De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Kuleba

Oekraïense buitenlandminister: 'Nederlandse politici, volg het volk en steun EU-toetreding Oekraïne'

De minister van Buitenlandse Zaken van Oekraïne, Dmytro Kuleba, denkt dat het Nederlandse volk klaar is voor EU-toetreding van Oekraïne en dat de politici het volk daarin moeten volgen. Dat zegt hij in een interview met Nieuwsuur, voorafgaand aan een gesprek met ministers Wopke Hoekstra en Sigrid Kaag.

"Acht jaar geleden (tijdens het Oekraïne-referendum, red.) zeiden Nederlandse politici dat ze de integratie van Oekraïne in de EU niet konden steunen omdat de publieke opinie ertegen was. Maar nu steunen Nederlanders Oekraïne wel. Moeten politici het volk volgen of moet het volk politici volgen? Ik geloof in democratie: politici moeten het volk volgen."

Kandidaat-lid

Kuleba snapt dat Oekraïne niet direct lid van de Europese Unie kan worden, maar vindt het wel belangrijk dat Oekraïne kandidaat-lid wordt. Bij kandidaat-leden is de EU-aanvraag goedgekeurd, maar moet het land nog wel wijzigingen aanbrengen om definitief tot de Unie toe te kunnen treden. Op dit moment hebben Turkije, Noord-Macedonië, Montenegro, Albanië en Servië die status binnen de EU.

"De meerderheid van de EU-burgers vindt nu dat het goed is als Oekraïne ooit lid wordt, blijkt uit de surveys die daarover gehouden worden", zegt Kuleba. "De sympathie is hoger dan ooit. Als dat allemaal oprecht is, wat is dan het bezwaar om die situatie op papier te zetten?"

Raadgevend referendum

In Nederland ontstond in 2016 discussie over de mogelijke toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie naar aanleiding van het associatieverdrag met Oekraïne. In dat verdrag maakten de EU en Oekraïne afspraken om intensiever met elkaar samen te gaan werken op politiek en economisch gebied. Tegenstanders zagen dit als een voorbode voor een EU-lidmaatschap van Oekraïne en vroegen een raadgevend referendum aan.

De Tweede Kamer had het verdrag al goedgekeurd, maar omdat een meerderheid van de kiezers bij het referendum tegen het verdrag stemde moest de Kamer zich er opnieuw over buigen.

Veranderde houding

Uiteindelijk stemde een meerderheid van de Tweede Kamer voor het bijvoegen van een verklaring aan het verdrag, waardoor er alsnog een akkoord gesloten kon worden. In dit 'inlegvel' stond onder meer dat het verdrag geen opstapje was voor een EU-lidmaatschap en dat er geen rechten aan konden worden ontleend over militaire samenwerking.

Die situatie hoeft niet in steen gebeiteld te zijn, vindt Kuleba. "Acht jaar geleden was ik in Nederland en volgde ik het referendum. Als ik de houding van de Nederlanders toen en nu vergelijk, zie ik dat die totaal veranderd is. Nederlanders begrijpen Oekraïne nu beter."

En die verandering ziet hij in heel Europa. "Drie maanden geleden zouden we hebben gelachen als iemand ons had verteld dat Zweden en Finland lid van de NAVO zouden worden. Europa moet iedereen die de Europese waarden deelt samenbrengen en zo sterker worden in de wereldwijde strijd. En Oekraïne is de enige plek in Europa waar mensen sterven terwijl ze opkomen voor die waarden, die ook Nederland deelt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl