Onderzoeker 'flatmoord' Rosmalen: 'Hoop dat naam veroordeelde in ere wordt hersteld'
Vanmiddag beslist het gerechtshof in Arnhem of bij de Rosmalense 'flatmoord' sprake was van een rechterlijke dwaling. De verwachting is dat dat inderdaad het geval was. Twee onderzoekers en een advocaat blikken vooruit.
In die zaak werd de inmiddels 64-jarige Rob B. veroordeeld tot tbs met dwangverpleging voor de moord op zijn vriendin in 2000. Zowel B. als zijn vriendin kampte in 2000 met psychische problemen.
In 2015 concludeerden onderzoekers van het project Gerede Twijfel bij de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam dat niet moord maar zelfdoding het meest waarschijnlijke scenario was. De Hoge Raad liet de zaak opnieuw onderzoeken, waarna het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) concludeerde dat de vrouw zeer waarschijnlijk zichzelf om het leven heeft gebracht. Vorige maand vroeg het OM om vrijspraak.
Patroon van bloedspetters
"Er vielen eigenlijk direct dingen op, zoals deskundigen die niet helemaal onafhankelijk van elkaar leken", zegt Karlijn Cox, een van de voormalig onderzoekers aan de VU. "Het leek tunnelvisie, gericht op alles plaatsen in het scenario dat Rob schuldig was aan de moord op zijn vriendin." Zo werd B. anderhalf uur na de vondst van het lichaam al aangehouden. "Op het bewijs dat er destijds lag, had hij eigenlijk nooit veroordeeld mogen worden."
Twee elementen speelden een belangrijke rol: het patroon van bloedspetters en de manier waarop de keel van het slachtoffer was doorgesneden. "De bewijsmiddelen konden ook uitgelegd worden voor het scenario dat hij onschuldig was en dat er dus sprake was van zelfdoding", zegt de andere onderzoeker Danaé Stad.
De man had geen redelijk motief om zijn vriendin om het leven te brengen, zegt advocaat Pieter van der Kruijs. De raadsman was eigenlijk al een paar jaar met pensioen, maar speciaal voor deze zaak heeft hij zich opnieuw laten beëdigen.
"Ze was zijn grote liefde, met haar wilde hij oud worden. Op de bewuste dag had hij nog gezegd dat hij zo gelukkig met haar was. Het verlies heeft hij sowieso al, en dat je dit dan in je schoenen geschoven krijgt, dat is niet te hebben."
De rechters geloofden B. van begin af aan niet, zegt Van der Kruijs. "Dat vond ik heel erg tragisch. Elke keer werd hij verhoord, urenlang. En toen hij een keer boos werd, was die boosheid een bewijs van zijn agressiviteit."
De rechtspraak was niet onpartijdig, zegt de advocaat. "Ik heb gevraagd om deskundigen naar hem te laten kijken, maar dat werd allemaal afgewezen. Ze hadden hun idee. Ze gingen uit van een dader, niet van het andere scenario."
'In ere hersteld'
Van der Kruijs hoopt dat als de gerechtelijke dwaling wordt vastgesteld, Rob B. snel een schadevergoeding krijgt. "Dan kan hij een huisje kopen en 24 uurs-zorg inkopen." Op dit moment woont B. in een ggz-instelling.
"De jaren krijgt hij nooit meer terug, maar hij wil graag van de rechters en de mensen bij het OM zelf horen dat ze dit verkeerd hebben gezien. Die erkenning van mensen die hem dit hebben aangedaan, vindt hij belangrijk."
Voormalig onderzoeker Karlijn Cox hoopt dat B.'s naam in ere wordt hersteld. "En dat hij het een plekje kan geven met zijn familie."