Nederlandse ondernemers in Ethiopië: 'Moeilijk om opeens te vertrekken'
Fiorella Opromolla
redacteur Buitenland
Fiorella Opromolla
redacteur Buitenland
De spanningen in Ethiopië lopen hoog op en het kabinet roept Nederlanders dan ook "met klem" op om het land te verlaten. Voor sommigen een moeilijke beslissing, zeker als je daar een heel leven en zelfs een bedrijf hebt opgebouwd.
De NOS sprak met vier Nederlandse ondernemers over hun leven in Ethiopië, en over teruggaan naar Nederland.
'Heel moeilijk om te besluiten om te vertrekken'
Sander de Raad woont nu 4,5 jaar in Ethiopië. Hij werkt voor een stichting die Nederlandse ondernemers helpt met onder meer investeringen in het land. De Raad merkt dat de situatie gespannen is. "Mensen maken zich zorgen en bereiden zich voor op verdere escalatie", zegt hij aan de telefoon. Vooralsnog blijft hij in Ethiopië; wel treft hij voorbereidingen om zo snel mogelijk weg te kunnen als dat nodig is. "Ik heb hier een heel leven opgebouwd en heb een Ethiopische vriendin. Het is heel moeilijk om te besluiten zomaar te vertrekken."
Volgens De Raad is het goed dat de ambassade stappen onderneemt en iedereen voorbereidt. "Internationale organisaties hebben Afghanistan nog in het achterhoofd. Niemand wil een soortgelijke situatie hebben waarbij paniek uitbreekt en je het land niet kan verlaten. Daarom bereidt men zich voor, maar we hopen natuurlijk op een goede afloop."
De rebellen van het Volksbevrijdingsleger van Tigray komen naar eigen zeggen steeds dichterbij de hoofdstad Addis Abeba, waar De Raad woont. "Als je het nieuws leest, krijg je al gauw de impressie dat de boel hier in de fik staat. Maar dat is niet het geval. Het leven gaat door, maar mensen zijn wel nerveus. Als je naar kantoor gaat en de dagelijkse dingen doet, zie je niet direct dat er oorlog is."
Jaap de Pater woont sinds 2019 met zijn vrouw en kinderen in Debre Zeit, 50 kilometer buiten Addis Abeba, waar hij werkt voor een staalbedrijf. Hij gaat volgende week terug naar Nederland. Zodra het weer veilig is, keert hij terug naar Ethiopië. "Want ons leven is hier, we hebben hier ons huis. We gaan zeker niet definitief naar Nederland. Over zo'n oproep om te vertrekken denk je goed na en het maakt veel emoties los", vertelt hij.
De Pater kan vanuit Nederland blijven werken. "Maar je bent ook verantwoordelijk voor het personeel en hen laat je achter. Zij kunnen niet weg en blijven in een land dat verscheurd is door het conflict. Dat is moeilijk. We hopen dan ook dat we snel weer terug kunnen."
Ook De Pater zegt dat hij weinig merkt van het conflict. "Er zijn altijd wel spanningen geweest in onze tijd in Ethiopië. Maar het is in onze directe omgeving nog erg rustig, op verhoogde controles na. Dat valt moeilijk te rijmen met de berichten van elders in het land." Wel wordt er veel over het conflict gesproken, merkt hij. "Als Nederlanders hebben we regelmatig contact en houden we elkaar op de hoogte van de ontwikkelingen."
'Ons vertrek betekent onzekerheid voor het personeel'
Iets meer dan een jaar geleden verhuisde Marc van der Meij met zijn gezin naar Ethiopië. Op het platteland, vlak bij Debre Zeit, runt hij met een collega een meubelfabriek. Van der Meij heeft zijn personeel deze week verteld dat het bedrijf voorlopig sluit: hij vertrekt volgende week naar Nederland om zich bij zijn gezin te voegen, dat drie weken geleden al terugkeerde.
"Ik leef in de luxe dat ik weg kan, maar niet iedereen kan weg. Dat is heel treurig. Ons vertrek brengt voor het personeel veel onzekerheid mee. Hier is geen sociale zekerheid. We beloven de salarissen door te betalen, maar wat als de banken ineens het werk neerleggen?" Toch is Van der Meij optimistisch: "Ik hoop voor de Ethiopische Kerst weer terug te zijn." Dat is op 7 januari.
Hoewel er in het dagelijks leven in de woonplaats van de ondernemer weinig te merken is van de oorlog, is er wel veel activiteit bij het militaire vliegveld in de buurt. "Daar stijgen continu drones op, die ze net hebben ingekocht. En straaljagers. Die gaan recht over de compound."
'We bekijken het per dag'
Jaco Hendriksen heeft een kippenslachterij in Debre Zeit en woont al acht jaar in Ethiopië. "Het is lastig om de situatie in te schatten, en het verloop ervan", zegt hij. "Met een bedrijf is het als een kapitein op een schip: dat kan je niet zomaar achterlaten. Als je vertrekt, moet je wel een goede kapitein hebben die het overneemt."
Hoe zijn bedrijf verdergaat als Hendriksen vertrekt, ligt al vast. De spullen zijn ingepakt, hoewel het zijn bedoeling is om te blijven. "In principe kunnen we elk moment vertrekken, ik weet alleen niet of ik daadwerkelijk ga. We bekijken het per dag", zegt hij. "Door te vertrekken geef je ook een signaal af aan de mensen hier. Nu ze je nodig hebben, vertrek je. Dat is moeilijk."
Als Hendriksen toch naar Nederland moet, gaat hij zeker terug naar het Afrikaanse land zodra het weer kan. "Wat er nu in Ethiopië gebeurt is in- en intriest. Bovendien kost deze oorlog veel geld, en dat was er al niet zoveel. Ik hoop dat het zo snel mogelijk opgelost is."