Canadese ijshockeysters onttronen team VS, praktisch de enige concurrent
De Canadese ijshockeysters zijn voor de vijfde keer olympisch kampioen geworden, door in de finale met 3-2 af te rekenen met het team van de Verenigde Staten. Alleen in 2006 speelden beide landen niet tegen elkaar in de eindstrijd.
Sinds in 1998 ook de vrouwen een olympisch ijshockeytoernooi hebben, verdeelden Canada en de VS (twee keer, waaronder in 2018) alle gouden medailles.
Echt verrassend was het dus niet dat de twee rivalen elkaar weer tegenkwamen. Wel was het wedstrijdverloop opmerkelijk. Canada had amper de helft van het aantal doelpogingen nodig om via Marie-Philip Poulin (tweemaal) en Sarah Nurse op 3-0 te komen. Een vierde treffer werd nog afgekeurd.
Pas aan het eind van de tweede periode deed Hilary Knight wat terug, om het in de absolute slotfase ook nog even spannend te maken toen er bij een alles-of-niets-poging zonder keepster werd gespeeld.
Bijzondere opzet
Het toernooi kende een bijzondere opzet, waarbij de tien deelnemende landen over twee groepen werden verdeeld. In poule A zaten alle sterke ploegen, die allemaal doorgingen naar de volgende ronde. Toen was Canada ook al te sterk voor de VS (4-2).
Vanuit poule B stoomden drie landen door, die overigens allemaal direct werden uitgeschakeld in de kwartfinales. Finland versloeg eerder al Zwitserland in de strijd om het brons.