Psychologen moeten Belgische scholieren mentaal fit houden
Bij Nederlandse jongeren heeft de coronacrisis er flink ingehakt, werd dit voorjaar bevestigd door onderzoek. Bij Belgische leeftijdsgenoten is het niet anders. Daar gaan nu in het onderwijs psychologen ingezet worden om jongeren geestelijk fit te houden. Psychologen moeten problemen vroegtijdig signaleren.
De Belgische minister Frank Vandenbroucke (Volksgezondheid) wil kinderen en jongeren die het risico lopen om psychische problemen te ontwikkelen "veel sneller op de radar krijgen, steunen én dus helpen. Precies om erger te voorkomen." Voor zijn plannen trekt hij jaarlijks tientallen miljoenen uit.
"Er is vorig jaar een akkoord gesloten met alle betrokkenen in de geestelijke gezondheidszorg", verduidelijkt de Vlaamse journalist Hilde Mertens van de VRT. "Ernstige psychische problemen nemen hier jaar na jaar toe. Doel van dit plan is op termijn de wachtlijsten weg te werken. Door korter op de bal te spelen, sneller te detecteren als er iets mis is. Idee is: als mensen de zorg niet bereiken, gaan we zelf naar hen toe."
Elke school een psycholoog?
'Binnenkort meer psychologen op school' en 'Psychologen gaan therapie geven op school' koppen Belgische media dan ook. Maar Vandenbroucke haast zich om het beeld te nuanceren dat Belgische scholen straks worden overlopen door psychologen. "Het is niet de bedoeling om in elke school de facto een psycholoog voltijds aan het werk te zetten", benadrukt de minister in zijn persbericht.
Maar het is wel de bedoeling dat er groepssessies worden georganiseerd op scholen, waarbij psychologen en orthopedagogen scholieren ondersteuning bieden. Vandenbroucke hoopt ermee te bereiken dat leerlingen zich "goed in hun vel voelen". Ook moeten leerlingen individueel psychische hulp kunnen krijgen via school.
"De geestelijke gezondheidszorg is een speerpunt voor de minister", verduidelijkt Mertens. "Niet eerder investeerde een minister zoveel geld om wat te doen aan de geestelijke gezondheidszorg. De scholen willen dat de hulp gratis is. Ik denk dat dat in grote mate lukt, maar niet helemaal."
Mertens zegt dat de plannen goed zijn ontvangen, maar er worden ook kanttekeningen geplaatst. "Zijn er wel voldoende psychologen? Ook kampen psychologen met een moreel dilemma. Er zijn enorme wachtlijsten met mensen die zware psychische problemen hebben. Moeten psychologen dan kiezen voor jongeren die preventieve hulp nodig hebben? In het regeerakkoord is ook een plan geformuleerd om de zware problematiek aan te pakken, maar dat is nog niet concreet."
In Nederland is de beweging juist: minder een-op-een op een kamertje zitten.
In Nederland bestaat het fenomeen schoolpsycholoog al meer dan tien jaar, maar lang niet elke school heeft er een, zegt schoolpsycholoog Hanneke Visser, die ook betrokken is bij de post-masteropleiding tot schoolpsycholoog. Scholen voor speciaal onderwijs en vmbo' s hebben meestal een schoolpsycholoog of orthopedagoog, maar veel havo-vwo-scholen en mbo-instellingen niet.
Op sommige scholen zou een vaste psycholoog goed zijn, maar Visser vindt zeker niet dat elke school er per se een moet krijgen. De nuancering van de Belgische minister Vandenbroucke dat niet elke school straks een voltijdspsycholoog krijgt, vindt ze verstandig. "Het moet geen standaardoplossing zijn. Niet elke school heeft er een nodig, en niet alle typen problemen lenen zich voor een een-op-een psychologische behandeling."
"In Nederland is de beweging: minder een-op-een op een kamertje zitten, maar als school samen met een schoolpsycholoog kijken wat nodig is. Dat kan ook een les zijn over omgaan met tegenslagen. Je moet opletten dat een school een school blijft, waar je leerling kunt zijn. Sommige problematiek kun je beter buiten school behandelen, anders moet je daar als leerling ook nog op school over nadenken. Zit elke leerling er bijvoorbeeld op te wachten om een problematische gezinssituatie na Engelse les nog op school te bespreken? Dat is niet voor iedereen fijn."
Visser hamert erop dat ieder schoolbestuur samenwerkt met (school)psychologen, als in de Belgische plannen. Het liefst ziet ze dat elk bestuur ten minste één lid heeft met een psychologische achtergrond. "Maar je moet je school nooit te snel openzetten en maar beginnen met behandelen, dan loop je het gevaar dat je geen school meer bent maar een therapeutische instelling."
Ook in België is men zich daarvan bewust, zegt Mertens van de VRT. "Scholen zijn blij met de maatregelen, maar ze willen wel school blijven. Ze willen ook niet dat psychische ondersteuning van de lestijd afgaat."