Doorbraak over Oekraïens graan ophanden, maar hoe vaar je door een mijnenveld?
Sinds de bekendmaking van een ophanden zijnde deal tussen Rusland en Oekraïne is er wat optimisme over een oplossing van de graancrisis. De landen willen onder toeziend oog van Turkije graanschepen tussen mijnenvelden en blokkades de Zwarte Zee over laten varen, maar hoe werkt dat in de praktijk? En zou Nederland daarbij iets kunnen betekenen?
Veel Oekraïens graan kan nu niet weg. Volgens Oekraïne en het Westen houdt Rusland de export tegen met blokkades in de Zwarte Zee. Op zijn beurt beschuldigt het Kremlin Oekraïne ervan de scheepsroutes te blokkeren met zeemijnen voor de havens. Het gevolg zijn hoge graanprijzen en een dreigende hongersnood in delen van Afrika.
De deal - die volgende week zou moeten worden uitgewerkt en ondertekend - moet daar verandering in brengen. Het idee is simpel. Oekraïne begeleidt de vrachtschepen langs de mijnen, Rusland zal de schepen niet beschieten en Turkije zal de schepen inspecteren om Rusland ervan te verzekeren dat er geen wapens worden gesmokkeld.
In de praktijk wordt het vooral een logistieke operatie, verwacht Bob Roetering, oud-commandant Mijnendienst bij de Koninklijke Marine. "En de vraag is hoe diep het daar is, hoe gevaarlijk. Ze moeten weten wat voor soorten mijnen er liggen."
Drie soorten zeemijnen
Er zijn verschillende soorten zeemijnen, die grofweg zijn op te delen in drijvende mijnen, verankerde mijnen en mijnen op de bodem.
De drijvende zijn met een helikopter te vinden, legt Roetering uit. Mijnenbestrijdingsvaartuigen kunnen ze vervolgens onschadelijk maken.
Voor verankerde mijnen is een mijnenveger nodig die de verankeringskabel doorknipt.
Mijnen die op de bodem liggen, en meestal een zwaardere lading hebben, kunnen door een mijnenjager met sonar opgespoord worden. Een op afstand bedienbare onderwaterdrone kan ze dan onschadelijk maken.
Op de NAVO-top vorige week heeft Nederland mijnenjagers aangeboden aan Turkije. De marine heeft er in totaal vijf waarvan er, verwacht Roetering, niet meer dan één of twee naar de Zwarte Zee zouden gaan.
Zelfs dat is allesbehalve zeker, benadrukt een woordvoerder van Defensie. "We kunnen het prima doen. Het aanbod staat, want we vinden de voedselveiligheid in de wereld belangrijk. Maar eerst moet er een akkoord komen en dan moeten er inderdaad mijnenjagers nodig zijn." En dan, voegt hij toe, zijn er ook landen dichterbij Oekraïne die over hetzelfde materieel beschikken en er sneller kunnen zijn.
Niet zonder gevaar
De inzet van mijnenjagers is niet zonder gevaar, weet Roeterig. Zelf was hij in de jaren 80 en 90 betrokken bij het ruimen van tientallen mijnen in de Perzische Golf.
Het risico is wel beperkt. "De manschappen zijn goed opgeleid en werken met goede apparatuur. Maar als Nederland mijnenjagers stuurt, moeten ze wel bescherming hebben, bijvoorbeeld van een Turks fregat. Want een mijnenjager kan zichzelf niet verdedigen."
Tijdens een operatie voor de kust van Libië in 2011 boden Italiaanse fregatten die bescherming. "Als er vanaf de kust werd geschoten, kwamen die ertussen liggen."
Verder, waarschuwt de oud-marinecommandant, is er het risico op een confrontatie als er Nederlandse schepen en manschappen zo dicht naar het conflictgebied worden gestuurd. Iets waar bij een mogelijke inzet rekening mee moet worden gehouden. "Als wij schepen naar de Zwarte Zee sturen, is dat wel een stapje op de escalatieladder."