'Paar procentjes extra' helpen Griekspoor aan unieke serie en top-100-positie
Hij verloor op de US Open in de tweede ronde van ene Novak Djokovic, maar sindsdien is er niemand meer geweest die Tallon Griekspoor op de knieën heeft gekregen. Op een zege in de Davis Cup-ontmoeting met Uruguay volgde een serie van maar liefst twintig overwinningen op rij, goed voor vier titels op challenger-niveau.
Met zijn triomftocht op Tenerife bracht de 25-jarige Haarlemmer zondag zijn jaaroogst op zeven challengertitels, een score die nooit eerder is neergezet door een tennisser. "Dat is iets heel moois. En ook onverwachts. Ik denk dat als je in een jaar twee of drie challengers wint, je het al heel goed doet. En nu vier op een rij... Daar ben ik superblij mee."
Dat hij zijn titels één treetje lager dan de ATP-tour bij elkaar sloeg, deert Griekspoor niet. En was ook een beetje uit noodzaak geboren. "Gezien mijn ranking moest ik gewoon challengers gaan spelen. Uiteindelijk heb ik er wel voor gekozen challengers op gravel te blijven spelen. Dat kwam ook doordat ik met visumproblemen voor Amerika zat, waardoor ik niet naar Indian Wells kon."
Griekspoor maakte in al zijn wijsheid van de nood een deugd. "Ik stond zo goed te spelen op gravel, het ging allemaal zo lekker, dat ik dacht: waarom niet doortrekken en op deze manier de top-100 in?"
Naar plaats 72
Hij slaagde met glans. In de eerste week van het jaar vond Griekspoor zich nog terug op de 155ste plaats van de wereldranglijst, maar vorige maand slechtte hij de magische grens. En dankzij het succes op het Canarische eiland, waar hij onder meer afrekende met de voormalige toptienspeler Fernando Verdasco en oud-topper Feliciano Lopéz, is hij deze week van de 88ste doorgeschoven naar de 72ste positie.
"Ik denk dat dit jaar alle puzzelstukjes op hun plek vallen", verklaart hij zijn gestage opmars op de mondiale tennisladder. "Ik ben heel constant en mijn lichaam is ook heel erg goed: ik kan week in week uit spelen, wat voorheen niet het geval was. Dat maakt mij mentaal ook erg sterk, omdat ik weet dat ik het fysiek aankan. En ik sta gewoon goed te spelen en heb vertrouwen. Het lijkt allemaal een beetje vanzelf te gaan."
Maar dat is natuurlijk niet uit de lucht komen vallen. "Ik had aan het begin van het seizoen niet zozeer het gevoel dat het dit jaar móést gebeuren, maar wel dat het kón gebeuren. Mentaal is er zeker een kleine knop omgegaan en het besef gekomen van: luister, wil je het halen, dan moet het allemaal net een paar procent beter en moet je er gewoon elke dag volledig aan trekken. En die paar procentjes extra lijken te helpen."
Daarnaast ging behalve Dennis Schenk ook Raemon Sluiter zich met training en coaching bemoeien, al was de rol van de Rotterdammer die tussen 2015 en 2019 Kiki Bertens naar de vierde plaats op de wereldranglijst loodste, nog bescheiden. "Hij zou de tien, twaalf weken opvullen die Dennis niet kon doen. Ik wil heel graag met Dennis en Raemon door. Zoals het ernaar uitziet, zal het volgend jaar fifty-fifty worden."
Beter en verstandiger
"Het lijkt erop dat Raemon een goede invloed op mij heeft. We hebben een megagoeie klik, zowel op als naast de baan. Ik denk niet dat hij heel veel veranderd heeft bij mij en ik ben ook niet harder gaan werken door hem, maar wel beter en verstandiger. Als het op de dag zelf op is, is het op. Maar wat we doen, doen we honderd procent goed, met kwaliteit. Ik denk dat dat het grootste verschil is."
Wat ook helpt, is dat hij zich kan optrekken aan Botic van de Zandschulp, wiens loopbaan een boost kreeg door zijn verrassende kwartfinaleplaats op de US Open en die nu de nummer 61 van de wereld is. "We hebben vaak genoeg tegen elkaar gezegd: ik denk dat we allebei in die top-100 thuishoren. Hij heeft dat in die ongelooflijke twee weken gedaan. En ja, dan heb ik zoiets van: als hij het kan, kan ik het ook. En zo kunnen wij elkaar hopelijk naar een hoger niveau tillen."
Mega-opkikker
Misschien moet Griekspoor vanwege zijn ranking volgend seizoen af en toe nog een challenger op zijn programma zetten, maar hij richt zich toch vooral op de ATP-tour. En natuurlijk de grandslamtoernooien, waarvoor hij als top-100-speler geen pittige kwalificatie meer hoeft af te werken om in het hoofdschema terecht te komen.
"Dat is niet alleen voor mijzelf, maar ook financieel een mega-opkikker. Ik heb daardoor veel meer ruimte om alles goed te doen. En hopelijk kan ik wat mooie uitslagen neerzetten."
Maar eerst wacht er nog een laatste klus in Bratislava, de Slowaakse stad waar hij goede herinneringen aan bewaart. "Ja, ik won hier eerder dit jaar het graveltoernooi buiten. Het is nu op hetzelfde park, maar dan op de binnenbanen. Hopelijk kan ik er nog één mooie week van maken en het seizoen goed afsluiten."