen jaren niet kleiner geworden, blijkt uit onderzoek door het CBS. Bij de werknemers in dienst van de overheid nam het loonverschil wel iets af.
Het CBS brengt elke twee jaar in kaart hoe het ervoor staat met de loonkloof in het land. In het nieuwste onderzoek zijn de cijfers uit 2018 en 2020 met elkaar vergeleken. Daaruit blijkt nu dat vrouwen in dienst van de overheid in salaris wat dichter bij hun mannelijke collega's in de buurt zijn gekomen. Toch ligt hun gemiddelde uurloon nog altijd lager. Vrouwen verdienen nog altijd 2 euro per uur minder dan mannen, wat gelijkstaat aan zo'n 6 procent. Twee jaar geleden was dat nog 8 procent.
Voor wat betreft het loonverschil in het bedrijfsleven is er in dezelfde periode weinig veranderd. Vrouwen verdienen daar 19 procent minder dan mannen. Corrigeer je dat cijfer naar vergelijkbare leeftijd, ervaring en opleidingsniveau dan gaat het om een loonverschil van 6 procent.
Bij het gecorrigeerd loonverschil (afbeelding 1) worden uurlonen vergeleken tussen mannen en vrouwen met vergelijkbare achtergrond in leeftijd, ervaring en onderwijsniveau.
Uit de inventarisatie blijkt verder dat dezelfde trend ook onder leidinggevenden is te zien. Bij de overheid is er weliswaar inmiddels geen loonverschil meer tussen mannen en vrouwen in leidinggevende posities, maar in het bedrijfsleven is dat verschil er wel, en neemt het maar langzaam af. In 2008 bedroeg het verschil 7 euro en in 2020 was dit gedaald tot 6 euro, een loonverschil van bijna 20 procent.
Daarbij hebben hebben mannen vaker een leidinggevende functie dan vrouwen. In het bedrijfsleven werd in 2020 1 op de 3 leidinggevende functies bekleed door een vrouw. Bij de overheid ligt dit aandeel, met 2 op de 5, iets hoger.
Verschillende contracten
Het CBS heeft in het tweejaarlijkse onderzoek voor het eerst onderscheid gemaakt tussen contractsoorten. Daaruit blijkt dat het loonverschil tussen mannen en vrouwen met een contract voor onbepaalde tijd groter is dan wanneer ze een tijdelijk contract zouden hebben. Dat geldt voor zowel het bedrijfsleven als de overheid.