Jac Orie
NOS Schaatsen

Ook twintig jaar na Salt Lake voelt Orie zich nog altijd geen schaatstrainer

  • Luuk Blijboom

    Redacteur NOS Sport in Peking

  • Luuk Blijboom

    Redacteur NOS Sport in Peking

Het is een uur of drie in de middag op zaterdag 16 februari 2002 als een geheel in het zwart geklede man heen en weer drentelt voor de ingang van de Utah Olympic Oval in Salt Lake City.

Anders dan zijn outfit doet vermoeden, maakt hij deel uit van de meest in oranje gestoken Nederlandse olympische ploeg. En toch ook weer niet. Binnen is het feestgedruis rond Gerard van Velde, bejubelde winnaar van de 1.000 meter, zojuist volop losgebarsten. Buiten vechten bij ene Jac Orie, bewegingstechnoloog uit Den Haag, ongeloof en opgetogenheid om voorrang.

Het duizelt. Hij vraagt zich af of het werkelijk waar is wat hij even daarvoor heeft aanschouwd. Om 14.23 uur lokale tijd voltrekt zich die middag voor zijn ogen het Wonder van Utah. Gerard van Velde heeft welgeteld één minuut, zeven seconden en achttien honderdsten nodig gehad voor de kilometer van zijn leven.

Heel even waant ook hij zich op de top van de wereld. Alsof hij boven op de Rocky Mountains staat die de schaatsbaan van Salt Lake City omringen. Is het toeval dat de besneeuwde bergen deze dag baden in een gouden middagzon?

Hij laat het maar over zich heen komen. Euforie, zo weet hij, duurt doorgaans niet langer dan een uurtje. Dan regeert weer de waan van de dag.

Toevallige ontmoeting

Onwillekeurig dwalen zijn gedachten af naar die toevallige ontmoeting, ergens op een avond in februari 2000. Het moment dat feitelijk gezien ten grondslag ligt aan het schaatsgoud dat Van Velde deze middag binnen harkt.

Jeetje, denkt hij, het is alweer twee jaar geleden dat hij op de Haagse kunstijsbaan De Uithof zijn oude maatje Martin Hersman tegen het lijf loopt. Het zijn oude bekenden. De een professional uit Rintje Ritsma's commerciële ploeg Sanex. De ander gesjeesd oud-schaatser die nooit heeft kunnen doorbreken.

Jac Orie in 1992

Orie maakt in de jaren tachtig en negentig deel uit van een roemruchte lichting sappig Haags pratende schaatsers. Maar waar mannen als Ben van der Burg, Bart Veldkamp, Thomas Bos en Marnix ten Kortenaar zich gaandeweg internationaal doen gelden, blijft Orie steken in de Nederlandse subtop.

Drie jaar maakt hij deel uit van Jong Oranje, maar ziekte en pech doen hem nooit tot volle wasdom komen. Vierde op de 1.500 meter tijdens de NK afstanden van 1988. Vijfde op de NK allround, een jaar later. Zesde bij het nationaal kampioenschap sprint in '93. Het is allesbehalve een stijgende lijn.

Al snel kiest Orie voor een toekomst in de wetenschap. Schaatsen is verworden tot een middel om zijn studie bewegingstechnologie te bekostigen. In de avonduren geeft hij op De Uithof les aan huisvrouwen en mannen op leeftijd.

Over vereiste papieren beschikt hij niet. Ja, hij is in het bezit van het diploma Jeugd Schaats Leider. Maar dat is uitsluitend omdat de mensen die hij lesgeeft anders onverzekerd zijn.

Telefoontje van Hersman

Hersman worstelt met zijn materiaal, zo vertelt hij Orie. Hij wil een wig onder zijn klapschaats bevestigen en vraagt om goede raad. Op basis van zijn kennis over biomechanica geeft Orie een paar bruikbare tips. Dan scheiden beider wegen weer.

Tot een paar weken later de telefoon gaat. Het is Hersman die aan de lijn hangt. Het probleem met zijn schaats is in één klap opgelost en hij rijdt weer bijna als vanouds. Orie beschikt over kennis die wellicht mogelijkheden biedt. Of hij er oren naar heeft het team rond Ritsma in de laatste maanden van seizoen 1999-2000 uit de brand te helpen?

Het is een vraag die hem overvalt en aan het twijfelen brengt. De Hagenaar is net gestart met een nieuwe studie, bewegingswetenschappen ditmaal, en ziet weinig heil in het nomadenbestaan van schaatstrainer. Aan de andere kant: dit is een kans die hij wellicht nooit meer krijgt.

Hij gaat uiteindelijk akkoord, al stelt hij zichzelf daarbij één voorwaarde. Dit avontuur eindigt zodra het seizoen erop zit.

Onder die condities krijgt Orie twee rijders onder zijn hoede die zich niet hebben weten te kwalificeren voor grote internationale wedstrijden. Naast Hersman meldt ook Ralf van der Rijst zich bij hem.

Ofschoon hij ongediplomeerd en niet bekend is bij de ploegleiding, krijgt Orie volledig carte blanche. De boodschap die hij meekrijgt: doe wat je moet doen.

Wetenschapper

De wetenschapper in Orie ziet zijn kans schoon en zet meteen een testbatterij op voor de twee schaatsers. Hij neemt ze mee naar de luchtmachtbasis Soesterberg, waar hij het duo aan allerlei testen onderwerpt. Meten is immers weten.

Uit de resultaten leest Orie al snel af waar het bij de twee schaatsers aan schort. Hij krijgt het duo uiteindelijk weer op de rit, tot grote tevredenheid van de ploeg. Een jaar later wordt Hersman zelfs nationaal kampioen allround.

Het werk zit er al enkele maanden op als een vertegenwoordiger van TVM zich tot hem wendt. Het verzekeringsconcern uit Hoogeveen heeft de markt verlegd van wielrennen naar schaatsen en is inmiddels sponsor geworden van de ploeg rond Ritsma. Binnen de organisatie is een vacature voor de functie van trainer vacant. Is hij beschikbaar?

Jac Orie in gesprek met Gianni Romme in 2002

Aan het roer van het team staat voormalig sprinter Geert Kuiper. De Friese veehouder en Orie zijn oude bekenden uit het sprinten. Na een gesprek slaan de twee de handen ineen. Grootste uitdaging: Ritsma's trainingsmaat Van Velde verlossen van zijn worsteling met de klapschaats.

Het is de tijd waarin Van Velde luistert naar de bijnaam The Shadow. Ofschoon sprinter van origine, rijdt hij tijdens trainingen steevast als een schaduw achter de rug van Hersman en Ritsma.

Ook Van Velde ontkomt niet aan een eindeloze reeks metingen. Orie's analyse luidt dat de schaatser zó sterk is dat hij op de 500 en 1.000 meter zijn vermogen niet kwijt kan op het ijs.

Rigoureus

Dus pakt Orie de zaken rigoureus aan. Hij kiest zijn eigen route. Het doel: Van Velde minder sterk maken. Orie werkt aan de streksnelheid van Van Velde's benen en laat de sprinter in de trainingen vaker kennismaken met de snelheid in de bochten die hij in wedstrijden tegenkomt.

Het programma slaat steeds beter aan naarmate de olympische jaargang vordert. Een maand voor het begin van de Winterspelen van 2002 vertrekt de ploeg op trainingskamp naar Calgary. Op de Olympic Oval werkt Van Velde op voorspraak van Orie nog nadrukkelijker aan zijn snelheid.

Wetenschapper Orie berekent in Canada wat de beste kromming en ronding in de ijzers van Van Velde moet zijn om de hoogste snelheid te halen in de bochten, de achilleshiel van zijn races. Met die cijfers in de hand wordt er door Hersman tot een paar dagen voor de 1.000 meter van Salt Lake aan Van Velde's ijzers gebogen en geslepen.

'Tarzan' ziet Abraham: Gerard van Velde is 50 jaar

Een mooier moment om het schaatsen achter zich te laten is er niet, denkt Orie die zaterdagmiddag als hij luistert naar het feestgedruis in het Nederlandse kamp. Het is goed zo. Orie's besluit staat vast. Hij zegt aan het einde van dat seizoen het schaatsen vaarwel. Definitief, ditmaal.

De fundamentele kant van de bewegingswetenschappen blijft trekken. Onderzoeken doen. Promoveren. Om uiteindelijk een echte wetenschapper te worden.

Toch blijft het ergens kriebelen. Als de Amerikaan Peter Mueller aan het einde van die olympische jaargang vertrekt bij de ploeg van SpaarSelect, wordt Orie opnieuw benaderd. Het vlees blijkt zwak. Weer hapt hij toe.

Sterrenensemble

De overstap naar het sterrenensemble rond Gianni Romme, Jan Bos, Erben Wennemars en Marianne Timmer markeert het moment waarop de wegen van Van Velde en Orie definitief scheiden. Zonder vals sentiment.

Zeker nu, twintig jaar na de Winterspelen van Salt Lake City, wordt hij als succescoach bij Jumbo-Visma vaak herinnerd aan die gouden medaille van Van Velde. Zelf denkt hij er niet vaak aan terug. Het is mooi geweest om met Van Velde zo'n bijzonder traject te hebben afgelegd, dat zeker. Maar hij ziet Van Velde vandaag de dag toch vooral als coach van Reggeborgh. Een concurrent, zogezegd. Ze zeggen elkaar gedag en maken een kort praatje. Daar blijft het bij.

Omkijken naar hoe het ooit was, da's niks voor hem. Zonde van zijn tijd. Dat geldt ook voor de zeven gouden, drie zilveren en die ene bronzen olympische medailles die rijders vanaf Turijn 2006 in de wacht slepen. Laat hem maar lekker vooruitkijken.

Hij is de eerste om te erkennen dat het heel raar klinkt. Ondanks alle successen voelt hij zich, eerlijk gezegd, nog steeds geen trainer. Wat hij wel is? Orie weet het écht niet. Hij probeert daar te gaan waar anderen nog nooit zijn geweest. Laat hij het zo zeggen.

Schaatsen is het ultieme middel om dat doel te bereiken. Hij zegt het niet hardop, maar stiekem is hij eigenlijk al twee decennia bezig met iets dat zich misschien het beste laat omschrijven als één groot experiment.

Wetenschap op gladde ijzers.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl