Macron kiest oude bekenden in nieuwe regering, koerst op continuïteit
Grote verrassingen zijn uitgebleven bij de bekendmaking van het nieuwe Franse kabinet. De ministersploeg lijkt wel sterk op de vorige regering onder president Macron. Die kiest met zijn nieuwe bewindslieden voor continuïteit. Het nieuwe team bestaat uit veertien mannen en dertien vrouwen.
Op drie van de belangrijkste posten, Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Justitie, blijft dezelfde minister zitten. Andere ministers en staatssecretarissen wisselen van post. En onder de nieuwkomers zitten veel vertrouwelingen van Macron.
Zo verschijnen er nieuwe gezichten op Buitenlandse Zaken en Defensie. Dat kan belangrijk zijn met het oog op de oorlog in Oekraïne. De beroepsdiplomaat en ambassadeur in Londen, Catherine Colonna, wordt minister van Buitenlandse Zaken. Zij is vooral goed ingevoerd in Europese kwesties. Minister van Defensie wordt Sébastien Lecornu, die tot nu toe over de Franse overzeese gebiedsdelen ging.
Wat opvalt is dat beide ministers gelden als gematigd rechts. Colonna was jarenlang woordvoerder van de rechtse president Chirac. Lecornu sloot zich al op 16-jarige leeftijd aan bij de rechtse partij UMP. Hun voorgangers op Buitenlandse Zaken en Defensie onder Macron waren gematigd links.
Twee klimaatministers
In de nieuwe regering worden verder twee bewindslieden benoemd die over het klimaat gaan. Macron wil de aanpak van de klimaatproblemen een van de prioriteiten van zijn nieuwe presidentschap maken. Veel waarnemers zijn verrast door de nieuwe minister van Onderwijs: Pap Ndiaye. Deze historicus, gespecialiseerd in racisme en rechten van minderheden, heeft in het verleden wel opgeroepen om 'links' te stemmen.
President Macron heeft ruim de tijd genomen om na te denken over zijn nieuwe ministersploeg. Hij won bijna vier weken geleden de verkiezingen. Afgelopen week werd de gematigd linkse Elisabeth Borne al aangewezen als nieuwe premier.
Dat Macron nu met zijn ministersploeg vooral kiest voor stabiliteit, vertrouwelingen en oude bekenden komt voor velen als een verrassing. Bij de presidentsverkiezingen vorige maand bleek namelijk dat de Franse kiezers flink verdeeld zijn.
Bij de eerste stemronde kreeg centrum-kandidaat Macron 28 procent van de stemmen. De rechts-radicale Marine Le Pen kreeg 23 procent en de links-radicale Jean-Luc Mélenchon zat haar op de hielen met 22 procent van de stemmen.
Nadat hij Le Pen in de tweede ronde had verslagen zei Macron dat hij een "president van alle Fransen" wil zijn. Daarom werd er rekening mee gehouden dat zowel uitgesproken rechtse als linkse bewindslieden benoemd zouden worden, maar dat is dus niet of nauwelijks gebeurd.
Parlementsverkiezingen in juni
De nieuwe ministersploeg blijft in ieder geval aan tot de parlementsverkiezingen van volgende maand. De uitslag daarvan zal bepalen of er bewindslieden gewisseld worden. Dat zou kunnen gebeuren als het resultaat voor de partij van Macron tegenvalt.
Vier linkse oppositiepartijen hebben voor het eerst in lange tijd besloten om samen te werken bij de parlementsverkiezingen. Dat vergroot de kansen op een linkse meerderheid. Als die er zou komen, ligt het in de lijn der verwachting dat er dan een linkse regering komt die op steun kan rekenen van het parlement.
Voor Macron zou dat een grote tegenslag zijn. Als zijn eigen partij, Renaissance, geen meerderheid heeft in het parlement zal hij concessies moeten doen en compromissen moeten sluiten.