Tienduizenden werkgevers moeten nog definitieve berekening loonsteun leveren
Zo'n 38.000 werkgevers moeten nog cijfers aanleveren op basis waarvan de loonsteun die ze in het voorjaar van 2020 hebben gekregen, definitief kan worden vastgesteld. Dat blijkt uit cijfers van het UWV. Het betekent dat ruim een kwart van de betrokken werkgevers de cijfers nog niet geleverd heeft.
Aanstaande zondagnacht is de deadline, en bedrijven die de gegevens, zoals over de misgelopen omzet, niet leveren moeten alles terugbetalen. Het gaat om de eerste ronde van in totaal zes rondes loonsteun die tijdens de pandemie aan bedrijven werd gegeven.
Intussen zijn boekhouders en accountants druk bezig om de benodigde controles te doen. Het is de vraag of dat in alle gevallen op tijd lukt.
Controleren
Zo'n 8 miljard euro werd in de eerste drie maanden van de coronacrisis overgemaakt aan bedrijven die loonsteun hadden aangevraagd. Op hoeveel geld die bedrijven precies recht hadden kon vooraf niet worden gecontroleerd. Het doel was om geld zo snel mogelijk bij bedrijven te krijgen om massaontslagen te voorkomen.
Daarom kregen bedrijven een voorschot, gebaseerd op hun eigen inschatting van hoeveel omzetverlies ze dachten te maken dat kwartaal. Dat voorschot was niet het volledige bedrag, maar 80 procent daarvan.
Op hoeveel steun de bedrijven definitief recht hadden wordt achteraf berekend, nu dus. Bedrijven moeten aan het UWV doorgeven hoeveel omzetverlies ze daadwerkelijk hadden. De verwachting is dat veel bedrijven geld moeten terugbetalen.
Sommige bedrijven moeten met hun omzetverlies ook een verklaring van een boekhouder of accountant meesturen. Als een bedrijf in het voorjaar van 2020 meer dan 20.000 euro aan voorschot heeft ontvangen moet namelijk een deskundige, zoals een boekhouder, verklaren dat alle informatie klopt. Bij een voorschot van meer dan 100.000 euro is een verklaring van een accountant nodig.
Complex
Die verklaringen zijn complex, zeggen de grote vier accountantskantoren. Dat geldt zeker voor grote bedrijven die bijvoorbeeld onderdeel zijn van ingewikkelde internationale structuren.
Accountantskantoren EY en PwC laten zelfs weten dat het hen niet gaat lukken om de aanvragen van al hun klanten voor 31 oktober af te ronden. Bij PwC wordt bij zo'n 50 bedrijven de deadline niet gehaald, bij EY bij 'een handvol', zegt een woordvoerder.
Dat is niet direct een probleem, omdat die controle tot veertien weken later kan worden toegevoegd aan de definitieve vaststelling. Maar zelfs met die uitwijkmogelijkheid, denkt PwC dat het niet gaat lukken om voor alle klanten de aanvraag te controleren. In sommige gevallen zijn er nog onduidelijkheden in de regels, zegt een woordvoerder. Het ministerie heeft een aantal technische vereisten voor een accountantsverklaring vorige maand versoepeld. PwC hoopt op maatwerk oplossingen, zegt de woordvoerder.
KPMG doet zo'n 300 controles. Dat loopt goed, zegt een woordvoerder. Deloitte laat weten dat er voortgang wordt geboekt, maar dat er nog veel werk moet worden verricht.
We worden gebeld door ondernemers die geen klant van ons zijn, om te vragen of wij hun aanvraag kunnen controleren.
Jeroen van Boekel heeft een accountantskantoor in Noord Brabant en Gelderland voor ondernemers in het MKB, OOvB. Hij heeft tientallen klanten in het MKB die een controle nodig hebben. Het gaat in de meeste gevallen om subsidies tussen de 50.000 en de 100.000 euro.
"We hebben vanuit al onze vijf vestigingen één team geformeerd dat alle aanvragen controleert. Dat is een team van acht mensen, die zijn in het voorjaar gestart. In de herfstvakantie hebben zij ook doorgewerkt."
Voor zijn klanten gaat het waarschijnlijk lukken om de deadline te halen, maar hij heeft ook klanten moeten weigeren. "We worden gebeld door ondernemers die geen klant van ons zijn, om te vragen of wij hun aanvraag kunnen controleren. Die zijn dan radeloos, via Google bellen ze alle accountantskantoren in de regio. Maar wij hebben het druk genoeg, onze eigen klanten gaan voor."
Dat het nu zo druk is komt ook omdat in het voorjaar van 2020 de meeste bedrijven steun kregen. Zo'n 140.000 in totaal. In de periodes daarna nam dat aantal af, zoals je hieronder kan zien.
Dat zoveel bedrijven toen gebruik maakten van de regeling komt ook door de onzekerheid van die tijd, zag Jeroen van Boekel bij zijn eigen klanten.
"Met name in de bouw waren ondernemers echt bang dat alles stil zou vallen. Ze hadden ook de beelden uit Italië gezien, grenzen gingen dicht. Die ondernemers hebben toen maar vast loonsteun aangevraagd. En ook bij makelaars viel het in het begin even stil, omdat mensen geen huis durfden te bezichtigen. Maar achteraf trok dat toch heel snel aan. Die bedrijven hebben minder omzetverlies gemaakt dan verwacht, of helemaal geen omzetverlies, en moeten dan geld terugbetalen."