Cats: 'Voetbalsters niet sparen voor Spelen, sterkste ploeg moet naar Parijs'
André Cats, directeur Topsport van nationale sportkoepel NOC*NSF, herkent én erkent het probleem van de overvolle kalender in het internationale vrouwenvoetbal. Toch is hij het niet eens met bondscoach Andries Jonker, die eerder deze week voorstelde om zijn beste speelsters om die reden te sparen voor de Olympische Spelen van 2024 in Parijs.
"Als een sportploeg Nederland vertegenwoordigt op de Spelen, moet die van het allerhoogste niveau zijn dat je te bieden hebt", meent Cats.
Bij het olympisch voetbaltoernooi voor mannen is de leeftijdsgrens bepaald op 23 jaar. Ieder land is gerechtigd drie dispensatiespelers aan te wijzen. Een dergelijke regeling bij het vrouwenvoetbal vindt Cats onwenselijk. "Ik zie niets in een leeftijdsgrens. Dat past niet bij de olympische status van het vrouwenvoetbal."
Dilemma
Het alsmaar groeiende aantal internationale titeltoernooien dat schuurt met de toenemende belangen van teams in Europees clubverband, is geen probleem van het vrouwenvoetbal alleen, benadrukt voormalig zwemcoach Cats.
"Je ziet hetzelfde dilemma in teamsporten als handbal en volleybal. In die laatste sport is de mentale en fysieke druk bij topspeelsters zelfs al zo groot, dat ze bedanken voor hun nationale teams. Terwijl ze nog wel op topniveau bij hun club spelen. Daar zit exact dezelfde problematiek achter als in het vrouwenvoetbal."
Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) is zich volgens Cats steeds meer bewust van overlap van (inter)nationale clubcompetities en landentoernooien. Namens NOC*NSF nam hij afgelopen weekeinde deel aan een seminar van het ANOC, het overkoepelende orgaan van nationale olympische comités.
"Daar was het dilemma van de overvolle sportkalenders bij met name teamsporten een belangrijk gespreksonderwerp. Dat het welzijn van sporters ook in die geledingen inmiddels centraal staat, is een feit."
Prominent
In Cats' optiek neemt het vrouwenvoetbal een te prominente plek in op de Olympische Spelen om het af te doen als minder belangrijk dan een wereld- of Europees kampioenschap, zoals Jonker het stelde.
"De Spelen zijn in het mannenvoetbal geen issue en die kant gaat het bij de vrouwen ook op", zei de Nederlandse bondscoach. "EK's en WK's hebben de hoogste prioriteit. Voor topspeelsters is het olympisch jaar een periode van bijtanken."
Volgens Cats gaat de oefenmeester daarmee voorbij aan de status van het vrouwenvoetbal op de Zomerspelen. "Niet geheel toevallig staat vrouwenvoetbal sinds Atlanta 1996 op de olympische kalender. De sport heeft in Amerika een enorme status. Over twee jaar in Parijs, maar zeker ook tijdens de Spelen van 2028 in Los Angeles, zal het vrouwenvoetbal net zo goed op een hoog podium staan."
Benoemen probleem
"Ik zie de woorden van Andries Jonker vooral als het benoemen van een probleem en niet direct als een statement dat hij met zijn ploeg niet voor deelneming aan de Olympische Spelen gaat", vervolgt Cats.
"De oplossing zit in het zo goed mogelijk afstemmen van de verschillende belangen op de kalender. Al moet je daarbij wel beseffen dat je nooit tot het ideale plaatje zult komen. Voorlopig zie ik dat het vooral aan die afstemming schort. Zolang dat het geval is, blijven die knelpunten bestaan."
Opstelling
Aan de vraag hoe groot hij de kans acht dat de Nederlandse voetbalvrouwen over minder dan twee jaar op de Olympische Spelen van Parijs in de sterkst mogelijke opstelling aantreden, wenst Cats zijn vingers niet te branden.
"Laat Oranje zich eerst maar eens kwalificeren. Dat is al uitdaging genoeg."