Massaclaim 'kansrijk' voor medewerkers op Schiphol: 'Ze wisten dat ze fout waren'
Vakbond FNV gaat onderzoeken of het mogelijk is een collectieve gang naar de rechter te maken namens de bagage- en vrachtmedewerkers op Schiphol. Dit volgt op onderzoek door de NOS en Nieuwsuur, waaruit blijkt dat verschillende medewerkers met lichamelijke problemen kampen na het jarenlang uitvoeren van fysiek te zwaar sjouwwerk.
FNV-voorman Joost van Doesburg start een online meldpunt en roept (oud-)medewerkers op de luchthaven op om lichamelijke problemen te melden, zo meldt ANP. Arbeidsjurist en advocaat Max Keulaerds, die ervaring heeft met collectieve acties in het bedrijfsleven, zegt dat hij verwacht dat de Schiphol-kwestie "kansrijk" zal zijn.
Been breken makkelijker aantoonbaar
Normaal gesproken is het voor een werknemer ingewikkeld om de werkgever aansprakelijk te stellen voor een zogeheten beroepsziekte, een aandoening die is veroorzaakt door zwaar, of risicovol werk. "Dat soort rechtszaken komen heel weinig voor", zegt Allard van der Beek, hoogleraar Arbeid en Gezondheid bij Amsterdam UMC.
"Als een bouwvakker van een steiger valt en zijn been breekt is het makkelijk aan te tonen: dat is op het werk gebeurd. Maar in het geval van slijtage die langzaam optreedt, is het veel ingewikkelder. Dan zegt de werkgever dat jouw rugklachten niet door het werk komen, maar ook kunnen zijn ontstaan omdat je rookt of overgewicht hebt. Of door ouderdom, óf omdat je tennist in het weekend."
Maar volgens Keulaerds geeft het onderzoek een nieuw inzicht. "Deze zaak ziet er echt wel anders uit. In de eerste plaats gaat het om een heel groot aantal werknemers. Ik kan me niet voorstellen dat de werkgevers zeggen: er zijn hier honderd mensen met klachten, en dat komt allemaal omdat ze in het weekend tuinieren. Dat werkt niet."
Bovendien lijkt het volgens Keulaerds "vrij duidelijk" dat de werkgevers niet voldaan hebben aan hun zorgplicht. Uit het onderzoek van de NOS en Nieuwsuur blijkt namelijk dat in hun eigen risico-inventarisaties staat dat de bedrijven niet aan tilnormen voldeden, tilhulpmachines stuk waren of onvoldoende werden gebruikt. Keulaerds: "Ze wisten dat ze fout zaten. Dat maakt deze zaak echt anders dan veel andere zaken waarin advocaten of werknemers denken dat het lastig is om de zaak te winnen."
Keulaerds zegt dat vakbond FNV een collectieve actie zou kunnen starten, of dat men een stichting kan oprichten. "Dat wordt vaak gedaan bij massaclaims. FNV procedeert dan namens de werknemers, of je spreekt af dat de claim wordt overgedragen aan een stichting die de procedure start."
We spraken onder anderen met Marcel, een gefingeerde naam. Hij werkte 13 jaar op de cargoafdeling, en raakte op z'n 46e arbeidsongeschikt. Hij spreekt anoniem met ons, omdat hij zich schaamt voor zijn situatie:
Allard van der Beek zegt dat Nederland, in tegenstelling tot bijvoorbeeld België en Duitsland, helemaal geen systeem heeft van financiële tegemoetkomingen bij beroepsziekten. Mensen die arbeidsongeschikt raken krijgen wel een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Werkgevers betalen de eerste twee jaar het loon door en hun premie gaat omhoog zodra een werknemer na arbeidsongeschiktheid uitvalt.
"Maar dat is niet gekoppeld aan de beroepsziekte", zegt Van der Beek. "Dus als een werknemer vertrekt vanwege een zieke die niets met het werk te maken heeft, levert dat dezelfde malus op als wanneer een werknemer zich twintig jaar kapot heeft gewerkt, daardoor rugproblemen krijgt en uiteindelijk uitvalt." Kennelijk is de prikkel niet hoog genoeg om beroepsziekten te willen voorkomen, zegt Van der Beek. "Het is kortetermijndenken."
Zo werkt het in België en Duitsland
In België en Duitsland bepalen artsen in dienst van de overheid of er sprake is van een beroepsziekte. Als het aannemelijk is dat een aandoening door het werk zou kunnen zijn ontstaan gaat men er doorgaans van uit dat er sprake is van een beroepsziekte, De werknemer krijgt dan een vergoeding uit een fonds dat wordt gefinancierd door werkgevers. Hieraan is ook een systeem gekoppeld waarin overheid en bedrijfsartsen werken aan het voorkomen van beroepsziekten.