Het is 1 december 2020 als in Nederland de coronaspoedwet ingaat. Een tijdelijke wet, waarmee het kabinet ingrijpende maatregelen kan nemen zoals een lockdown, het coronatoegangsbewijs en de anderhalve meter. Een Kamermeerderheid is nu voor de vierde verlenging van de wet, maar in de Kamer klinkt wel kritiek. Want is er nog wel sprake van 'nood' in deze fase van de pandemie?
Het is een vraag die in de samenleving, maar ook in de Tweede Kamer tot verdeling leidt. "Het is tijd om afscheid te nemen van de wet", zegt SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij (SGP) bijvoorbeeld. "We moeten recht doen aan de nieuwe fase van de pandemie, we zitten niet meer in de crisisfase."
Tegelijkertijd zijn andere Kamerleden terughoudender. "Ik ben voorzichtig", zegt D66-Kamerlid Wieke Paulusma. "Ik snap dat mensen zeggen: de wet moet van tafel, kijk naar Denemarken. Maar het is zo onvoorspelbaar." Ook VVD-Kamerlid Jeroen van Wijngaarden houdt een slag om de arm. "In de ziekenhuizen is het nog ontzettend druk. Er zijn nog veel besmettingen. Er is nog te veel onzeker om in een keer alles open te gooien."
Hoe zit het ook alweer?
De coronawet geldt sinds 1 december 2020 en geldt telkens voor drie maanden. Het kabinet kan deze wet verlengen zonder tussenkomst van de Eerste en Tweede Kamer, die geven pas achteraf hun toestemming. Zo is de huidige periode ingegaan op 1 december 2021 en debatteerde de Tweede Kamer er nu pas over.
"De wet is nu precies 428 dagen in werking, dus echt tijdelijk is dat niet meer", zegt hoogleraar Staatsrecht Wim Voermans. Nu de omikronvariant niet zo ziekmakend blijkt te zijn als in december werd aangenomen, is de vraag of de noodwet nog op z'n plaats is. De huidige periode loopt 1 maart af en als de wet niet wordt verlengd, vervallen alle maatregelen. Vanwege de aard van de wet is het niet mogelijk bepaalde maatregelen, zoals mondkapjes en het coronatoegangsbewijs, aan te houden en andere maatregelen af te schaffen. Het is grotendeels een totaalpakket.
We zitten gevangen in een systeem van tijdelijke maatregelen.
Toch wil een deel van de Kamer nu echt van de wet af. "Is er op dit moment sprake van een noodsituatie", vraagt onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt zich af. "Op dit moment is er volgens CBS sprake van ondersterfte. Is de zorg dan overbelast? Wel erg belast, maar er is geen sprake van een noodsituatie. Er vindt een grote inbreuk plaats op de grondrechten en dus moet de regering daar terughoudend mee omgaan." Ondanks de toenemende verdeeldheid, is een Kamermeerderheid dus wel voor verlenging.
Nieuwe noodwetgeving?
Een deel van het antwoord daarop is dus het dilemma waar het kabinet én de Kamer nu aan vastzitten. "We hebben een bizar systeem gekozen met die tijdelijke wet", zegt Voermans. "Als-ie automatisch vervalt, ben je alles kwijt. Doe je dat niet, dan moet je de minister maar op zijn blauwe ogen geloven dat hij niet alles gaat gebruiken. Zie het als een gereedschapskist: mondkapjes, anderhalve meter, coronatoegangsbewijs, zeg jij dan maar welke je niet meer nodig hebt, ook met het oog op grote festivals en evenementen in de zomer. Daarom zegt het kabinet steeds: drie maanden erbij, en wat we nodig hebben, gebruiken we."
Heel veel andere opties zijn er staatsrechtelijk niet, denkt Voermans. "Je kunt zeggen: we verlengen 'm één keer, maar niet met alle maatregelen, dit is echt de laatste keer. De regering kan dat eenzijdig beslissen. Maar, later moet het kabinet dan nog wel een wetsvoorstel indienen waarbij verlenging tot 1 juni wordt goedgekeurd. Als de Kamers dan zeggen: dom idee, gaat niet door, dan kan iedereen die last heeft gehad van die verlenging op de poort komen kloppen en schadevergoeding eisen. Dat is een enorm risico."
En dan is er nog het probleem dat de regering nu telkens als eerste aan zet is, zegt Voermans. "Die verlengt nu een wet, en twee maanden later kan de Kamer die dan een keer behandelen. Bij normale noodwetten kunnen de Kamers altijd een einde maken aan zo'n wet, dat kan bij deze tijdelijke wet niet. Je wil naar een systeem toe waarin regering kan zeggen: er is een noodsituatie, we nemen wat noodmaatregelen, maar op elk gewenst moment kunnen de Kamers daar eind aan maken. Daar moet snel een nieuwe wet voor komen. Nu zitten we gevangen in een systeem van tijdelijke maatregelen."