'Lichaamstemperatuur van 37 graden is een achterhaald gemiddelde'
Dat mensen een lichaamstemperatuur hebben van 37 graden blijkt een achterhaalde gedachte. Experts overleggen vandaag of artsen andere waarden moeten gaan gebruiken bij het behandelen van patiënten.
"Iedereen denkt dat de gemiddelde lichaamstemperatuur 37 graden Celsius is. Maar dat is gebaseerd op hele oude metingen uit de 19e eeuw", zegt cardioloog Luuk Otterspoor in het NOS Radio 1 Journaal. "De laatste decennia is die temperatuur aan het dalen. Gemiddeld is die nu 36,4 graden."
Artsen met veel ervaring met koeling en verhitting bij het behandelen van patiënten spreken hier vandaag over tijdens het International Hypothermia and Temperature Management Symposium in Eindhoven. Otterspoor organiseert het congres samen met het Catharinaziekenhuis.
Syfilis
De temperatuur is onder meer lager geworden omdat mensen in de loop van de twintigste eeuw gezonder zijn geworden. Otterspoor: "Er liepen in de negentiende eeuw denk ik meer zieken rond waardoor de temperatuur waarschijnlijk gemiddeld hoger lag." Als voorbeeld noemt hij syfilis, dat tegenwoordig goed te behandelen is met antibiotica, maar toen nog niet.
Of die veranderde gemiddelde temperatuur leidt tot andere behandelingen, kan Otterspoor niet zeggen. Maar hij vindt wel dat artsen zich hier bewust van moeten zijn. "Over dat soort waarden en of we die moeten aanpassen gaan we het vandaag hebben." Dat zou ertoe kunnen leiden dat ook anders wordt gekeken naar wanneer er sprake is van koorts.
Maar het is daarbij wel lastig om vast te stellen wanneer er echt sprake is van koorts, zegt de cardioloog. "Alleen op de intensive care is dat goed gedefinieerd als een temperatuur van 38,4 graden of hoger, maar in de huisartsenpraktijk of thuis is dat heel lastig te bepalen." Een bijkomende moeilijkheid is volgens hem dat bijvoorbeeld ouderen wel ziek zijn, maar dan geen koorts hebben.
Koelen na hartstilstand
In zijn eigen werkgebied houdt Otterspoor zich bezig met het koelen van patiënten na een hartstilstand. "Als iemand een hartstilstand heeft gehad en het bloed gaat weer stromen dan hebben de hersenen een tijdje geen zuurstof meer gehad. Dan ontstaat er zwelling, maar die kan in een schedel nergens naartoe. Daarom is het idee ontstaan om ook bij die patiënten koeling toe te passen."
Deze methode werd veel gebruikt aan het begin van deze eeuw, maar inmiddels wordt er volgens hem wel iets anders naar gekeken. "Men komt er een beetje van terug en zegt dat het niet van belang is om per se af te koelen, maar wel om die patiënten koortsvrij te houden."