Ook anderhalve maand na de val van Kabul vinden veruit de meeste Nederlanders dat ons land Afghaanse vluchtelingen moet opvangen. In een enquête uitgevoerd door Ipsos, in opdracht van Nieuwsuur, zegt 17 procent volledig tegen het opnemen van vluchtelingen uit Afghanistan te zijn.
Zo'n zeven op de tien vinden dat we hen - onder voorwaarden - wél moeten toelaten. Een maand geleden was dat acht op de tien. Tegelijkertijd maken vier op de tien zich zorgen over de gevolgen voor de veiligheid in Nederland.
'Meeste Nederlanders welwillend'
Sinds de Taliban weer de macht hebben in Afghanistan, slaan veel inwoners op de vlucht. Ondertussen probeert Nederland landgenoten en Afghanen die Nederland hebben geholpen bij missies daar, naar hier te halen. In de laatste weken dat de Taliban het vliegveld van Kabul nog niet controleerden, evacueerde Defensie meer dan 2500 mensen. Tot 14 september zijn er uit Kabul 1897 mensen naar Nederland gebracht, het grootste deel Afghanen.
Zij worden opgevangen op (tijdelijke) locaties zoals legerplaats De Harskamp bij Ede. Daar leidde de komst van vluchtelingen tot fel protest. Ook op andere plekken waar vluchtelingen (mogelijk) tijdelijk gaan wonen is er, wat stiller, protest. Maar het overgrote deel van Nederland staat dus minder negatief tegenover Afghanen die hier een veilig heenkomen zoeken.
"Als je afgaat op sociale media en die demonstraties, denk je misschien dat er meer weerstand is", zegt Jaco Dagevos, bijzonder hoogleraar integratie en migratie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Hij onderzocht de bereidheid om Syrische vluchtelingen op te vangen en zag toen dat weinig Nederlanders "echt faliekant tegen" zijn.
"Er is in Nederland een brede middengroep die zich wel zorgen maakt over integratie en criminaliteit, maar welwillend staat tegenover 'echte' vluchtelingen."
Nieuwsuur ging naar Rijswijk, waar al een aantal jaar een asielzoekerscentrum staat. Of het centrum daar 'mag' blijven? De meningen van de buurtbewoners zijn verdeeld:
Uit de enquête blijkt dat de meningen verdeeld zijn over wélke groepen vluchtelingen naar Nederland mogen. Ook dat is in lijn met eerder onderzoek, zegt Ipsos-onderzoeker Sjoerd van Heck. "De algemene tendens is dat er vrij veel steun is voor het principe dat vluchtelingen welkom moeten zijn. Maar als je doorvraagt, ontstaan er verschillen."
Van de ondervraagden wil 30 procent alleen Afghanen (en hun gezinnen) opvangen die Nederland hebben geholpen bij missies. 28 procent wil daarbovenop Afghanen opvangen die zich hebben ingezet voor mensenrechtenbescherming of politiek actief zijn geweest. Zij lopen mogelijk extra risico nu de Taliban aan de macht zijn.
Van de 1897 mensen die Nederland vanuit Kabul naar hier haalde, vallen er 370 onder de Tweede Kamermotie die het kabinet opriep ook groepen op te halen die niet per se een band hebben met Nederland maar wel extra gevaar lopen, zoals journalisten en mensenrechtenverdedigers. Het demissionaire kabinet onderzoekt of het met de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties en de Internationale Organisatie voor Migratie een oplossing kan vinden voor andere "kwetsbare Afghanen" die nog in Afghanistan zitten en weg willen.
Zorgen over veiligheid
Een klein deel van de ondervraagden in de Ipsos-enquête, 13 procent, vindt dat Nederland álle Afghanen die hiernaartoe willen, moet opvangen.
Ondanks dat Nederlanders best Afghaanse vluchtelingen willen opnemen, maakt een groot deel zich ook zorgen. Vier op de tien is het eens met de stelling 'Ik maak me zorgen over de gevolgen van het toelaten van Afghaanse vluchtelingen voor de veiligheid in Nederland'.
"Buurtbewoners vrezen vaak voor een onveilige situatie, maar in de praktijk blijkt dat heel erg mee te vallen, over het algemeen", zegt hoogleraar Dagevos, op basis van de 'verdachtencijfers'. "Dat betekent niet dat er geen problemen zijn. De zogenoemde veiligelanders die in Nederland asiel aanvragen - bijvoorbeeld uit Marokko, Algerije en Albanië - zorgen voor heel veel overlast en criminaliteit. Die groep bepaalt het beeld."
De verdachtencijfers van jonge statushouders zijn daarentegen "relatief laag", zegt Dagevos. "Wel wat hoger dan onder de algemene bevolking. Maar ik denk dat het niet iets is om ons heel er zorgen over te maken."