Overblijfselen van de Gloucester op de bodem van de Noordzee
NOS NieuwsAangepast

Duikende broers vinden schip waarmee latere koning James II bijna verdronk

Twee broers uit Norfolk hebben in de Noordzee bij Zuidoost-Engeland een beroemd scheepswrak uit de zeventiende eeuw ontdekt. Dat hebben historici van de University of East Anglia bekendgemaakt na jarenlang onderzoek. Het blijkt te gaan om het koninklijke oorlogsschip de Gloucester, dat in 1682 zonk met de latere koning James II - de laatste katholieke koning van Engeland - aan boord.

De Gloucester liep ruim 340 jaar geleden in de vroege ochtend voor de kust van Great Yarmouth op een zandbank en ging binnen een uur naar de bodem. Bij de scheepsramp kwamen tussen de 130 en 250 mensen om het leven, velen doordat James lang weigerde van boord te gaan en het protocol was dat niemand van boord mocht voordat leden van de koninklijke familie in veiligheid waren.

James overleefde de ramp ternauwernood en werd na de dood van zijn broer in 1685 koning van Engeland, Schotland en Ierland. Zijn bewind, hoewel belangrijk voor de Britse geschiedenis, was overigens maar van korte duur: in 1688 verloor hij de macht tijdens de Glorious Revolution. Stadhouder Willem III van Oranje-Nassau en zijn vrouw - James' dochter - Mary Stuart namen toen de troon over.

Jarenlang geheim gehouden

"Als hij was omgekomen, hadden we een heel andere loop van de Britse en Europese geschiedenis gehad", zegt historica Claire Jowitt tegen persbureau AP. Ze noemt het bijna-verdrinken van de laatste katholieke koning van Engeland "een van de belangrijkste bijna-momenten in de Engelse geschiedenis".

Het wrak werd al in 2007 gevonden door een groep duikers onder leiding van de broers Julian en Lincoln Barnwell, die er toen al vier jaar naar hadden gezocht. In 2012 werd vastgesteld dat een gevonden scheepsbel aan boord daadwerkelijk van de Gloucester afkomstig was.

Sindsdien is er jaren onderzoek gedaan om de goed bewaarde overblijfselen te identificeren. Ook werd de vondst tot vandaag geheim gehouden om het wrak, dat in de internationale wateren ligt, te beschermen. Hoewel de broers en de universiteit nu de openbaarheid hebben gezocht met de vondst, is de precieze locatie van de Gloucester nog steeds geheim.

Tot dusver is duidelijk dat op de bodem de gebroken romp van het schip ligt. Ook werden een aantal kanonnen, kleinere vaartuigen, bestek en onder meer ongeopende wijnflessen, glazen, kledingstukken en houten kisten veiliggesteld.

Deskundigen noemen de vondst een archeologische sensatie, waarmee veel valt te leren over de maritieme en politieke geschiedenis van de zeventiende eeuw. Er wordt gesproken over de belangrijkste maritieme vondst sinds de Mary Rose. Dat schip, dat in 1545 zonk, maakte deel uit van de vloot van Henry VIII en de berging in 1982 geldt als een van de duurste en meest ambitieuze projecten in de geschiedenis van de maritieme archeologie.

De bevindingen van de University of East Anglia zijn komend voorjaar te zien in het Norwich Castle Museum. Daar zal ook de scheepsbel waarmee de Gloucester voor het eerst werd geïdentificeerd tentoongesteld worden. Vooralsnog zijn er geen plannen om het hele wrak boven water te halen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl