Minister Slob: D66 had achteraf gezien wél invloed op Kaag-documentaire
Minister Slob van OCW, ook verantwoordelijk voor de publieke omroep, zegt dat hij achteraf gezien onvolledig is geïnformeerd over de totstandkoming van de documentaire over D66-leider Kaag.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft hij dat hij "alles overziend" moet vaststellen dat er "wel sprake is geweest van betrokkenheid van D66 bij de totstandkoming van de documentaire".
Slob concludeert dat de VPRO hem hierover eerder niet volledig heeft geïnformeerd. Daardoor waren zijn antwoorden op Kamervragen van PVV-Kamerlid Bosma "te stellig" geformuleerd toen hij zei dat D66 geen invloed had gehad.
De minister geeft hiermee toe dat hij de Tweede Kamer niet juist heeft geïnformeerd. Evengoed wil hij geen oordeel vellen over de handelwijze van de omroep vanwege de "(grond)wettelijke vrijheid van meningsuiting en onafhankelijkheid van de media". Hij mag als minister om die reden ook niet ingrijpen.
Onderzoek
Slob vindt het Commissariaat voor de Media als onafhankelijk toezichthouder "de aangewezen partij" om te onderzoeken of er bij het maken van de documentaire is gehandeld in strijd met de Mediawet. Ook het onderzoek van de Ombudsman van de NPO wacht Slob af.
"Het is evident dat er hoe dan ook een relatie bestaat tussen politiek en media", schrijft hij in zijn brief aan de Kamer. "Ik zie het als een dagelijkse opgave voor alle betrokkenen om deze relatie zo zuiver mogelijk te houden, in het belang van de onafhankelijkheid van alle media en uiteraard ook van de publieke omroep."
De minister meldt dat de VPRO, ondanks zijn oordeel, achter de juistheid van de verstrekte informatie blijft staan.