Aangespoelde wrakstukken WO II-bommenwerper geïdentificeerd: 'Een unieke vondst'
Wrakstukken van een Britse bommenwerper uit de Tweede Wereldoorlog die in februari aanspoelden op het strand bij Camperduin, zijn geïdentificeerd. Het blijkt om de restanten van een Short Stirling MK1 te gaan.
De wrakstukken spoelden aan na storm Eunice en zaten verstrikt in een vissersnet. Ze werden gevonden bij opruimwerkzaamheden op het strand. Toen Martijn Visser van de stichting Egmond '40-'45 de vondst zag, kon hij zijn ogen bijna niet geloven.
"Vaak spoelen kleine stukjes aan maar zo'n groot onderdeel als nu is echt uniek", zegt hij tegen NH Nieuws. "Als je dat in je handen mag houden nadat het tachtig jaar op de zeebodem heeft gelegen, is dat verbluffend."
Gevechtsvliegtuig
Visser onderzocht van welk toestel de wrakstukken afkomstig waren. Bij zijn onderzoek kwam hij uit bij het voormalige vliegveld Deelen waar in het museum de enige nog resterende romp van een Short Stirling te bekijken is. De onderzoekers ontdekten dat de restanten van hetzelfde type gevechtsvliegtuig zijn.
"Er zijn er in totaal drie Stirlings neergestort voor onze kust, twee bij Bergen aan Zee en één bij Camperduin. We zijn er voor 80 procent zeker van dat de wrakstukken van de laatste afkomstig zijn", zegt Visser. "Meestal spoelen dit soort onderdelen recht voor de kust aan."
Het zou gaan om de Short Stirling BF396 die op 17 december in 1942 werd neergehaald door een Duitse nachtjager. Alle acht bemanningsleden kwamen om. "Dat terwijl ze bijna thuis waren. Als je de Nederlandse kust bereikte, was je al aardig veilig", vertelt Visser. "Ze noemden het gebied tussen Castricum en Egmond aan Zee the Gap omdat daar weinig afweergeschut stond."
"Er waren vijf bemanningsleden die voor het eerst met dit toestel vlogen. Ze hebben afscheid genomen en zijn nooit meer teruggekomen, dat is natuurlijk dramatisch", zegt Visser.
Een van hen was de 22-jarige Sergeant Thomas Padden. Visser zocht contact met een kleinzoon om te vertellen over de vondst. "Hij was helemaal flabbergasted en ook dankbaar dat we dit allemaal hebben uitgezocht."
De brokstukken krijgen vanaf april een plekje in het bunkermuseum Jansje Schong in Egmond aan Zee. Visser denkt dat de nabestaanden van de bemanningsleden ook langskomen. "Die waarderen het ontzettend dat we het verhaal van hun opa in het museum willen vertellen. Deze dramatische geschiedenis gaat op deze manier niet verloren."