Zes op de tien Nederlanders (59 procent) vinden dat ook gezonde minderjarigen van 12 tot en met 17 jaar moeten worden gevaccineerd in de strijd tegen het coronavirus. Mensen zonder thuiswonende kinderen zijn daar positiever over dan mensen die wel kinderen thuis hebben. Voor het vaccineren onder de 12 voelt slechts een minderheid.
Dat blijkt uit maandelijks onderzoek van I&O Research in opdracht van de NOS naar coronavaccinaties en het draagvlak van het coronabeleid.
"Er lijkt draagvlak te zijn voor het vaccineren van 12- tot 17-jarigen, maar dat wil nog niet zeggen dat ouders van deze kinderen hier ook massaal aan gaan meewerken", concludeert onderzoeker Peter Kanne van I&O Research. "Met name onder ouders van tieners van 12 tot en met 15 is er veel twijfel, onder andere over mogelijke bijwerkingen op de langere termijn. Als het kabinet dit door gaat zetten, zal er nog aardig wat overtuigingskracht nodig zijn. "
'Pfizer geschikt voor tieners'
Vandaag adviseerde de Gezondheidsraad om tieners uit risicogroepen te vaccineren met Pfizer. Minister De Jonge vroeg de raad ook om een advies over de inzet van vaccins voor gezonde kinderen. Dat verschijnt over enkele weken. Het Europees Geneesmiddelenbureau EMA oordeelde eind mei al dat het Pfizer-vaccin geschikt is voor inenting vanaf 12 jaar.
De vragen in het onderzoek van I&O Research gaan ook over het prikken met Pfizer. Moderna heeft inmiddels eveneens een aanvraag bij het EMA gedaan. Nederland heeft bijna 1,2 miljoen 12- tot 17-jarigen. Verschillende andere landen prikken kinderen in deze leeftijd al; Duitsland doet dat bijvoorbeeld vanaf deze week.
Eerder zei OMT-lid Károly Illy, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, dat kinderartsen willen dat ook Nederlandse kinderen vanaf 12 jaar gevaccineerd worden. Aura Timen van het RIVM benadrukt dat het Gezondheidsraad-advies moet worden afgewacht, maar ziet eveneens duidelijke voordelen: "Wat we weten, is dat de vaccinatie van kinderen bijdraagt aan het voorkomen van verdere verspreiding van het virus. En vaccineren beschermt ook de kinderen zelf - we moeten niet vergeten dat ook zij ziek kunnen worden."
Meeste steun bij ouders 16/17-jarigen
Ouders van jongere kinderen zouden hun kind niet zo snel laten vaccineren, laat het onderzoek van I&O Research zien. Ouders met kinderen vanaf 12 jaar zouden dat overwegend wél doen, met name in de oudste groep van de 16-en 17-jarigen. In die laatste categorie zou 54 procent zeker meewerken en nog eens 13 procent waarschijnlijk.
Bij de vaders en moeders van 12- tot en met 15-jarigen is die bereidheid minder groot. Daar zou 27 procent zeker meedoen en 29 procent waarschijnlijk. Op deze leeftijd is toestemming van het kind en de ouders nodig. 16- en 17-jarigen mogen zelf beslissen.
Vrees voor bijwerkingen op lange termijn
Ouders die hun kinderen niet willen laten vaccineren, wijzen erop dat kinderen minder risico lopen op ernstige covid dan volwassenen. Verder maken zij zich zorgen over mogelijke bijwerkingen van het vaccin voor hun kinderen, met name op langere termijn.
Ouders die hun kinderen wel zouden laten prikken, willen daarmee het advies van de overheid volgen als dat er inderdaad komt. Ook vinden zij het belangrijk dat de kinderen hun bijdrage leveren aan het opbouwen van groepsimmuniteit. Oudere kinderen kunnen door het vaccin, zeggen deze vaders en moeders, hun leven weer volledig oppakken en veilig met anderen omgaan.
Meer mensen positief over vaccinatiebeleid
Uit het onderzoek blijkt overigens dat Nederlanders in het algemeen positiever zijn geworden over het vaccinatiebeleid. Vier op de tien noemen de uitvoering nu goed, een verdubbeling ten opzichte van vorige maand.
Op basis van de bestaande gegevens schat I&O Research de uiteindelijke vaccinatiegraad bij 18-plussers op 86 procent. Dat is in lijn met de 84 procent die het RIVM eerder voorspelde. Tussen hoger- en lager opgeleiden is daarbij weinig verschil te zien, maar mensen met een migratie-achtergrond zijn nog altijd wel duidelijk minder bereid zich te laten vaccineren.