Overgrote deel Nederlanders wil dat politiek minder met zichzelf bezig is
Het gaat in Den Haag te vaak over Den Haag zelf en te weinig over problemen waar mensen in het land mee te maken hebben. Dat vindt een grote meerderheid van de Nederlanders, blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van de NOS. Acht van de tien zijn het eens met de stelling "de politiek is te veel met zichzelf bezig, in plaats van met het oplossen van problemen van de mensen in het land".
Een groot deel vindt wel dat Den Haag de komende tijd nog wat meer aan zichzelf moet werken. Zeven op de tien willen dat de politiek een nieuwe bestuurscultuur realiseert. Dat betekent vooral meer transparantie, openheid en dualisme, iets waar recent heel veel over is gesproken aan het Binnenhof naar aanleiding van de kinderopvangtoeslagenaffaire. Ruim een kwart van de mensen heeft er vertrouwen in dat die nieuwe cultuur er ook echt komt.
"Er rust een flinke verantwoordelijkheid op de politiek leiders die nu aan de formatie beginnen", zegt onderzoeker Peter Kanne van I&O Research. "We zien al decennia kiezers weglopen van de oude bestuurderspartijen en hun heil zoeken bij protest- en kleinere nichepartijen. Vooral deze kiezers zijn sceptisch over de mate waarin de politiek zichzelf kan vernieuwen."
Dualisme frustreren
Wat het huidige kabinet de afgelopen tijd is verweten, is het frustreren van het dualisme, de scheiding tussen kabinet en parlement. Kortgezegd: te veel overleg in achterkamertjes waardoor de Tweede Kamer zijn controlerende taak niet goed kan uitvoeren. Daarbij hoort ook het proberen kort te houden van Kamerleden die lid zijn van een coalitiepartij, zoals onder meer naar voren kwam uit de ministerraadnotulen die openbaar zijn gemaakt.
Het grootste deel van de Nederlanders hecht volgens het onderzoek aan dualisme. Twee derde vindt dat Kamerleden van coalitiepartijen vooral hun rol als volksvertegenwoordiger moeten vervullen en kritisch moeten zijn op het kabinet. Slechts vijf procent vindt dualisme ondergeschikt en zegt dat coalitie-Kamerleden vooral op aarde zijn om het kabinet te steunen. Dit zijn relatief vaak VVD-stemmers.
Het openbaar maken van de notulen leidde ook tot gesteggel over het achterhouden van informatie over de toeslagenaffaire. PVV-leider Wilders zei dat bewindspersonen strafrechtelijk vervolgd zouden moeten worden voor het achterhouden van informatie. Ruim 40 procent van de Nederlanders is het met hem eens, blijkt uit het onderzoek van I&O Research.
De poppetjes
In het kader van het vormen van een nieuw kabinet sprak informateur Tjeenk Willink de laatste weken veel over de bestuurscultuur. Afgelopen vrijdag kwam hij met zijn eindverslag, dat voor een goed deel ging over een cultuuromslag. Hij wilde daarbij ook summier iets kwijt over 'de poppetjes', namelijk dat verreweg de meeste partijen Rutte (door sommigen gezien als hét symbool van de 'oude cultuur') niet uitsluiten als volgende premier.
Daar lijkt de politiek wat uit de pas te lopen met de rest van Nederland. De helft van de Nederlanders vindt namelijk dat een nieuwe bestuurscultuur niet samengaat met VVD-leider Rutte als minister-president. Drie op de tien vinden dat D66-leider Kaag niet weer minister kan worden onder die nieuwe cultuur. En iets meer, ruim een derde, vindt dat minister en CDA-leider Hoekstra niets te zoeken heeft in zo'n volgend kabinet.
De oude partijen lijken niet meer weg te komen met de oude, niet-transparante manier van besturen.
Sowieso is het vertrouwen in alle ministers gedaald de afgelopen maanden. Begin maart had 49 procent nog vertrouwen in ministers in het algemeen, nu is dat 40 procent. Het vertrouwen in de overheid daalde ook, maar iets minder sterk: van 53 naar 47 procent.
"Wat we op dit moment zien is dat alle leiders van de oude, grotere partijen lager worden gewaardeerd dan voor de verkiezingen als gevolg van de formatieperikelen", zegt onderzoeker Kanne. "Terwijl de leiders van de nieuwe, kleinere partijen juist meer gewaardeerd worden. De oude partijen lijken niet meer weg te komen met de oude, niet-transparante manier van besturen."
Al het geharrewar heeft tot nu toe tot flinke vertraging geleid in de formatie (denk aan Tjeenk Willinks voorgangers Ollongren, Jorritsma, Koolmees en Van Ark die hun klus niet konden afmaken). 46 procent vindt die vertraging acceptabel, 40 procent niet.
Een iets groter deel vindt dat er nu wel een keer vaart gemaakt mag worden: 54 procent is tegen nog meer vertraging. Vooral kiezers van SGP (88 procent), VVD (78 procent) en CDA (66 procent) vinden dat. Linkse kiezers (SP, Partij voor de Dieren, PvdA, GL) en Volt-aanhangers hebben minder moeite met extra vertraging.