'Dit gaat nog zes keer gebeuren': gelatenheid in Mali na coup
Lennart Bloemhof
redacteur Online
Lennart Bloemhof
redacteur Online
De president zit nog altijd vast, de vicepresident heeft de macht opgeëist en het is onduidelijk of hij daar ooit nog afstand van zal doen. Terwijl de VN in een spoedzitting bijeen is om over de situatie in Mali te overleggen, overheerst in de hoofdstad Bamako gelatenheid. "Mensen op straat zeggen: tsja, Mali. Dit gaat nog zes keer gebeuren", zegt antropoloog en Mali-deskundige Mirjam de Bruijn vanuit Bamako.
De Bruijn, hoogleraar Afrikanistiek aan de Universiteit Leiden, landde gisteren in Bamako om daar een project te begeleiden. "Ik stapte het vliegtuig in met het bericht dat er weer een staatsgreep was, dus ik vreesde eerst dat ik het land niet in kwam", zegt ze over de telefoon. "Maar het is heel rustig hier, je merkt er niet zoveel van." Ze heeft amper militairen gezien.
Volgens haar zijn Malinezen meer bezig met dreigende sancties vanuit de internationale gemeenschap. "Want die raken de mensen hier het hardst."
Er werd gisteren door kinderen 'gewoon' gevoetbald in Bamako:
Na een aantal maanden van relatieve rust is Mali deze week weer in een bestuurlijke wanorde gestort. Maandag werden president Ndaw en premier Ouane opgepakt door militairen. Ze worden nog altijd vastgehouden in een legerbasis nabij Bamako. En inmiddels hebben ze hun functie neergelegd.
Ndaw leidde de interim-regering die het land na jaren van geweld en oprukkend jihadisme in anderhalf jaar naar een gekozen burgerregering moest leiden. De oud-kolonel kreeg in september de macht van het leger, dat vorig jaar augustus president Keïta afzette.
Het ging mis toen Ndaw maandag besloot twee hoge militairen die nauw betrokken waren bij die coup te vervangen als ministers. Ruim een uur later greep Ndaws vicepresident Goita in en droeg hij militairen op de kopstukken op te pakken.
Internationale druk
Volgens Goita, een kolonel die de staatsgreep tegen Keïta leidde, had Ndaw de wijzigingen in het kabinet niet met hem overlegd en waren daarmee afspraken geschonden. Hoogleraar De Bruijn verwacht dat Goita binnen afzienbare tijd president zal worden. "Dat is namelijk wat je doet als je als vicepresident de macht grijpt." De facto heeft de junta nu de macht in Mali, zegt ze.
Het oppakken van de president en premier leidde internationaal tot veroordelingen. In een gezamenlijke verklaring riepen onder meer de VS, EU, VN en het samenwerkingsverband van West-Afrikaanse landen ECOWAS op tot hun onmiddellijke vrijlating.
Voormalig kolonisator Frankrijk sprak van een nieuwe staatsgreep. President Macron waarschuwde op Twitter voor "gerichte sancties" tegen de betrokkenen.
Goita beloofde gisteren wel volgend jaar nieuwe, vrije verkiezingen te houden, zoals was bepaald bij de aanstelling van de interim-regering. Mali-expert De Bruijn zag opvallend veel mitsen en maren in die woorden. "Het zou ook zomaar eind 2022 of 2023 kunnen worden. Ze zeggen hier dat het erop lijkt dat hij aan het pluche heeft geroken, en dat hij dat wel erg prettig vindt."
Tegelijk wordt door de staatsgreep datgene wat volgens De Bruijn het grootste probleem in Mali is verwaarloosd. "Want hoe moet het nu verder met de bescherming van dit land? Men vreest dat de jihadisten nu verder oprukken en in de stukjes die ik goed ken, zoals bij Boni, weet ik dat militairen inmiddels op eigen houtje opereren. Als je namelijk bezig bent met een coup d'état ben je niet bezig met de rest van het land."
Jihadistische groeperingen gelieerd aan terreurgroepen al-Qaida en IS profiteren al jaren van de wanorde in Mali. Bij de militaire coup in 2012 namen jihadisten bijvoorbeeld grote delen van het land over.
De extremisten willen in de regio een kalifaat vestigen:
Een interventie in 2013 onder leiding van Frankrijk kon de opmars enigszins stoppen. Ook Nederlandse militairen waren actief in Mali, tussen 2014 en 2019. De VN geeft nog altijd jaarlijks meer dan een miljard uit aan de vredesmissie in het land.
Hoogleraar De Bruijn zegt dat de angst toeneemt. Buiten het oog van de wereld vinden er gruwelen plaats in Mali, zegt ze.
"Vrienden van me zijn bang, mensen vluchten en veel kinderen trekken naar hun familie in Bamako, omdat de scholen in het noorden dicht zijn. Maar daar zit ook een limiet aan. Ik sprak net iemand die zei: 'Ik stuur mijn kinderen naar het buitenland'. We zien nu een soort vrije loop van onderlinge conflicten, met een vleugje terrorisme."
Toevallig was De Bruijn in augustus ook in Bamako, bij de vorige staatsgreep. Toen proefde ze nog optimisme bij Malinezen over de toekomst van hun land, omdat het leger de impopulaire oud-president Keïta dwong tot aftreden.
Dat optimisme is er nu niet, zegt ze. "Mensen zien geen oplossing meer. Ze hebben inmiddels ook gezien dat dit niet werkt", zegt ze over het experiment met de interim-regering. "Nee, het is geen goed scenario op dit moment."