Israël meldt 'historisch akkoord' met Libanon over zeegrens
Libanon en Israël hebben een akkoord bereikt over de zeegrens tussen de twee landen, meldt de Israëlische premier Lapid. Hij spreekt van een "historische deal". Ook vanuit Libanon klinken positieve geluiden, al is er nog wel een aantal hobbels te nemen voor de overeenkomst tussen de twee gezworen vijanden groen licht krijgt.
De economische belangen zijn in potentie groot: voor de kust liggen aardgasvelden die beide landen willen exploiteren, al is niet duidelijk om hoeveel gas het precies gaat. Maar tot op vandaag is er onenigheid over de locatie van de grens in de Middellandse Zee, en dus over de vraag welk gasveld van wie is.
Al sinds de oprichting van de staat Israël in 1948 zijn de twee landen namelijk met elkaar in oorlog, en vochten ze meerdere hevige conflicten uit. Tot 2000 bezette Israël een deel van Zuid-Libanon en in 2006 was er nog een oorlog die een maand duurde. Ook sindsdien is het zo nu en dan onrustig aan de grens.
Hoge gasprijs
Met deze overeenkomst is die staat van oorlog nog niet beëindigd. En ook de betwiste landgrens is in de onderhandelingen buiten beschouwing gelaten. Toch zou een akkoord in de kwestie een voorzichtige stap in de goede richting kunnen zijn in de gespannen relatie tussen de buurlanden.
Daarin is het conflict over de zeegrens een van de vele pijnpunten. In een gebied van ongeveer 860 vierkante kilometer claimt zowel Israël als Libanon het recht om naar gas te boren. De oplopende gasprijs maakte het de afgelopen maanden extra interessant om tot een overeenkomst te komen, en Israël sloot al een deal met de Europese Unie om gas te gaan leveren.
Onderhandelaars van beide kanten benadrukten vandaag dan ook de voordelen die een deal voor hun land zou betekenen. Volgens het akkoord, waarvan de tekst nog niet openbaar is, mag Libanon het noordelijke Qana-veld exploiteren, en krijgt Israël de rechten op het zuidelijker gelegen Karish-veld. De afgelopen week begon Israël al met voorbereidende werkzaamheden om het gas in dat veld omhoog te krijgen.
Omdat Israël en Libanon geen betrekkingen met elkaar hebben, speelden de Verenigde Staten de rol van bemiddelaar. Al sinds de regering van oud-president Obama werd gezocht naar een deal, die nu uiteindelijk lijkt te zijn gevonden.
De afgelopen jaren haalde Israël onder Amerikaanse bemiddeling al de banden aan met Arabische landen waar het eerst geen betrekkingen mee had, zoals de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein. Dit akkoord met Libanon gaat beduidend minder ver dan die zogeheten Abraham-akkoorden, maar toch spreekt premier Lapid van een ongekende overeenkomst.
Maar niet iedereen in Israël is er zo enthousiast over. Zo noemt oppositieleider Netanyahu de deal een schandaal dat de Israëlische belangen in de uitverkoop doet. Volgens hem heeft Lapid niet de bevoegdheid een overeenkomst te ondertekenen.
Over drie weken staan namelijk Israëlische parlementsverkiezingen gepland, en de regering heeft op het ogenblik geen meerderheid in het parlement. Er is daarom al bezwaar aangetekend bij het Israëlische hooggerechtshof, dat zich waarschijnlijk over de zaak zal gaan buigen. Of en wanneer het dus tot een definitief akkoord komt, valt nog te bezien.