Dood van gier die tegen windmolen vloog had voorkomen kunnen worden
De dood van de lammergier die eind mei in de Wieringermeer tegen een draaiende windmolen vloog, had mogelijk voorkomen kunnen worden met een geavanceerd vogeldetectiesysteem. Dat blijkt uit antwoorden van demissionair minister Schouten van Landbouw op Kamervragen.
De lammergier, die met een spanwijdte van zo'n drie meter tot de grootste vogelsoorten van Europa behoort, werd op 26 mei dood gevonden naast een turbine. Hans Pohlmann van de Vulture Conservation Foundation volgde de vogel via een zender vanaf het moment dat hij het Nederlandse luchtruim binnenvloog. Hij merkte meteen dat het mis was en spoedde zich naar het windpark, waar hij het levenloze dier aantrof.
50.000 dode vogels per jaar
De dood van de lammergier roept vragen op. Adviesbureau Waardenburg zegt tegen NH Nieuws dat er jaarlijks zo'n 50.000 vogels overlijden doordat ze tegen een windturbine vliegen. Pohlmann vindt daarom dat alle windturbines een vogeldetectiesysteem moeten krijgen. "In landen als Portugal en Spanje, maar ook in Zeeland, wordt een systeem gebruikt dat ervoor zorgt dat de wieken automatisch stoppen met draaien als er een grote vogel in de buurt is", zei hij in mei tegen NH Nieuws.
De PvdD-Kamerleden Vestering en Van Raan wilden van minister Schouten weten of ook zij vindt dat vogeldetectiesystemen levens kunnen redden en of ze bereid is ervoor te zorgen dat alle windturbines worden uitgerust met zo'n systeem én een zwarte wiek, waarmee zogenoemde 'birdstrikes' ook voorkomen kunnen worden.
'Maatwerk per park'
De minister erkent dat de dood van de lammergier in Wieringermeer mogelijk voorkomen had kunnen worden met een vogeldetectiesysteem, maar benadrukt dat zo'n systeem geen garantie biedt.
Verder kan ze van de kosten van het systeem enkel een schatting geven, mede omdat het "in alle gevallen maatwerk per park" vereist. Als windmolens voldoende dicht bij elkaar staan, volstaat één detectiesysteem. Dat kost tussen de 20.000 en 35.000 euro. Inclusief de onderhoudskosten van gemiddeld zo'n 5.000 euro per jaar komen de totale kosten voor de hele levensduur van de turbine(s) op 100.000 euro per systeem, schrijft Schouten.
De vraag of ze bereid is alle turbines uit te rusten met vogeldetectiesystemen schuift ze door. "Provincies zijn bij nieuwe windturbines het bevoegd gezag voor het verlenen van ontheffingen en vrijstellingen en vergunningen op grond van de wet Natuurbescherming."
Minder groene energie
Energiebedrijven zijn doorgaans geen fan van de vogeldetectiesystemen. Ze zijn prijzig in aanschaf en onderhoud. Daarnaast kost het productie; iedere keer dat een vogeldetectiesysteem vogels detecteert die richting de turbine vliegen, moet het gevaarte worden stilgezet en produceert het dus geen energie.
Waar Vestering en Van Raan suggereren dat het productieverlies beperkt blijft, denkt de minister daar anders over: "Wanneer het systeem zo wordt ingesteld dat de meeste grote vogels worden herkend en hun aanwezigheid leidt tot stilstand, zal er sprake zijn van een substantieel lagere opwek".
Zeeland heeft al detectiesystemen
Het Zeeuwse windpark Krammer werkt sinds 2019 met de detectiesystemen. "Vrijwel dagelijks staan er molens tijdelijk stil omdat er een vogel langs vliegt", zei projectmanager Van Hout vorig jaar tegen Omroep Zeeland. Dat kost het park jaarlijks tussen de 120.000 en 180.00 euro aan inkomsten. Van Hout: "Dat is een behoorlijk bedrag. Maar we willen graag dat de vogels, en met name de grote zeearend, hier blijven vliegen."