In de mist van de oorlog roept het Oekraïense tegenoffensief vooral vragen op
De Britten noemen het de fog of war. In de mist van een oorlog is betrouwbare informatie moeilijk te achterhalen. Het Oekraïense offensief in het zuiden is daar een uitstekend voorbeeld van.
Na maanden van speculatie kondigden de Oekraïense strijdkrachten deze week hun tegenoffensief aan rond de cruciale havenstad Cherson. Maar Kiev geeft sindsdien nauwelijks informatie vrij.
Zoals met elke oorlog is het conflict ook een propagandastrijd. Telegram-kanalen meldden dat Oekraïense gevechtseenheden door Russische linies waren gebroken en dat Russische soldaten in paniek waren weggevlucht.
Moskou verklaarde dat ze het tegenoffensief eenvoudig hadden afgeslagen en dat de Oekraïense operatie meteen een mislukking was. Voor journalisten is het onmogelijk vast te stellen wat waar is.
Zo was de situatie gisteren:
Vooralsnog roept het tegenoffensief vooral vragen op. Vier dagen voordat de operatie begon, sprak de NOS met Ihor Zjovkva, een hoge adviseur van president Zelensky. Over de vraag of de Oekraïense strijdkrachten klaar waren voor een tegenoffensief bij Cherson, was hij helder.
"Als we genoeg wapens zouden hebben, was het offensief allang begonnen. Maar op dit moment hebben we niet genoeg wapens. Daarom werkt onze president samen met alle leiders van de Europese Unie om de wapens te krijgen die we nodig hebben."
Toch begon het tegenoffensief vier dagen later. Hoe moeten we de uitspraak van Zjovkva uitleggen? Hadden ze op het laatste moment alsnog voldoende wapens gekregen van het Westen? Was dit bedoeld om Rusland zand in de ogen te strooien? Of was het vooral een pleidooi richting het Westen voor nog meer wapens?
Over de plannen voor een tegenoffensief was Zjovkva bewust vaag. "Ik ben geen militair expert", zei hij herhaaldelijk. "Je kan beter met onze generaals hierover praten. Maar wij zullen nooit de bredere strategie onthullen, anders kan de vijand er gebruik van maken."
NOS-verslaggever Arjen van der Horst sprak uitgebreid met Ihor Zjovkva, adviseur van de Oekraïense president Zelensky:
Dat neemt niet weg dat Rusland wel degelijk rekening hield met een tegenoffensief. De afgelopen weken hebben de Russen manschappen verplaatst vanuit het front in Oost-Oekraïne naar Cherson.
Oekraïne heeft de Russische troepenopbouw proberen te ontregelen met de raketsystemen die het van westerse landen heeft gekregen. Maar het heeft niet kunnen voorkomen dat grote aantallen Russische soldaten als versterking zijn aangekomen in en rond de havenstad.
Het bedrijf Rochan Consultancy houdt al sinds het begin van de oorlog de Ukraine Conflict Monitor bij, waarin het alle bewegingen van de Oekraïense en Russische strijdkrachten registreert. Volgens een analyse van de firma waren er eind juli 13 Russische gevechtsbataljons aanwezig in de regio Cherson, maar is dat aantal binnen een maand uitgebreid naar 25 tot 35 bataljons.
"Oekraïne heeft zijn kans gemist", constateert analist Konrad Muzyka van Rochan Consulting in een interview met het Britse weekblad The Economist. "Oekraïne heeft niet genoeg manschappen om de aantallen aan Russische zijde te evenaren."
Militaire doctrine
De Oekraïense strijdkrachten hebben deze oorlog bewezen dat ze uitstekend posities kunnen verdedigen tegen een Russische overmacht. Maar een tegenoffensief is een geheel andere uitdaging. Gangbare militaire doctrines schrijven voor dat de aanvallende partij veel meer manschappen nodig heeft dan de tegenstander die zich heeft ingegraven. Bovendien vergt het grote hoeveelheden munitie en snelle aanvoerlijnen.
Sinds de mobilisatie van alle mannen tussen de 18 en 60 jaar kan Oekraïne in principe beschikken over miljoenen soldaten, maar een groot deel is op zijn best licht getraind. Bij een offensief heb je goed getrainde militairen nodig die de nodige ervaring hebben in oorlogsvoering. In die categorie beschikt Oekraïne over veel minder manschappen dan Rusland.
"De afgelopen acht jaar zijn de Oekraïense strijdkrachten briljant geworden in defensieve acties. Maar ze hebben slechts beperkte of helemaal geen ervaring in grootschalige aanvalsoperaties", stelde de Oekraïense kolonel Serhi Hrabsky begin augustus nog.
Schijnoffensief?
Waarom heeft Oekraïne dan alsnog besloten tot een tegenoffensief? Dat kan verschillende redenen hebben. De zomer loopt op haar einde en een tegenoffensief in de herfst en winter, als de grond modderig is, is een stuk moeilijker. Bovendien is een aanval goed voor het Oekraïense moreel.
Ook valt niet uit te sluiten dat dit een schijnoffensief is. Dat kan een vrij effectieve tactiek zijn. Alleen al de dreiging van een offensief dwingt om Rusland manschappen en materieel weg te halen van andere posities aan het front.
Op dat vlak heeft Oekraïne al een succes geboekt, want Rusland haalde deze maand troepen weg uit het bezette stadje Izjoem. De manschappen in Izjoem werden tot dan toe ingezet bij de aanvallen op het zwaar belegerde Charkov.
Maar of dit het grootschalige tegenoffensief is waarmee Oekraïne de havenstad Cherson gaat bevrijden, valt nog te bezien. Die mist moet nog optrekken.