Van der Poel wil van spelletjes niets weten: 'Van Aert is hier om te winnen'
Ze stappen vanochtend allebei op in Compiègne, voor de voorlaatste grote voorjaarsklassieker. En dan weet de wielerwereld één ding zeker: dan gaan Mathieu van der Poel en Wout van Aert ook een rol spelen in de finale van Parijs-Roubaix.
Of de één nou herstellende is van een coronabesmetting, of dat de ander nou terugkeert van een langdurige rugblessure - dat doet er nooit zoveel toe, blijkt in de praktijk.
Van der Poel wil ook niks weten van een dienende rol bij Jumbo-Visma voor zijn rivaal Van Aert, die afgelopen donderdag pas groen licht kreeg van de dokter om te fietsen na zijn positieve test twee weken geleden. "Of hij een concurrent is? Jawel, jawel... Hij staat hier aan de start, dus dan is het om te winnen. Daar ben ik zeker van."
Het zijn de spelletjes, de bespiegelingen vooraf, die de twee van elkaar gewend zijn. Voor de start van Milaan-Sanremo, een maand geleden, waren de rollen nog omgedraaid. Van Aert was topfavoriet en Van der Poel moest nog maar zien of hij de wedstrijd, zijn eerste in maanden, zou uitrijden. Van Aert wilde daar op voorhand al niets van weten en hij kreeg gelijk - de Nederlander werd derde.
Van der Poel zegt de speldenprikjes vooraf al niet meer te lezen of te horen. "Ik volg niet wat er allemaal gezegd wordt. Ik lees ook niet zo heel veel meer. Ik ben een gelukkig persoon", lacht de winnaar van de Ronde van Vlaanderen.
Zijn eigen kansen? "Uiteraard had ik 'm graag vorig jaar al gewonnen", blikt Van der Poel terug op de kletsnatte editie in oktober. Het woordje 'al' suggereert dat hij zichzelf morgen op de hoogste trede ziet staan.
Wat de verwachtingen van een andere Nederlander zijn, één die al eens won op de wielerbaan in Roubaix? "Winnen is voor mij te overdreven", stelt Niki Terpstra, de 37-jarige routinier die aan zijn dertiende editie begint.
De tijd dat Terpstra psychologische spelletjes speelde, als hij dat al ooit deed, ligt achter hem. Het is geen 2014 meer. Of 2018, de laatste keer dat hij op het podium stond. "Die Terpstra is nu een niveautje lager. Dat vond ik even lastig, maar ik heb het naast me neergelegd. Nu denk ik alleen maar: het is toch wel vet dat ik toen zo goed was."
Terpstra kijkt simpelweg uit naar "een superspeciale wedstrijd", misschien wel zijn laatste. Een wedstrijd waarvoor hij altijd extra gemotiveerd is. Zijn ambitie? "Ik hoop wel ergens in de mix te komen."
Dan is er ook nog een ploegenspel dat uitgespeeld zou kunnen worden in de 257 kilometer richting Roubaix. Dat van Ineos. Met groot vertoon van macht zette de Britse formatie de laatste weken de ene na de andere wedstrijd naar zijn hand.
Dylan van Baarle kijkt vol bewondering naar zijn jonge ploeggenoten. "Ze hebben een stapje gezet de laatste tijd. Ze hebben woensdag laten zien voor de overwinning te kunnen koersen", wijst hij naar Ben Turner en vooral Magnus Sheffield die, drie dagen na de zege van Michal Kwiatkowski in de Amstel Gold Race, de Brabantse Pijl in de wacht sleepte.
Van Baarle is zelf ook in goeden doen, getuige zijn tweede plaats van twee weken geleden in Vlaanderen. "Met ook nog Ganna erbij, hebben we inderdaad een hele sterke ploeg. We moeten proberen die nummers uit te spelen."
De 29-jarige allrounder moet zelf echter nog bewijzen dat hij een topklassering kan rijden op de kasseien. Zijn beste resultaten in Roubaix zijn de 16de, 19de, 20ste en 21ste plaats. Andere cijfers dan zijn talrijke toptienklasseringen in Vlaanderen. "Of ik hier kan winnen? Alles is mogelijk. Ik voel me goed, heb goed kunnen trainen en ik ben er wel klaar voor."
Tenslotte wil Van Baarle, wiens contract afloopt aan het einde van het seizoen, over transferspelletjes liever niet al te veel kwijt, al erkent hij dat er interesse is van Jumbo-Visma. "Maar ik ben ook nog met mijn huidige ploeg aan het praten. Daarmee zijn we in onderhandeling."