Nederland is doorgeschoten met flexibele contracten. Dat vinden niet alleen experts, maar ook vakbonden en zelfs werkgevers. Er moet haast gemaakt worden met de formatie van een nieuw kabinet, want er moet nú wat gebeuren, zeggen zij.
"We zijn kampioen flexwerken en dat is niet iets om trots op te zijn", zegt FNV-voorzitter Tuur Elzinga vanavond in Nieuwsuur. Opvallend genoeg vinden de werkgevers inmiddels óók dat het aantal onzekere contracten is doorgeschoten. Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland, noemt bijvoorbeeld de mensen met oproepcontracten in Nederland. "Mensen die beschikbaar moeten zijn voor alles, maar recht hebben op niets. In zo'n land wil ik niet leven."
Hij pleit ervoor dat de overheid als marktmeester optreedt en bedrijven aan regels houdt, zodat er een gelijk speelveld ontstaat. Dan kun je als werkgever betere voorwaarden bieden, zonder dat andere bedrijven ervoor kiezen dat niet te doen en je wegconcurreren.
Niet doorpakken in Den Haag
Maar als werkgevers en vakbonden hetzelfde willen, waarom gebeurt er dan nog zo weinig? Hans Borstlap schreef begin vorig jaar een rapport over de arbeidsmarkt, in opdracht van het kabinet, en hij vindt dat de formatie hier nu snel en serieus werk van moet maken.
In het vorige regeerakkoord stond al dat de arbeidsmarkt op de schop moest zodat flexwerk minder zou voorkomen en vaste contracten vaker zouden worden uitgedeeld, maar daar is volgens Borstlap slechts 'een begin' mee gemaakt: het is niet genoeg.
"Mensen die alleen flexcontracten kunnen krijgen, leven zelfs korter", zegt hij. "En dan hebben we het niet over één of twee jaar, maar zes of zeven." En als Nederland een hoogproductief land wil zijn, is dit ook geen goede aanpak, vindt Borstlap. "Flexwerkers zijn alleen maar bezig met: wat is straks m'n volgende baan? En niet met investeren in zichzelf. We waren bezig een lagelonenland te worden."
'Vast moet minder vast'
Maar in het adviesrapport van Borstlap stond niet alleen dat onzekere, tijdelijke banen moeten worden aangepakt. Vast werk moet ook 'minder vast' worden. "Wij zijn in Nederland óók kampioen als het gaat om vaste contracten, die zijn nergens zo vast als bij ons", legt econoom Mathijs Bouman uit. "Wij zijn uitzonderlijk als je kijkt naar de kosten om iemand te ontslaan, de rechten die je hebt als werknemer, twee jaar doorbetalen bij ziekte en de moeite van een ontslagtraject."
Als werkgevers merken dat ze makkelijker van iemand af kunnen komen die een vast contract heeft, bijvoorbeeld vanwege een lagere ontslagvergoeding, dan durven ze ook meer vaste contracten uit te delen, is de redenering van Borstlap.
Maar of de formerende partijen het aandurven om ook op dat punt door te pakken, is zeer de vraag. Vakbonden en werkgevers hebben daar in hun akkoord weinig over opgeschreven. De FNV gelooft dan ook niet in het tweede deel van het mantra 'flex minder flex, vast minder vast'. Tuur Elzinga: "Het probleem zit bij het flexwerk, niet bij de vaste banen."
Toch vragen experts als Borstlap zich af of het genoeg is om alleen het flexwerk aan te pakken. Met een hervorming van de vaste banen zou ervoor gezorgd worden dat jongeren, die vaak van het ene naar het andere tijdelijke contract gaan, eindelijk eens een vaste baan kunnen krijgen. "Het gaat erom dat het verschil te groot is", zegt Bouman. "Er is een groep die veroordeeld is tot flexcontracten, zij moeten alle flexibiliteit leveren. En er is een groep met vaste contracten, die helemaal geen flexibiliteit hoeven te leveren omdat werkgevers daar nu eenmaal niet meer 'vanaf' kunnen."
Ook voor vast: minder werk, minder inkomen
In het akkoord dat vakbonden en werkgevers sloten, wordt wel één eerste stap gezet om vaste contracten iets minder vast te maken. Als het slechter gaat met de economie, mogen werkgevers hun werknemers voor 20 procent van de tijd naar huis sturen. Maar de oplossing van werkgevers en werknemers is: de overheid moet dat betalen.
'Tja, zo kan iedereen akkoorden sluiten, als een ander het moet betalen', is dan de houding van sommige politici in Den Haag. Hans Borstlap, die verder positief is over het akkoord, zegt dan ook: "Op dat punt had het echt scherper gekund."
Maar als de bonden er niet aan willen, is het de vraag of de formerende partijen het wel durven. In de bouwstenen voor een mogelijk regeerakkoord, die VVD en D66 op papier zetten en dat deze week openbaar werd, stond ook eigenlijk alleen dat vast werk minder duur zou moeten worden.