Verdachte in martelcontainer-zaak overleden
Een van de hoofdverdachten in de geruchtmakende zaak rond de martelcontainers in Wouwse Plantage is overleden. Het gaat om Robin van O. (41), bevestigt zijn advocaat aan persbureau ANP na berichtgeving in Het Parool. Hij leed al lange tijd aan een agressieve vorm van kanker. O. werd gezien als 'hoofdaannemer' van de gebouwde containers.
De zaak tegen van O. werd in december al uitgesteld omdat hij te ziek was om bij zijn rechtszaken aanwezig te zijn. Nu hij is overleden, wordt de strafzaak tegen hem per direct stopgezet, zegt zijn advocaat.
Celstraffen tot negen jaar
Roger P., alias Piet Costa, is de andere hoofdverdachte. Hij wordt gezien als de opdrachtgever voor het bouwen van de martelcontainers en kreeg in mei 33 maanden cel opgelegd. Dat was de maximale straf omdat P. dit jaar al tot 15 jaar cel was veroordeeld voor internationale cocaïnehandel. Voor beide zaken kon hij in totaal maximaal zeventien jaar en negen maanden cel opgelegd krijgen, vanwege een specifieke juridische bepaling. De nu overleden Robin van O. was ook verdachte in de cocaïnehandel-zaak.
Met P. stonden nog elf anderen terecht. Op één verdachte na kregen zij allemaal celstraffen opgelegd, variërend van 1 tot 9 jaar. De groep maakte zich volgens de rechtbank schuldig aan verschillende misdrijven, variërend van witwassen tot aan het voorbereiden van ontvoeringen en martelpraktijken.
De verdachten hadden het plan om in de loods in Wouwse Plantage ontvoerde criminele tegenstanders op te sluiten. In totaal werden in de zomer van 2020 zeven zeecontainers aangetroffen, omgebouwd tot gevangeniscellen. De containers waren geluiddicht gemaakt en van binnen afgeplakt met warmte-isolerend folie. Een daarvan was ingericht als martelkamer, inclusief een tandartsstoel waarop slachtoffers konden worden vastgebonden.
Deze beelden van de martelcontainers gaf de politie destijds vrij: