Angst voor Amsterdamse haven als 'criminele uitwijkhaven'

  • Floor Ligtvoet & Ger van Westing

  • Floor Ligtvoet & Ger van Westing

Het gebied van IJmuiden tot aan de haven van Amsterdam dreigt een uiterst aantrekkelijke smokkelroute te worden voor criminelen. Onder meer door de komst van grote schepen en een 'versnipperde samenwerking' tussen de lokale autoriteiten. Dat blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit en het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van Politie en Wetenschap.

Het Noordzeekanaalgebied kan voor lieden die kwaad in de zin hebben een goed alternatief zijn, nu de controles in de haven van Rotterdam steeds verder worden opgevoerd. Een betere samenwerking tussen de politie, douane, FIOD, gemeenten en de expertisecentra georganiseerde criminaliteit (RIECS) is nodig, constateren de onderzoekers.

Met de komst van de nieuwe sluis in IJmuiden, die begin 2022 in gebruik wordt genomen, krijgen veel grotere zeeschepen dan nu toegang tot het uitgestrekte gebied van 21 kilometer lang. Dat maakt het havengebied ook voor smokkelaars interessanter. "Het is een groot, onoverzichtelijk gebied waar je je als crimineel in principe overal kunt verbergen", zegt hoofdonderzoeker en bestuurskundige Yarin Eski.

Het gebeurt al onder onze neus.

Frank Dales, burgemeester van Velsen

Burgemeester Frank Dales van de gemeente Velsen (waar IJmuiden onder valt) maakt zich zorgen. "We verwachten veel meer scheepvaart en dat betekent dat de kans op mensensmokkel en drugssmokkel heel erg toeneemt.''

"We hebben al last van hennepkwekerijen, mensensmokkel, illegale bewoning en drugslabs rondom de haven", zegt Dales. Vorige maand werd nog 15 kilo cocaïne op een schip in de IJmuidense haven gevonden. "Zo zie je dat het al onder onze neus gebeurt."

Ook de ondernemersvereniging van de Amsterdamse haven is er niet op gerust. "Als je ziet wat er nu in Rotterdam gebeurt: er worden woningen in de fik gestoken en bedrijven worden belaagd door criminelen. We maken ons zorgen dat dit zich uitbreidt naar de Amsterdamse haven", zegt directeur Kees Noorman.

Maar een goede bestrijding van drugscriminaliteit in het Noordzeekanaalgebied staat nu juist zwaar onder druk, blijkt uit het rapport Van verhalen naar verbalen. Eski en zijn onderzoeksteam spraken de afgelopen twee jaar met tientallen politiemensen, douaniers, FIOD-medewerkers en personeel van het havenbedrijf, over de kwaliteit van het toezicht en de handhaving in het Noordzeekanaalgebied. Deze geïnterviewden maken zich zorgen. "Men is bang dat hier meer criminaliteit komt. Dat dit een soort criminele uitwijkhaven wordt."

Versnipperd

Waar de haven in Rotterdam streng beveiligd wordt, is de aanpak in Noord-Holland versnipperd, concludeert Eski. Onder meer omdat het om een complex gebied gaat. "Het betreft meerdere gemeentes, politiekorpsen en veiligheidsregio's." Het zorgt ervoor dat men minder effectief criminelen de pas af kan snijden, geeft hij aan. Of zoals een respondent van de politie Noord-Holland schetst: "Met hoe meer mensen je aan tafel zit, des te makkelijker het is om weg te kijken. Hopen dat iemand anders een stap zet."

Er is vaak sprake van onkunde. Er is wel degelijk meer mogelijk.

Yarin Eski, hoofdonderzoeker en bestuurskundige

Eski nam waar dat de betrokken organisaties allemaal net anders werken en ook iets anders verstaan onder de termen ondermijning, witwassen, mensenhandel en drugssmokkel. Daarbij durven ze interessante signalen niet met elkaar te delen uit angst de privacywet te overtreden. "Dat laatste is vaak onkunde", zegt Eski. "Er is wel degelijk meer mogelijk."

Maar deze angst blokkeert ondertussen de wens van alle betrokkenen om als één overheid op te treden tegen ondermijning. Een functionaris van de politie Amsterdam stelt in het rapport: "Er is genoeg info bij de FIOD, de douane en de andere partijen. Maar iedereen houdt wel zijn deurtje dicht." De overheid ondermijnt hiermee onbewust vooral zichzelf, constateert Eski.

Havenmarinier

Ondertussen is een andere kwetsbaarheid de reorganisatie bij de Amsterdamse politie. Het 'team ondermijning' dat in de haven actief was, werd stopgezet. Eski: "Het team is overgeheveld naar de stad, want daar was te weinig blauw op straat."

Opsporingsonderzoeken in de haven worden nu overgenomen door de Dienst Regionale Recherche en moeten concurreren met andere grote rechercheonderzoeken. "Dat team had niet opgeheven moeten worden. Dat had juist groter moeten worden."

Een havenmarinier is dringend nodig in het Noordzeehavengebied en de Amsterdamse haven, stelt de onderzoeker. "Eén persoon die boven alle partijen staat en snel beslissingen kan nemen, die ook door betrokken instanties worden opgevolgd."

Burgemeester Dales van Velsen pleit daarnaast voor meer samenwerking tussen de gemeentes rondom de haven. "Ik wil samen met de andere burgemeesters de bestrijding van criminaliteit intensiveren. Zodat we er gezamenlijk voor zorgen dat we die keten sluiten."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl