Onderzoek Erasmus MC: nog veel Q-koortspatiënten kampen met problemen
Vijftien jaar na de uitbraak van de Q-koortsepidemie kampen nog veel patiënten met klachten, blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC.
Q-koorts is een infectieziekte die door (melk)geiten en (melk)schapen wordt overgedragen. In 2007 brak in Nederland een epidemie uit. Tot 2010 verspreidde de ziekte zich via besmette geiten- en schapenboerderijen, vooral in Noord-Brabant. Volgens het RIVM zijn er sinds de uitbraak ruim 4300 meldingen binnengekomen van besmettingen. 95 patiënten zijn zeker of waarschijnlijk aan Q-koorts overleden, bijna allemaal aan de gevolgen van chronische Q-koorts.
Het onderzoek, in opdracht van stichting Q-support, werd gedaan onder bijna 450 patiënten die lijden aan het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS). Dat is net als long covid een aandoening die zich na een infectie met een dierlijke bacterie of virus (zoönose) voordoet. Overigens is niet iedereen die Q-koorts kreeg chronisch ziek geworden.
Vermoeidheid en concentratieproblemen
In het onderzoek kwamen uiteenlopende klachten naar voren. Van de twaalf lichamelijke klachten zijn vermoeidheid, concentratieproblemen en lichamelijke uitputting de belangrijkste. Als gevolg van de klachten moest 46 procent van de patiënten stoppen met werken en 33 procent is minder gaan werken. Ze hebben ook weinig energie voor het gezin, vrienden en hobby's.
De patiënten ervaren in de samenleving weinig begrip voor hun situatie. 44 procent durft om hulp te vragen, 53 procent vindt het niet duidelijk bij wie ze terechtkunnen voor hulp. Ze beoordelen hun kwaliteit van leven met een 5,0, waar de gemiddelde Nederlander zijn leven met een 8,2 waardeert. Slechts een klein deel van de QVS-patiënten (17 procent) verwacht dat de klachten zullen verminderen.
QVS-patiënten bezoeken gemiddeld zeven zorgverleners; vooral de huisarts, fysiotherapeut en de bedrijfsarts. Een derde is ontevreden over de geboden zorg en 75 procent vindt dat zorgverleners hun behandelingen onderling onvoldoende afstemmen terwijl ze een combinatie van klachten ervaren. Het meest tevreden zijn ze over de zorg van de fysio- en de ergotherapeut.
Het onderzoek wordt om de vier jaar herhaald. Vier jaar geleden werden de langetermijngevolgen van Q-koorts voor het eerst onderzocht. Toen bleek dat klachten van patiënten niet verdwijnen door behandeling. Stichting Q-support wil met patiënten en zorgverleners in gesprek gaan om de aanpak te verbeteren en te stroomlijnen.