NOS Nieuws

'Gekke inhaalslag' meisjes: vaker gedragsproblemen, meer drugs- en alcoholgebruik

Slaapproblemen, nervositeit, een angstig gevoel, rusteloosheid: jongeren tussen de 11 en 16 jaar kampten de afgelopen vier jaar (veel) vaker dan voorheen met dit soort klachten. Vooral meisjes hebben tussen 2017 en 2021 mentale problemen ontwikkeld, concluderen onderzoekers in een rapport over de gezondheid en het welzijn van Nederlandse scholieren.

Volgens Marloes Kleinjan, hoogleraar Youth Mental Health Promotion aan de Universiteit Utrecht en programmahoofd Jeugd bij het Trimbos Instituut, kunnen daar meerdere verklaringen voor zijn. Maar allereerst wil ze kwijt dat meisjes op het gebied van mentale gezondheid in het algemeen altijd slechter scoren dan jongens. "Zij hebben relatief vaker last van gevoelens van angst en depressieve gevoelens, prestatiedruk en schoolstress."

Meer behoefte aan sociaal contact

De coronacrisis heeft die klachten versterkt - bij alle scholieren, maar dus vooral bij meisjes. "Jongeren geven aan dat ze in coronatijd last hebben gehad van het gebrek aan contact en verbinding", weet Kleinjan. "En meisjes hebben daar doorgaans meer behoefte aan dan jongens: zij staan meer in verbinding met bijvoorbeeld hun vriendinnen. Door de coronamaatregelen hebben ze die sociale steun lange tijd moeten missen."

Ook gevoelens van onzekerheid spelen mee, zegt Kleinjan, waar meisjes vaker last van hebben dan jongens. "Dat vertaalt zich bij hen in prestatiedruk en schoolstress." Door corona zijn deze klachten toegenomen, doordat veel scholieren lessen hebben gemist en de online lessen minder goed konden volgen.

Kleinjan, die zelf ook onderzoek doet naar het welbevinden van jongeren, noemt nog een onderdeel waarop meisjes de afgelopen vier jaar 'hoger' scoorden dan voorheen: alcohol- en drugsgebruik, gedragsproblemen en hyperactiviteit.

"Eerder zagen we dit soort problematiek in het algemeen vaker bij jongens dan bij meisjes", zegt ze. Maar dat beeld is een beetje aan het kantelen, laat het onderzoek zien.

Recalcitranter dan vóór corona

Zo rapporteerde in het voortgezet onderwijs 42 procent van de meisjes en 32 procent van de jongens vorig jaar symptomen van hyperactiviteit en aandachtsproblemen. Wat betreft het gebruik van alcohol en drugs was er geen verschil meer tussen jongens en meisjes.

"Meisjes maken een soort gekke inhaalslag", concludeert Kleinjan, die zich haast te zeggen dat dat woord eigenlijk te positief klinkt. Waar de 'inhaalslag' vandaan komt, is volgens haar moeilijk te zeggen. Mogelijk speelt ook hier de nasleep van de coronacrisis een rol.

"We horen van leerkrachten dat het gedrag van scholieren echt is veranderd. Ze lijken recalcitranter en vinden het moeilijker om zich aan te passen in een groep." Dat geldt overigens zowel voor jongens als meisjes.

Prestatiedruk

De vraag is in hoeverre de mentale gezondheid van scholieren, nu de coronacrisis (grotendeels) voorbij is, weer zal verbeteren. Volgens de onderzoekers heeft corona slechts een ontwikkeling versterkt die al langer bezig was: die van de toenemende prestatiedruk op school.

"Die prestatiedruk komt overal terug", zegt de Utrechtse hoogleraar Kleinjan. "Scholen worden afgerekend op bijvoorbeeld hun slagingspercentage. Dat werkt door op ouders, die het beste willen voor hun kind. Dus als je die prestatiedruk wil aanpakken, moet je als maatschappij een breed debat voeren: wat vinden we belangrijk? Cognitief excelleren of goed in ons vel zitten?"

Voor scholieren die als gevolg van de druk met mentale problemen kampen, is het belangrijk om daarover te blijven praten, zegt Kleinjan. "Juist als je het gevoel hebt dat je ouders bijdragen aan de druk, is het van belang dat ze dat weten." Voor een 14-jarige scholier is het natuurlijk moeilijk om dat gesprek aan te gaan, maar, aldus Kleinjan: "Ouders staan vaak meer open voor een gesprek hierover dan jongeren misschien denken."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl