Japan rouwt om worstelheld en politicus Inoki, die Ali gek maakte in de ring
Hij showworstelde in Noord-Korea, dronk sake met Fidel Castro en hielp 41 'gegijzelde' Japanners bevrijden uit het Irak van Saddam Hoessein. Maar Antonio Inoki, de man met de rode sjaal en de kin van een stripfiguur, werd wereldberoemd na een mixedmartialartsgevecht van vijftien ronden tegen Muhammad Ali.
De voormalig professioneel worstelaar uit Japan overleed zaterdag op 79-jarige leeftijd.
Hall of Fame
Japanners waren zo dol op hun nationale worstelheld, dat ze zich gewillig met de vlakke hand in het gezicht lieten meppen. Geen grotere eer dan braaf in een lange rij staan wachten op een pets op de wang. De kans dat het ingehuurde figuranten waren, is groot. Zoals zo veel in het leven van Inoki show was.
Zijn naam was onderdeel van de act. In Yokohama geboren als Kanji Inoki en deels opgegroeid in Brazilië, nam hij 'Antonio' als worstelnaam. Inoki knokte zich tussen de grootste showworstelaars ter aarde en kreeg in 2010 een plekje in de WWE Hall of Fame.
Inoki's nalatenschap reikt verder dan het worstelen. Hij stapte in 1976 tweemaal de ring in met de Nederlandse 'Tarzan van de tatami', de tweevoudig olympisch judokampioen Wim Ruska.
Knokpartij met Ali
Datzelfde jaar ging Inoki de planeet over door een krankzinnige knokpartij met Muhammad Ali. Een gevecht dat best een verre voorganger genoemd kan worden van het huidige mixedmartialarts.
Vrijwel alle vijftien ronden lag Inoki op zijn rug in de boksring, wachtend tot Ali dichterbij zou komen. Staand hield de Japanner het bij wilde trappen tegen het linkerbeen van de toen al meervoudig wereldkampioen in het zwaargewicht. Een absurd tafereel van ruim een uur lang, waarin de machteloze Ali met een opgezwollen knie steeds manker ging lopen.
In ronde zes leek het even mis te gaan, toen Inoki bovenop 'The Greatest' ging liggen. Maar de scheidsrechter wurmde zich ertussen. De demonstratiepartij eindigde onbeslist.
Inoki's leven buiten de ring was minstens zo opmerkelijk. De politici in het Japanse Hogerhuis moeten in 1989 gek opgekeken hebben toen daar de 1.91 meter lange en 102 kilo zware Inoki met rode sjaal en rode stropdas plaatsnam.
Een jaar later startte de politicus Inoki een eigenzinnige vorm van diplomatie. Hij ontmoette Fidel Castro op Cuba. De foto's van hen samen, sake drinkend, kregen een fraai plekje in zijn kantoor.
Inoki trok kort daarop naar Irak, waar hij enkele maanden voor het uitbreken van de Golfoorlog de crisis probeerde te bezweren door het organiseren van een 'vredesfestival', met professionele worstelaars, karate-experts en rockmuzikanten.
Met hem op het vliegtuig stapten zo'n honderd familieleden van Japanse burgers die op dat moment door de regering van Saddam Hoessein vast werden gehouden in Irak. In de hoop herenigd te worden met hun familie. De 41 'gegijzelden' reisden mee terug naar Japan, een diplomatiek succes.
'Japanse Dennis Rodman'
Maar Inoki's imago liep in zijn thuisland een flinke deuk op toen hij halverwege de jaren negentig na een showworstelgevecht in Noord-Korea regelmatig terugkeerde naar het voor velen afgesloten land.
Na zijn 32ste bezoek - Inoki zou een dierentuin hebben bezocht en met regeringsfunctionarissen het nucleaire programma van Noord-Korea hebben besproken - doopte de New York Times hem in 2017 om tot de 'Japanse Dennis Rodman', de extravagante basketballer die over de vloer kwam bij Kim Jong-un.
Critici in Japan zeggen dat de Noord-Koreanen Inoki gebruikten als propaganda-instrument. Zelf noemde de Japanner zijn manier van werken liever "een manier om vrede te krijgen door sportdiplomatie."
"De VN, Trump en Japan zeggen allemaal dat we meer druk moeten uitoefenen, maar eerst moeten we naar ze luisteren", zei Inoki in 2017 over de precaire situatie rond nucleaire tests.
"Japan moet, als enige land dat in de Tweede Wereldoorlog is gebombardeerd met atoombommen, actief pleiten voor het vermijden van een atoomoorlog." Maar wereldleiders luisterden destijds misschien allang niet meer naar de showworstelende diplomaat.