Suriname staat te springen om vaccins: 'We kunnen het hier niet meer aan'

In Suriname komt de bodem van de voorraad vaccins bijna in zicht. Demissionair minister De Jonge van Volksgezondheid maakte dinsdagavond bekend dat hij volgende week 40.000 doses van het AstraZeneca-vaccin naar Suriname wil sturen, maar volgens de Surinaamse minister van Volksgezondheid Amar Ramadhin is dat niet genoeg. "Hoe meer, hoe beter", zegt Ramadhin. Hij roept de Nederlandse overheid op meer vaccins te sturen.

Suriname staat te springen om vaccins, want de coronasituatie is er schrijnend. In het land is de hoogste alarmfase van kracht. Gemiddeld zijn er zo'n 200 besmettingen per dag op een totaal van 600.000 inwoners. Op de intensive care geldt al een paar dagen code zwart en het land heeft Nederland gevraagd om medische hulpmiddelen, zorgpersoneel en vaccins. Op dit moment heeft Suriname nog maar 18.000 doses in voorraad.

"Die zijn binnen drie dagen op", zegt Ramadhin. "Dus we moeten de bevoorrading heel snel aanvullen." Ook cardioloog Kwame van der Hilst, die in het Diakonessenhuis in Paramaribo het vaccineren coördineert, houdt zijn hart vast. "Als we in dit tempo doorgaan, moeten we na het weekend 'nee' verkopen", zegt Van der Hilst. "Dan hebben we geen vaccins meer."

Volgens Ramadhin zijn er tienduizenden vaccins onderweg naar zijn land, maar zijn er nog veel meer nodig:

Het land telt ongeveer 400.000 Surinamers boven de 18 jaar. Daarvan zijn inmiddels 90.000 mensen gevaccineerd, van wie 15.000 mensen een tweede prik hebben gehad. Dat is een kleine 4 procent van de bevolking. In Nederland heeft de helft van de 18-plussers al een eerste prik gehad.

Nederland kan meer en sneller vaccins doneren aan Suriname, maar laat 100.000 doses AstraZeneca op de plank liggen als reserve, bleek eerder vandaag. Met een donatie van 100.000 doses zouden in Suriname alle mensen van 50 jaar en ouder een eerste prik kunnen krijgen die bescherming biedt tegen covid-19. Daarmee worden honderden ziekenhuisopnames voorkomen.

Ook Van der Hilst roept de Nederlandse minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge op meer vaccins naar Suriname te sturen. "We kunnen het hier niet meer aan", zegt hij. "De enige manier om hier uit te komen is mensen vaccineren en dat kan alleen als we voldoende vaccins hebben. Die hebben we op dit moment niet."

Een bijkomend probleem is volgens deskundigen dat de vaccinatiebereidheid in Suriname niet echt groot is. "Als de bereidwilligheid er is en de vaccins zijn er, dan zouden we makkelijk 50.000 per week kunnen halen", zegt Van der Hilst. "Dan ben je in een paar weken klaar."

Maar de scepsis is groot, al kan het zijn dat de lockdown en de heikele situatie in het land daar verandering in gaan brengen. "Veel mensen zijn bang om die vaccinatie te nemen, omdat ze een heleboel negatieve dingen horen", zegt een van de vrouwen die gevaccineerd wordt in het Diakonessenhuis. "Ik was daar aan het begin ook bang voor, maar het aantal besmettingen in Suriname is nu aan het stijgen, daarom heb ik toch besloten om die vaccinatie te nemen."

Een andere vrouw twijfelde geen moment. "Ik wilde zeker meteen gevaccineerd worden, ik wil er vanaf", zegt ze. "Ik wil terug naar het oude systeem. Vroeger hebben we ook vaccinaties gehad, tegen mazelen en tegen pokken. Dus je moet je gewoon laten vaccineren."

Toch begrijpt ze de scepsis van de Surinamers wel. "Ik snap dat ze twijfelen, al snap ik de logica vaak niet. Maar ze moeten over de drempel getrokken worden, misschien moet er een stevige campagne komen. Dat er meer mensen in beeld komen waarmee niks is gebeurd."

'Wat is deze wereld toch oneerlijk'

Van der Hilst hoopt dat er snel meer Nederlandse vaccins naar zijn land komen. "Ik las vanochtend het nieuws en ik dacht: wat is deze wereld toch oneerlijk. Er zitten mensen in landen die smachten naar een vaccin. En in andere landen ligt het gewoon op de planken."

Het RIVM liet eerder in een reactie weten dat er nu geen vaccins over zijn. Alle vaccins zijn volgens het instituut nodig om te versturen naar huisartsen en het wordt pas half juni duidelijk of er meer ruimte komt om vaccins te doneren.