Ook Noord-Hollandse gemeenten onderzoeken onteigening Joods vastgoed
Negen gemeenten in Noord-Holland stellen een onderzoek in naar de onteigening van Joods vastgoed tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er wordt ook aandacht besteed aan de periode na de oorlog, waarin Joden probeerden hun bezit terug te krijgen en de rol die de gemeenten daarin speelden.
Het onderzoek is een initiatief van de gemeente Alkmaar. De andere gemeenten zijn Den Helder, Bergen, Castricum, Heiloo, Dijk en Waard, Hollands Kroon, Schagen en Texel. Samen zijn de gemeenten aangesloten bij het Regionaal Archief Alkmaar. De Radboud Universiteit in Nijmegen zal het onderzoek uitvoeren. In de zomer van volgend jaar moet het zijn afgerond.
Alkmaar heeft al een verkennend onderzoek verricht. Daaruit kwam naar voren dat voor enkele panden meer onderzoek nodig is om te kunnen vaststellen hoe de eigendomsgeschiedenis verlopen is. Er waren geen aanwijzingen dat Alkmaar zelf panden opkocht. Ook waren er geen aanwijzingen dat Alkmaar na de oorlog nog belastingen oplegde aan Joodse eigenaren.
Dat gebeurde in andere gemeenten wel, zoals Amsterdam en Den Haag. Joodse eigenaren die ondergedoken zaten of waren weggevoerd, werden na de oorlog alsnog aangeslagen voor onder meer achterstallige erfpacht.
'Onmenselijke gevolgen'
Steeds meer gemeenten onderzoeken hun omgang met onteigend Joods vastgoed, naar aanleiding van onderzoek van Pointer dat aan de hand van Duitse vastgoedboeken duizenden verkochte Joodse panden in kaart bracht. Eindhoven is de laatste gemeente die een onderzoek heeft afgerond. Daaruit bleek dat Eindhoven geen onteigende Joodse huizen heeft aangekocht en ook niet achteraf belasting heeft opgelegd.
"Wel maakt het onderzoek helder dat tijdens de oorlog de gemeente bijdroeg aan het verschillend behandelen van groepen Eindhovense inwoners, met schrikbarende en onmenselijke gevolgen voor de Joodse gemeenschap", aldus de gemeente. De gemeente stelt 90.000 euro beschikbaar voor het "versterken van Joodse cultuur in Eindhoven".
Ook onder meer Amersfoort, Assen, Arnhem, Deventer, Groningen, Hilversum, Haarlem, Meppel, Leeuwarden, Rotterdam, Utrecht, Zaanstad en Zwolle verrichten dergelijk onderzoek of hebben het afgerond.