Twaalf Russische generaals heeft het Oekraïense leger naar eigen zeggen inmiddels uitgeschakeld. Dat gebeurt vaak met hulp van westerse inlichtingen, schrijft The New York Times. Maar hoe gaat dat in zijn werk? En wat zijn de gevolgen als het Westen helpt bij het vermoorden van Russische generaals?
Afgelopen weekend kwamen bij een Oekraïense aanval op een vooruitgeschoven Russische commandopost in Izjoem meerdere officieren om. Volgens Oekraïne was generaal-majoor Andrei Simonov een van de slachtoffers. "Na bijna twee maanden oorlog zie je dat de Oekraïners niet verrast zijn door wat de Russen doen", zegt oud-generaal Mart de Kruif.
De Kruif is daarom niet verbaasd dat er al zo veel Russische generaals zijn uitgeschakeld. "Generaals zijn vaak aan het front om zelf te kunnen zien wat er aan de hand is, dus daardoor zijn ze per definitie kwetsbaar", zegt hij. "Maar daar komt bij dat Oekraïne kennelijk in staat is om goed te kunnen bepalen waar die generaals zitten - en ze kan uitschakelen. Dat klinkt misschien simpel, maar dat is het niet."
Die goede informatiepositie van de Oekraïners komt mede door het ruimhartig delen van inlichtingen van westerse geheime diensten, denkt William Alberque, inlichtingendeskundige bij het International Institute for Strategic Studies in Londen. "In Syrië deden ze dat al een beetje, maar dit is de eerste keer Rusland te maken heeft met zulke enorme hoeveelheden surveillance. Rusland moet de hele tijd bang zijn dat er wordt meegekeken."
Ik zie het gevaar van escalatie eigenlijk veel meer in de levering van steeds zwaardere wapens aan Oekraïne.
Het gaat vaak over 'inlichtingen', maar waar moet je dan precies aan denken? "Het zijn duizend puzzelstukjes", zegt De Kruif. "Je haalt heel veel inlichtingen uit de gevechten zelf. Als je op de grond tegen een tegenstander vecht, dan weet je wat voor eenheid is en waar die vandaan komt."
Dan zijn er nog open bronnen, die ook in de journalistiek veel gebruikt worden. Maar waar de westerse inlichtingendiensten met name goed in zijn, is het technische gedeelte; het afluisteren, kijken met satellieten, infrarood, radarbeelden, het kraken van codes. "Daar zijn ze heel, heel erg goed in", zegt De Kruif. "Maar dat nadenken over hoe de Rus denkt, en met welke intenties Rusland dingen doet, dat kan Oekraïne veel beter."
"De Oekraïners hebben meer informatie van mensen, zoals undercover-agenten", zegt Alberque. "Dat combineren ze met die westerse inlichtingen en dat is heel krachtig."
Een van die effecten van die goede inlichtingen is dus het relatief grote aantal dode Russische generaals. Dat gebeurt volgens Alberque bijvoorbeeld met artillerie, anti-tankwapens, maar ook met commandoteams die op de generaals jagen. "Dat die generaals aan het front zitten, maakt ze erg kwetsbaar."
Escalatie?
Bij die aanval op de Russische commandopost in Izjoem waar generaal Simonov omkwam, zouden de Oekraïners ook hebben geprobeerd Ruslands belangrijkste generaal Valeri Gerasimov te treffen. Volgens anonieme bronnen in The New York Times zou dat juist niet op basis van Amerikaanse inlichtingen zijn; Amerika zou weigeren inlichtingen te verschaffen over de allerhoogste Russische officieren.
Dat lijkt toch te duiden op enige zorgen over de impact van al die gedeelde informatie - in hoeverre zien de Russen dat als westerse agressie? Kremlin-woordvoerder Peskov bleef er vandaag in een reactie vrij kalm onder. "Ons leger is op de hoogte dat de VS, Groot-Brittannië en de NAVO constant inlichtingen delen met het Oekraïense leger. Dat draagt niet bij aan het snelle voltooien van de Russische operatie, maar hindert het bereiken van onze doelen ook niet."
"Daar hebben ze wel een punt denk ik", reageert De Kruif daar op. "Natuurlijk heeft het effect op het moreel van de Russen. Maar elke commandant heeft een plaatsvervanger, en die ook weer. Die stoomwals met tanks en vliegtuigen, daar heeft het nauwelijks effect op. Ik zie het gevaar van escalatie eigenlijk veel meer in de levering van steeds zwaardere wapens aan Oekraïne."