Schoenmakers stoppen, want sneakerdragers komen niet langs
Noor de Kort
Noor de Kort
Het aantal schoenmakerszaken in Nederland is de afgelopen tien jaar afgenomen met 11 procent. Begin 2013 waren het er 863, medio dit jaar 772. Dat blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel die zijn opgevraagd door de NOS. De afname is het resultaat van "de verwaarlozing van ambachten", stelt hoogleraar culturele economie Arjo Klamer.
Met name in de zuidelijke en oostelijke provincies stopten veel schoenmakers: de grootste afnames zijn te zien in Noord-Brabant, Gelderland, Overijssel en Limburg. In Drenthe nam het aantal ondernemingen wel toe, maar daar waren de absolute aantallen klein. De provincie telde in 2013 21 schoenmakerszaken en medio dit jaar 26.
Vergrijzing
Econoom Klamer is niet verbaasd dat er steeds minder schoenmakers zijn. "Vergrijzing speelt een rol", zegt hij. "Oudere schoenmakers stoppen en er komen weinig jonge bij." De opleiding schoenhersteller aan de Dutch Shoe Academy Utrecht, de enige nog bestaande opleiding tot schoenmaker, telt ieder jaar tien tot vijftien leerlingen.
Een andere oorzaak van de terugloop is volgens Klamer dat ambachten de laatste decennia in Nederland zijn verwaarloosd. Gildes en centrale organisaties als het Hoofdbedrijfschap Ambachten verdwenen, en in het mbo overheerst de wil "om door te stoten naar het hbo", aldus Klamer.
Ook oud-schoenmaker Michel Broshuis uit Lichtenvoorde zag de waardering voor zijn vak afnemen. Hij stopte vorig jaar en besloot zich helemaal toe te leggen op zijn sleutelservice, die hij er al naast had. "Ik had nog wel werk als schoenmaker, maar ik verdiende er niks meer mee."
De bereidheid om te betalen voor een gerepareerde schoen nam in de loop van de jaren af, zegt Broshuis. Steeds meer mensen lopen volgens hem rond op goedkope sneakers, die vaak de prullenbak in gaan als ze kapot zijn. "En als mensen wel met een loszittende zool of kapot naadje bij me kwamen, verwachtten ze dat ik dat voor een paar euro fikste."
Broshuis verwacht dat er meer schoenmakers gaan verdwijnen. Hij zit in een groepsapp met andere schoenmakers, van wie veel al zijn gestopt, of gaan stoppen. "En sommigen willen ermee ophouden, maar kunnen dat nog niet omdat ze geen opvolger kunnen vinden en dus het huurcontract moeten uitzitten."
We besteden aandacht aan het painten van sneakers in allerlei kleuren. Dat is helemaal van nu.
Hoewel het aantal schoenmakers landelijk daalt, ziet econoom Klamer kansen voor de toekomst van het beroep. Hij signaleert in verschillende kringen dat ambachten weer meer worden gewaardeerd. "Wetenschappers zijn met het onderwerp bezig, politieke partijen tonen interesse en er zijn Europese projecten." Zet deze trend door, dan verwacht Klamer dat er weer meer animo is om naar de schoenmaker te gaan, en om het vak te leren.
Ook de Dutch Shoe Academy is druk bezig om het vak te promoten, zegt Johan Remmerts, docent op de school en schoenmaker met zaken in Almelo en Goor. Het instituut maakt video's, gebruikt sociale media en benadert middelbare scholen. "Zodat we hopelijk meer leerlingen krijgen", zegt Remmerts.
De docenten proberen daarnaast in het onderwijs aan te sluiten bij de huidige schoenenmarkt. "We besteden aandacht aan het painten van sneakers in allerlei kleuren", zegt Remmerts. "Dat is helemaal van nu."
'Dit wil ik worden'
Britney Godeke (21), schoondochter van Johan Remmerts, zit in het tweede jaar van de opleiding tot schoenhersteller. Haar vriend Jonathan, die net als zijn vader schoenmaker is, vroeg een paar jaar geleden of zij ook het vak in wilde. "Eerst dacht ik: 'nou, nee', maar toen ging ik toch met Johan mee."
In de schoenmakerij van haar schoonvader kreeg Godeke die eerste keer de opdracht om een schoen uit elkaar te halen. Dat vond ze saai. "Maar toen vroeg Johan of ik een hak wilde schuren", zegt Godeke. "Toen ging echt de knop om. Ik dacht: dit wil ik worden."
Godeke houdt van het "grove werk" en vindt het mooi om de schoenen helemaal te perfectioneren. Met haar vriend wil ze volgend jaar de zaak in Goor van haar schoonvader overnemen. "En als Johan met pensioen wil, misschien ook de zaak in Almelo."
Bang dat het vak van schoenmaker zal verdwijnen, is Godeke niet. In de winkels in Goor en Almelo is het volgens haar druk. Ze ziet wel dat verschillende schoenmakers in de omgeving stoppen, maar dat kan juist voordelig zijn, vindt ze. "Jonathan en ik zijn allebei 21, dus we kunnen echt iets opbouwen."