Raad voor Cultuur pleit voor maximumaantal omroepen
Om het omroepbestel houdbaar en bestuurbaar te houden, moet er een maximum worden gesteld aan het aantal omroepen in Nederland. Dat schrijft de Raad voor Cultuur in een brief aan staatssecretaris van Cultuur en Media Gunay Uslu.
Onder de huidige regels verdwijnen er nauwelijks omroepen, maar komen er wel omroepen bij, zegt de raad. Daarnaast richten de grotere omroepen zich meer op een algemeen publiek en minder op een specifieke doelgroep.
"Met deze 'trek naar het midden', waarbij zittende omroepen grote delen van de samenleving bedienen of zelfs de gehele samenleving als hun doelgroep zien, is er dus in ons bestel eerder sprake van veel omroepen dan van onderscheidend aanbod", aldus de raad in de brief aan Uslu.
Als er een maximum wordt gesteld aan het aantal omroepen, moet de NPO wel strenger toezien op op de pluriformiteit van het aanbod, adviseert de raad.
Toelatingscriteria niet vindbaar
Het advies van de Raad voor Cultuur komt na een rapport dat voormalig minister Arie Slob liet maken over de criteria voor publieke omroepen. Volgens de raad blijkt uit het rapport niet dat er specifieke, onderscheidende criteria voor de erkenning van omroepen zijn vastgelegd. Daarom moet "de conclusie onder ogen worden gezien dat zulke criteria eenvoudigweg niet vindbaar zijn".
Het door Slob opgevraagde onderzoek kwam nadat de aspirant-omroepen Ongehoord Nederland (ON) en Zwart werden toegelaten omdat ze het vereiste aantal van 50.000 leden hadden. Bij de beoordeling van deze omroepen hadden de toetsingscommissies grote bezwaren, maar omdat die over andere zaken gingen dan de eisen uit de wet, is er uiteindelijk een positief advies gekomen.