Woekerwinsten graanhandel, maar honger in Afrika: 'Perverse tegenstelling'
Ivo Landman
redacteur Online
Ivo Landman
redacteur Online
Terwijl het graan dreigt weg te rotten in silo's in Oekraïne, exploderen de prijzen voor brood in landen als Egypte en Libanon en verkeren mensen op de rand van hongersnood in de Hoorn van Afrika. De gevolgen van de voedselcrisis door de oorlog in Oekraïne zijn dramatisch. Maar is voedselcrisis wel de juiste term? Het is eerder een voedselprijzencrisis, zeggen experts. En aan die exploderende prijzen wordt door sommige partijen grof verdiend. Hoe zit dat?
In principe is er nog steeds genoeg graan voor de hele wereld, maar de hoogte van de graanprijzen en de blokkade van juist het relatief goedkope graan uit Oekraïne veroorzaken de problemen, legt Bart de Steenhuijsen Piters uit. Als onderzoeker voedselsystemen en voedselzekerheid aan de Wageningen University volgt hij de ontwikkelingen op de voet.
China en India
Oekraïne is bij lange na niet de grootste graanproducent ter wereld, benadrukt hij. Dat zijn China en India, maar die produceren vooral voor de eigen bevolking. Op de lijst van de grootste graanexporteurs neemt Oekraïne wél een belangrijke plek in (al staan Rusland, de VS, de Europese Unie en Australië bovenaan) en veel van dat graan kan nu het land niet uit. Ook de export uit Rusland ligt grotendeels stil.
Juist het Oekraïense en Russische graan domineerden de export naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika, via relatief korte transportroutes. De importerende landen zijn nu aangewezen op andere, veel duurdere voorraden.
Rusland is traditioneel de grootste leverancier van tarwe, een van de meest geëxporteerde graansoorten:
Maar waardoor is het graan zoveel duurder geworden? Wie bepaalt de prijzen? In feite gebeurt dat door handelaren die het grootste deel van de voorraden opkopen, zegt De Steenhuijsen Piters. De toekomstige voorraden, want het graan dat nu in de silo's ligt, is al verkocht voordat het werd ingezaaid.
Na de oogst komt het meeste graan bij een handjevol kopers terecht: een rijtje wereldwijd opererende handelaren dat na fusies in de afgelopen decennia van enkele tientallen is gekrompen tot vier multinationals. Die worden de ABCD's genoemd: ADM, Bunge, Cargill en Louis Dreyfus. Ze zijn niet zo bekend, want ze handelen vooral in bulkgoederen en maken producten als veevoer, maissiroop of bloem, niet meteen iets voor in het oog springende advertentiecampagnes. Maar machtig zijn ze wel: Cargill is de zevende voedingsgigant ter wereld, na bedrijven als Nestlé, Pepsi, Coca-Cola, Philip Morris en Unilever.
Die vier handelen in meer dan 70 procent van het graan en verkopen het door aan de hoogste bieder. En dat, vervolgt de onderzoeker, begint overeenkomsten met een monopolie te vertonen. "Die multinationals beheersen de graanmarkt en kunnen de prijzen manipuleren." Of ze onderling afspraken maken, is niet bekend.
Psychologie
Doordat er op dit moment op de wereldmarkt minder aanbod is, stijgt de prijs die de ABCD's kunnen vragen. De multinationals doen niets onrechtmatigs volgens de wereldhandelsregels. "Graan wordt behandeld als een commodity als olie of steenkool, en ze willen hun eigen productlijnen en omzet veiligstellen. Ze kijken naar de beschikbare voorraad, hoeveel ze zelf nog hebben. Maar er zit ook veel psychologie bij, net als op de aandelenmarkt. Er is een prijsopdrijvend effect door de oorlog, maar ook door problemen bij de leveranciers door covid-19 en klimaatverandering."
In hoeverre is de Russische president Poetin dan schuldig aan de huidige voedselcrisis? "Goede vraag", zegt de onderzoeker. "Feit is dat hij een oorlog is begonnen die de markt voor granen enorm instabiel maakt."
Inmiddels zijn er ook steeds meer aanwijzingen dat Rusland geplunderd graan uit bezet Oekraïens gebied via de Krim (zoals op deze beelden te zien zou zijn) naar het bevriende Syrië exporteert, van waaruit het dan weer zou worden aangeboden aan hulpbehoevende landen.
Intussen zijn er naast de oorlog meer bedreigingen voor de voedselketen. NOS op 3 zette ze op een rij:
De instabiliteit door de oorlog levert de handel intussen veel geld op, en er ging al enorm veel geld om in de voedselsector. Cargill, de grootste graanhandelaar van de ABCD's, noteerde vorig jaar de grootste winst uit zijn geschiedenis.
Dat is wrang, vindt Nout van der Vaart van Oxfam Novib. "25 miljoen mensen in de hoorn van Afrika verkeren in een acute hongersituatie. Vijftig landen zijn voor meer dan 30 procent van hun tarwe-import afhankelijk van Oekraïne of Rusland, en de huidige prijzen op de wereldmarkt kunnen ze niet betalen."
Wat Van der Vaart betreft moet er meer geld naar het bestrijden van de voedselcrisis. Maar er moet volgens hem ook structureel iets gebeuren aan de "perverse tegenstelling", bijvoorbeeld door degenen die hier rijk van worden zwaarder te belasten en de marktregels te herzien om speculatie tegen te gaan.
Het gaat over voedsel, niet over radio's.
Cargill wil desgevraagd niet ingaan op vragen over de totstandkoming van de graanprijzen. Een woordvoerder verwijst naar een verklaring van het bedrijf uit maart over de miljoenen aan humanitaire hulp die het concern geeft aan "collega's in Oekraïne" en een hele rij hulporganisaties.
Maar noodhulp is niet genoeg, denkt De Steenhuijsen Piters. Om echt iets aan de scheve situatie te doen, zou de graanmarkt meer gereguleerd kunnen worden, suggereert de onderzoeker. "Het gaat over voedsel, niet over radio's. Het heeft een direct effect op het welzijn en de volksgezondheid, net als medicijnen, en daarvoor gelden wel speciale regels."