Jorn Jonker
politiek verslaggever
Jorn Jonker
politiek verslaggever
Premier Mark Rutte wist al weken voor het opstappen van voormalig minister Cora van Nieuwenhuizen dat zij een nieuwe baan als lobbyist had binnengesleept. Kamerleden en staatsrechtexperts plaatsen nu grote vraagtekens bij hoe het kan dat zij toen niet direct weg moest van de minister-president.
Van Nieuwenhuizen (VVD) kon immers bij belangrijke ministersbesprekingen zijn, terwijl zij al wist dat ze de baan van lobbyist voor de energiesector had geregeld. Rutte wist dit vanaf 23 juli ook. Maar hij liet zijn partijgenote toch toe tot belangrijke vergaderingen. In augustus waren er bijvoorbeeld nog besprekingen over de begrotingen, die ook de energiesector raken, waarbij Van Nieuwenhuizen aanwezig was.
'Aanvaarden betekent stoppen'
In een debat woensdag antwoordde Rutte op vragen van Denk het volgende: "Ik hoorde (...) op 23 juli van mevrouw Van Nieuwenhuizen dat zij een nieuwe functie heeft, maar dat zij die pas gaat bekleden als het kabinet is gestopt. Nou, een heel verhaal, maar uiteindelijk was de conclusie: die baan aanvaarden betekent meteen stoppen. En dat is zoals u weet eind augustus gebeurd."
De SP, PvdA en staatsrechtexperts zijn het met Ruttes principe eens: een functie aanvaarden, betekent dat je meteen moet stoppen. Anders zou een minister alvast in het belang van de toekomstige baan kunnen handelen, informatie verzamelen of bepaalde besluiten bijsturen. Maar als Van Nieuwenhuizen die functie op 23 juli al "heeft", zoals Rutte het in het debat verwoordde, waarom moest zij dan niet meteen vertrekken, maar mocht zij nog ruim een maand aanblijven? En waarom mocht zij bij de begrotingsgesprekken aanschuiven?
"Dit klopt niet, hier moet de premier uitleg over geven", zegt SP-Kamerlid Renske Leijten. "Als Rutte haar bij die begrotingsgesprekken toelaat terwijl hij weet dat ze lobbyist wordt, dan komt er niets terecht van de nieuwe bestuurscultuur."
Niet weggelopen
PvdA-Kamerlid en voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib wil ook duidelijkheid. In Kamervragen vraagt zij of Rutte haar mening deelt dat het ongewenst is dat bewindspersonen informatie krijgen die zij in hun toekomstige functie kunnen gebruiken. En zo ja, of Rutte iets heeft gedaan om haar weg te houden bij die informatie.
In een interview met Nieuwsuur op de dag van haar vertrek gaf Van Nieuwenhuizen toe dat ze niet wegliep tijdens de begrotingsgesprekken als het over energieonderwerpen ging.
Bekijk hier het interview terug:
Volgens Wim Voermans, hoogleraar Staatsrecht in Leiden, was het juist geweest als Rutte meteen aan Van Nieuwenhuizen had gevraagd op te stappen in plaats van nog weken aan te blijven. "Ethisch klopt dit van geen kant." Maar de wet verbiedt dit niet strikt, weet hij.
Paul Bovend'Eert, hoogleraar Staatsrecht in Nijmegen, ziet daar ook een hiaat. De regels in het handboek voor bewindslieden worden volgens hem wel overtreden in deze casus. Maar hij wijst erop dat die regels inderdaad geen wettelijke basis hebben. "Er is wettelijk niets geregeld. Het is vrijheid blijheid." Volgens de hoogleraar moet dat snel anders. "Want die informele procedures werken niet."
Geen wet
Het kabinet voelt zich inderdaad niet verplicht om zich aan die regels te houden. Dat zei Rutte letterlijk in de Kamer. In het handboek voor bewindspersonen staat dat ministers die gesprekken willen voeren over een andere functie, dat voor goedkeuring moeten voorleggen bij de minister-president. Maar dat heeft Van Nieuwenhuizen niet gedaan, zegt Rutte. Zij meldde op 23 juli dat ze de functie "heeft". "Rutte kreeg te maken met een voldongen feit", constateert Bovend'Eert, terwijl ze zelfs de voornemens tot het houden van een sollicitatiegesprek had moeten melden volgens het handboek.
Rutte zei deze week tegen de Kamer dat hij die regels van het handboek voor bewindslieden niet kan afdwingen. "Het blauwe boek (het handboek voor bewindslieden, red.) vraagt bewindslieden inderdaad om als zij gesprekken voeren over een andere werkkring, dat ook aan mij te melden, maar het is geen verplichting." En: "Het is geen wet, het zijn dringende verzoeken aan collega's over hoe je met elkaar omgaat."
Lobbyverbod
Het kabinet hanteert wel deels het zogeheten lobbyverbod voor Van Nieuwenhuizen. Tot twee jaar na haar aftreden mogen ambtenaren van Infrastructuur en Waterstaat haar niet spreken in haar functie als lobbyist.
Maar Van Nieuwenhuizen is deze kabinetsperiode ook vijf dagen minister van Economische Zaken geweest, vanwege personele wisselingen in het kabinet. En de ambtenaren van het departement dat over energie gaat mogen de nieuwe voorzitter van Vereniging Energie-Nederland wel ontvangen.
Volgens Rutte kan dat omdat er in die vijf dagen geen gezagsrelatie is ontstaan. Het handboek voor bewindslieden kent die uitzondering echter niet. Het handboek zegt zelfs dat bij het aanvaarden van een nieuwe functie er niet eens de schijn mag zijn dat er tijdens het ministerschap onzuiver is gehandeld.
Hoogleraar Bovend'Eert wijst er bovendien op dat Van Nieuwenhuizen wel mag lobbyen bij alle parlementariërs.