Kans op ALS voor rugbyprofs vijftien keer zo groot, ex-rugbyer Visser geschokt
"Je hoeft geen professor te zijn om te weten dat professioneel rugby niet goed voor je is. Maar deze cijfers zijn wel schokkend."
Dat zegt rugbyer Tim Visser over een onderzoek van de Universiteit van Glasgow, waaruit blijkt dat rugbyers veel meer risico lopen om zenuw- en spierziektes te krijgen dan mensen die de sport niet beoefenen.
Uit de studie, die dinsdag is gepubliceerd, blijkt de kans op dementie bij rugbyprofs twee keer zo groot, het risico op een spierziekte als ALS is zelfs ongeveer vijftien keer zo groot.
Erger dan verwacht
Van voetballers en American Football-spelers was al bekend dat ze een grotere kans hebben op zogeheten neurodegeneratieve ziekten. Daarom gingen de onderzoekers ervan uit dat dit ook bij rugbyers het geval zou zijn. Die veronderstelling bleek te kloppen; het is zelfs nog erger dan werd aangenomen.
"Ik schrik vooral van de ziektes die je door de sport kan oplopen", zegt Visser op NPO Radio 1 in Langs de Lijn En Omstreken. Onder neurodegeneratieve ziekten vallen bijvoorbeeld Alzheimer, Parkinson en de dodelijke zenuw-/spierziekte ALS.
Rugby heeft het imago van een harde sport. Volgens Visser, de beste Nederlandse rugbyer ooit die jarenlang als prof speelde in Engeland en Schotland, is de hardheid de laatste decennia alleen maar toegenomen.
Klap na klap
"De sport heeft zich de afgelopen twintig jaar niet goed ontwikkeld. Ik mis de flair. Het is nu elke wedstrijd tachtig minuten lang klap na klap", zegt de 35-jarige Visser, die inmiddels gestopt is.
Hij is geschrokken van het rapport, al is hij niet verbaasd dat de sport schadelijk kan zijn. Hij ziet om zich heen wel degelijk dat spelers last hebben na een lange loopbaan als prof: "Er zijn oud-spelers van 40 die de namen van hun kinderen niet meer weten."
Vissers Schotse vriend en oud-teamgenoot David Denton moest op 29-jarige leeftijd stoppen met rugby, nadat hij bijna elf maanden had gekampt met de gevolgen van een hersenschudding.
Twaalf keer buiten westen
Ook Visser moest de klappen op zijn hoofd dikwijls bekopen met schade. "Ik ben in mijn carrière zeker twaalf keer buiten westen geweest", zegt hij. Wel voegt hij eraan toe dat de rugbybond werkt met protocollen en steeds meer doet om op de juiste manier met hoofdletsel om te gaan.
Zelf is hij redelijk ongeschonden uit de sport gekomen, lijkt het. "Mijn knieën zien eruit als die van iemand van zestig, maar verder lijkt het mee te vallen". Volgens Visser komt dat door zijn positie op het veld. Als buitenspeler maak je geen deel uit van de 'scrum'.
Bij rugbyers begint steeds meer het besef te komen dat ze worden blootgesteld aan gevaren. In navolging van de American Footballers zijn meerdere rugbyers een juridische procedure gestart tegen verschillende rugbybonden.
Ze doen dat om compensatie te krijgen voor het feit dat ze bijvoorbeeld al op jonge leeftijd dement zijn geworden, maar ook in de hoop de hoeveelheid hoofdletsel in de toekomst te beperken. Ze zijn van mening dat de bonden meer hadden kunnen doen om letsel te voorkomen.
Visser juicht dit toe. "In de NFL zijn spelers al gecompenseerd. Maar in het rugby lopen we twintig, dertig jaar achter." Rugby is pas laat een professionele sport geworden, veel later dan American Football. "De eerste rugbyprofs zijn nu rond de 50", zegt Visser.
Verder onderzoek
Aan het onderzoek van de universiteit deden 412 mannelijke voormalige rugbyprofs uit Schotland mee en 1.236 mensen die geen rugby hebben gespeeld. Welke link er is tussen de sport en zenuw- en spierziektes, meldt het onderzoek niet. Dat moet nog verder uitgezocht worden.