NOS Nieuws

Voorlopig nog niet veel mensen met zwaar werk vroeger met pensioen

Er was hard voor gevochten: de afspraak in het pensioenakkoord dat mensen met een zwaar beroep eerder met pensioen kunnen. Eerste cijfers wijzen erop dat er nog niet veel gebruik van wordt gemaakt.

In een brief waarover Trouw vanochtend publiceerde, antwoordt minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op vragen van de Kamer over hoe het ervoor staat met de regeling. In de eerste vier maanden van dit jaar maakten 1447 mensen er gebruik van.

Niet iedereen kan al

Hoeveel mensen in deze periode gebruik konden maken van de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU), is niet precies duidelijk.

Wie niet tot de AOW-datum kan doorwerken omdat het werk te zwaar is, kan drie jaar eerder stoppen. Die laatste jaren betaalt de werkgever dan in feite de AOW: ruim 22.000 euro per jaar. Sinds 1 januari is het ook wettelijk geregeld dat daar dan niet 52 procent belasting af gaat.

Werknemers kunnen er gebruik van maken als er afspraken over zijn gemaakt met de werkgever. Eind maart vielen 1,5 miljoen Nederlanders onder een cao waarin dit geregeld is.

Nieuwsuur legde eerder uit hoe dat nieuwe stelsel eruitziet:

Zo wordt de pensioenpot van 1500 miljard nu verdeeld, en zo gaat het straks

Zij hebben niet allemaal een fysiek zwaar beroep, en zitten ook niet allemaal al tegen de pensioengerechtigde leeftijd aan. Ook kan het volgens Koolmees zijn dat niet iedereen die vervroegd uittreedt al geregistreerd is.

'Minder aantrekkelijk voor lagere inkomens'

"Het is heel vroeg om de balans op te maken, maar het is wel een eerste peiling", zegt FNV-bestuurder Willem Noordman. "Wat je ziet doorschemeren in de cijfers, is dat vooral laagbetaalden de grootste moeite hebben om te beslissen of ze gebruikmaken van de regeling."

Volgens hem komt dat omdat mensen het geld dat ze kunnen ontvangen, die ruim 22.000 euro, zelf nog op een of andere manier moeten aanvullen om rond te komen. Vanaf de pensioenleeftijd gebeurt dat vaak met het aanvullende pensioen. Maar wie eerder stopt, moet dat gat tot de pensioenleeftijd zelf dichten.

De vroeg-uittreders kunnen dat basisbedrag op verschillende manieren aanvullen. Bijvoorbeeld door alvast wat geld uit het pensioenpotje te halen waar later het aanvullend pensioen uit betaald wordt. Die latere uitkering wordt dan wel minder.

Voor mensen met een laag inkomen en een laag aanvullend pensioen, kan dat een lastige keuze zijn. "Alles wat zij uit hun relatief kleine pensioenpot halen om die uitkering aan te vullen, heeft consequenties voor de rest van hun leven. Elk tientje is voor lager betaalden een substantieel deel van hun inkomen."

Veel politie en bouwvakkers

Volgens de cijfers in de brief hebben tot nu toe relatief veel werknemers in de bouw en bij de politie gebruikgemaakt van de regeling. "Dat is niet onverwacht omdat deze sectoren al vanaf 1 januari van dit jaar een cao-afspraak over de RVU kennen."

Noordman wijst er op dat dit sectoren zijn waar mensen normaal gesproken ook een redelijk salaris en pensioen hebben. "Maar als je het hebt over de schoonmaak of de vleesindustrie, daar zijn de lonen gewoon een stuk lager en hebben ze minder pensioenopbouw. Dat betekent dat mensen echt drie keer moeten nadenken voordat ze die stap zetten."

Toch vindt de FNV'er niet dat zijn vakbond niet voor de regeling had moeten tekenen. Als die er niet was geweest, dan was er hoe dan ook geen uitkering geweest bij eerder stoppen. "Dan moet je nog een veel grotere hap uit je pensioen halen om eerder te stoppen met werken."

De regeling in de huidige vorm is tijdelijk en geldt tot 2025. Komende tijd zal er overlegd worden over hoe het verder moet. Noordman noemt de eerste bevindingen alvast "leergeld voor het overleg voor de structurele regeling".

Werkgeversorganisatie VNO-NCW, die de huidige regeling ook heeft onderschreven, kon op korte termijn niet reageren.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl