De Amerikaanse leider van het onderzoek Vincent Pankoke bij de Westerkerk in Amsterdam
NOS NieuwsAangepast

Amerikaanse teamleider Anne Frank-onderzoek verwerpt kritiek

De voormalig FBI-rechercheur die leiding gaf aan het recent gepubliceerde onderzoek naar het verraad van Anne Frank heeft fel uitgehaald naar media en critici. Media hebben volgens de Amerikaan Vincent Pankoke eenzijdig bericht over het onderzoek en de kritiek daarop, terwijl de critici vaak geen argumenten hebben aangedragen.

Pankoke schrijft op de website van het onderzoeksteam dat er vooral in Nederland veel kritiek loskwam. In het buitenland zou er juist veel lof zijn geuit.

"Ik was voorbereid op enige weerstand die een nieuwe theorie afkomstig van buitenstaanders teweeg zou brengen, maar niet in de mate die wij hebben ervaren", schrijft Pankoke. Auteurs en historici die in het verleden onderzochten wie Anne Frank verraden zou hebben, kregen nooit zo'n "giftige aanval" op hun theorie.

Het onderzoeksteam concludeerde dat het waarschijnlijkste scenario is dat de Joodse notaris Arnold van den Bergh het adres van het Achterhuis heeft doorgegeven aan de nazi's. Hij zou onder druk van de nazi's informatie hebben overgedragen, om zichzelf en zijn familie te redden.

Pankoke vraagt zich af of het aanwijzen van een prominente Jood, een lid van de Joodse Raad, de reden is dat er zulke felle reacties loskwamen. Volgens Pankoke was er veel minder weerstand toen bijvoorbeeld de Joodse verrader Ans van Dijk werd genoemd. "Het lijkt erop dat er sprake is van een dubbele standaard bij het beoordelen van ons werk."

Puzzelstukjes met indirect bewijs

De Amerikaan vindt verder dat critici er blijk van geven niet goed te begrijpen hoe het onderzoek is gedaan, ze zouden te weinig verstand hebben van coldcaseonderzoek. Een van de kritiekpunten was dat het onderzoek niet wetenschappelijk was. Pankoke zegt daarop dat er veel wetenschappelijke en technische elementen in het onderzoek zitten.

Critici vegen volgens hem indirecte bewijzen te gemakkelijk van tafel. "Als er in rechtszaken geen indirect bewijs mag worden aangevoerd, zouden heel weinig zaken worden opgelost", schrijft Pankoke. Hij vergelijkt het onderzoek met het leggen van een puzzel: puzzelstukjes met indirect bewijs zeggen misschien niets, maar twintig van die puzzelstukjes geven een helderder beeld.

Een van de Nederlandse onderzoeksleiders, journalist Pieter van Twisk, reageerde al eerder op de kritiek op hun onderzoek:

'Er is een verschil tussen historisch onderzoek en een opsporingsonderzoek zoals dit'

Centraal in de theorie van het onderzoeksteam is een anoniem briefje dat kort na de oorlog bij Otto Frank, de vader van Anne Frank, was bezorgd. Het bestaan daarvan was al bekend, maar het team wist een door Otto Frank gemaakte kopie van het briefje terug te vinden. Er stond in dat Van den Bergh de schuilplaats had verraden aan de Duitsers. De notaris zou bovendien een hele lijst met onderduikadressen hebben doorgegeven.

Verschillende experts zetten vraagtekens bij het briefje. Het zou bijvoorbeeld geschreven kunnen zijn door iemand die Van den Bergh zwart wilde maken. Ook zou er helemaal geen bewijs zijn dat er adressenlijsten hebben bestaan. Deskundigen noemden het zelfs zeer onwaarschijnlijk dat die zijn opgesteld.

"Er is na de oorlog heel hard over de Joodse Raad geoordeeld, niet in de laatste plaats in Joodse kring. Als er iets van bewijs was geweest dat er lijsten waren geweest met ondergedoken Joden, dan was dat na de oorlog echt allang naar voren gebracht", reageerde emeritus hoogleraar Holocaust- en Genocidestudies Johannes Houwink ten Cate van de Universiteit van Amsterdam. Pankoke reageert niet specifiek op de kritiek dat er geen enkel bewijs is voor het bestaan van de adressenlijsten.

Critici zeiden ook dat het briefje na een politieonderzoek in de jaren 60 al verworpen was als lasterlijk. Bovendien werd naar voren gebracht dat het zeer onwaarschijnlijk is dat een vooraanstaand lid van de Joodse Raad vele Joden heeft verraden. Pankoke zegt daarop dat een kenmerk van een coldcaseonderzoek is dat je eerdere bevindingen niet accepteert: "Je moet alles bevragen."

Pankoke benadrukt meermaals dat de onderzoekers Van den Bergh niet zozeer als dader maar ook als slachtoffer zien. Verwijten van antisemitisme steken hem dan ook, schrijft hij. De Amerikaan wijst erop dat sommige kennissen, vrienden en familieleden van hem Joods zijn, onder wie zijn schoonzoon en kleinkind. "Mij beschuldigen van antisemitisme gaat in tegen alles waar mijn familie voor staat."

Pankoke schrijft niet expliciet wie de bron is van het verwijt van antisemitisme. Er zijn na publicatie van het onderzoek wel zorgen geuit dat het onderzoek antisemieten in de kaart speelt. Voorzitter John. D. Goldsmith van het Zwitserse Anne Frank Fonds, dat zich zeer kritisch uitte over het onderzoek, zei erover: "In Nederland waren de reacties vernietigend, maar de lezer in Minnesota of in Chili denkt nu: Anne Frank is door een Jood verraden. De gevolgen daarvan zullen we nog jaren moeten rechtzetten. Het grenst aan een complottheorie om een bewering te doen die als feit wordt opgepakt. En complottheorieën blijven lang hangen, weten we."

Daarbij zegt Pankoke dat het onderzoeksteam ook in zijn maag zat met de conclusie die uit het onderzoek kwam en worstelde met de vraag of het die naar buiten moesten brengen. De onderzoekers gingen te rade bij een rabbi. Die zou hebben gezegd: "het enige dat telt is de waarheid". Pankoke schrijft dat de nazi's het "duivelse plan" hadden om van Joden collaborateurs te maken in de jacht op Joodse onderduikers, en dat dat de geschiedenis ingaat als een van de kwaadaardigste daden.

Er kwam ook kritiek van experts en onderzoekers die zeiden dat ze ten onrechte als betrokkenen bij het onderzoek waren genoemd. Pankoke wil ook daar niets van weten. Volgens hem vroegen sommigen om genoemd te worden, of stemden daar in elk geval mee in. Ook zouden namen bijna vier jaar op de website van het onderzoeksteam hebben gestaan zonder één negatieve reactie van hun kant. Pankoke zegt dat hij hen als vrienden en collega's beschouwt en dat hij hoopt dat ze ervan terugkomen. Daarbij herinnert hij hen eraan dat alle e-mails zijn bewaard en dat alle ontmoetingen zijn gedocumenteerd.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl