Rechtszaak tegen marechaussee om etnisch profileren
Mag de marechaussee aan de grens reizigers selecteren voor controle op basis van hun etniciteit? In de rechtbank in Den Haag ging vandaag een zaak van start die draait om die vraag. Mensenrechtenorganisaties en twee burgers willen dat de rechter etnisch profileren bij grenscontroles verbiedt.
In februari dagvaardden zij de Staat over het etnisch profileren aan de grens door de Koninklijke Marechaussee. De marechaussee, die valt onder het ministerie van Defensie en verantwoordelijk is voor onder meer grensbewaking, discrimineert volgens hen niet-witte mensen bij grenscontroles.
Het collectief wijst erop dat er bij selectiebeslissingen wordt gekeken naar onder meer huidskleur en afkomst. Daarnaast werkt de marechaussee met risicoprofielen waarin etniciteit voorkomt. Zulke profielen, betogen de organisaties, zijn in strijd met het discriminatieverbod. Zij willen dat die praktijken worden stopgezet.
Het gaat om Amnesty International, Control Alt Delete, antidiscriminatiebureau Radar en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten. Ook twee burgers zijn bij de zaak betrokken: een piloot en een voormalig gemeenteraadslid in Eindhoven, Mpanzu Bamenga. Zij stapten eerder naar de Nationale ombudsman.
'Meewegen etniciteit is geoorloofd'
Vorig jaar beantwoordde demissionair staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Broekers-Knol Kamervragen over de selectiebeslissingen. Zij erkende toen dat de marechaussee werkt met zogenoemde risicoprofielen van reizigers bij de MTV-controles (Mobiel Toezicht Veiligheid). Die profielen zijn gebaseerd op informatie van bijvoorbeeld inlichtingendiensten, maar ook op zogenoemde risico-indicatoren.
Risico-indicator zijn bijvoorbeeld de samenstelling van een gezelschap en etniciteit. Ook wordt gekeken naar afwijkend gedrag en reisroutes. Wijken zulke factoren af van het normale beeld, dan volgt een controle. Volgens het ministerie is dat nodig om criminaliteit aan de grens in een zo vroeg mogelijk stadium tegen te houden. Het gaat dan om bijvoorbeeld mensensmokkel.
De Staat vindt dat de controleregels niet aangescherpt hoeven te worden. Het uiterlijk voorkomen - ook huidskleur dus - wordt alleen als risico-indicator gezien in combinatie met andere factoren, stelde Broekers-Knol. Het meewegen van etniciteit door de marechaussee is wat haar betreft dus geoorloofd en proportioneel.
Rapport van ombudsman
Ook de Nationale ombudsman boog zich al eens over de kwestie, naar aanleiding van klachten van de twee eerder genoemde burgers. In een rapport uit 2017 maakte de ombudsman duidelijk dat de schijn van discriminatie door de werkwijze op de loer ligt, juist omdat de marechaussees op hun gevoel leren afgaan en "een soort zesde zintuig" ontwikkelen. Het collectief dat nu de zaak aanspant, vindt dat er sinds het rapport te weinig is verbeterd.
Mpanzu Bamenga, voormalig raadslid in Eindhoven, heeft zich als burger aangesloten bij de dagvaarding. Hij stelt dat er in Nederland structureel sprake is van etnisch profileren en maakte dat zelf herhaaldelijk mee. "Het gebeurde toen ik van Rome naar Eindhoven Airport kwam. Ik werd staande gehouden en stelde daar vragen over." Volgens Bamenga kreeg hij te horen dat er geen specifieke verdenking was, maar dat het ging om een preventieve controle. "Het feit dat ik een niet-Nederlands uiterlijk had, gaf de doorslag."
Ook op andere plekken werd Bamenga er vaak uitgepikt. "Ik studeerde in Brussel en ging met de auto op en neer. Als er controles waren, werd ik altijd staande gehouden."
'Pijnlijk en vernederend'
Hij omschrijft dat als pijnlijk en vernederend. Bamenga: "Etniciteit onderdeel laten zijn van een risicoprofiel is discriminerend. Je zegt daarmee dat huidskleur een extra risico vormt voor crimineel gedrag. Maar je huidskleur bepaalt niet of je crimineel bent."
Bamenga pleit ervoor om reizigers op luchthavens niet te controleren op basis van huidskleur, omdat dat laatste iets is waar mensen niets aan kunnen veranderen. "Etnisch profileren is stigmatiserend en slecht voor onze maatschappij. Het schaadt het vertrouwen van mensen in de overheid."
De uitspraak volgt op 22 september.